10 resultaten
1488-08-23
folio 158v CXLII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Cornelis Baertsz van Zantvoirt en Lambrecht Berwotsz [! ], weert in t mager Jaens hoest [hoeff, hoeft ?], zyn schuldig aan Pieter Thijmansz 31 R gld. Onderpand: die schuijt mitten zegen daer zij op Zantvoert mee vissen. Testes: Willem Willemsz pelser en Pieter Jansz Cleefkin; 23 Aug.
1505-12-03 |
Arch Marquette 1718
Haarlem Algemeen
Philips geeft de duinen en wildernissen gelegen op de zuidzijde van de Haerlemmerwech, gewoonlijk Zijlwech genoemd, strekkende over 't Zwarte velt tot aan de Zee toe, ten noorden van Zantvoirt, in een eeuwige erfpacht aan Walraven heer van Brederode en Vianen, burchgraaf van Utrecht, voor 324 £ Holl sjaers, verzekerd op de heerlijkheden van Brederode. In dorso: erfpachtbrieff rakende de houtvesterij van Brederode (Afschrift van een gecoll. afschrift uit het Bonte Register, beginnende anno 1504 fol 33v ter Camere van hare Ed. Gr. Mog. Domeynen, dd 1755)
1435-03-03 (1434) |
G.A. Haarlem N 184 fol 15/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen
opschrift: Tetroede (!). Scepenen in Hairlem oirconden dattet ghewijst is met vonnesse der scepene twisken die Lazarus ziekenmeesters an die ene sijde, Jan Jacobsz met Gheryt van Zantvoirt ende Pieter Rueper an die ander zijde, nae hairre beyder dinctale, also moghen die Lazaruse ziekenmeesters betoghen als zij mit recht sculdich zijn te betoghen datter een lane ende een otwech gheleghen buijten die cleyne Houtpoirte bij Rosen proijeel menich jair lanck daer gheweest ende gheleghen heeft tot eenen otwech dat zij dan totter zieken behoef voornoemd hoeren otwech over die lane voirs. hebben zullen, des zoe hadden die Lazarusziekenmeesters totten zieken behoef voirs. betoich na den ghewijsden vonnisse voors
Ocker van der Crempe, Jan van Bekensteyne, Claes Allijnsz, Jan Claesz van Dam en Jan van Huessen, schepenen
1429-03-02 |
Thesauriersrekening Haarlem no 181
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening van Haarlem over 1427-1428, afgehoord door: Gheryt van Huessen, scout, Doeve van Rietwijc, Jan van Bekensteyne, Dirc Gherijt Gherytsz.z, Claes Allynsz, Jacob die Rode, Dirc van Zaenden, Jan van Huessen, scepenen, Meynert Claesz, Jorden Claesz, Harberen van Foreest, Gheryt van Zantvoirt, raden, Jan van Bakenesse, Pieter Jordensz, Florijs Martynsz, Ysbrand Willemsz, Thamas Claesz, Bertout v. Assendelf, Heynric Dirc Heynricsz, Jan Claes Bottincxz [= Vettinc], Dirc Jan Brawenz, Lottijn Jan Aerntsz.z, Jan Dirc Tymansz.z, Louwerijs Jansz, Pieter Jansz v.d. Kerc, Claes Pietersz, after die Halle, Jan van Harp, Jan Florys Hollandersz, Pieter Gelijsz, Jan die Verwer, Allert die backer, Symon Hugenz van Assendelft, Vechter Woutersz, Pieter Roeper, Claes Aelbrechtsz, Jan Willemsz, vroetscappen
1439-12-29 |
Thesauriersrekening Haarlem
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening van Haerlem over 1435-1436, afgehoord door: Ysbrant van Scoten, Jan van Bekensteyn, Gheryt van Adrikem, burgemeesters, Jan die Grebber, Jacob Claes Aerntsz.z, Gheryt van Zantvoirt, Symon van Noortich, Claes van Ruven, Garbrant v.d. Couster, scepenen, Jan van Bakenesse, Florijs Martynsz, Claes Jansz van Hilgum, Jan Wouter Galenz, Jan Claes Diedertsz, Huge Albout, Dirc Heynricsz, Claes Allynsz, Jan Dirc Tymansz.z, Jan van der Meer, Huge Aerntsz, Wouter Geije, Jan Ludenz, Vlieger Dircsz, Theus Gysbrechtsz Dobbelaer, Jan Brwn, Dirc Jan Meijnse Voerenz.z, jonge Arent Pouwelsz, Claes van Yperen, Danel Claesz, Jacob Dircsz, Danel Aelbrechtsz, Huge Jansz, jonge Willem Hert, Jan Pietersz Kenninc, Jelbrecht Pietersz, Heynric Steffensz, Vechter Woutersz, Jan Danelsz, van der Vroetscap
1435 |
Thesauriersrekening Haarlem
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening Haarlem over 1433-1434 afgehoord door: Gheryt van Huessen, scout, Gheryt Claesz, Harberen van Foreest, Gheryt van Zantvoirt, Jan van Bekensteyn, burgemeysters, Jan de Grebber, Doeve van Rietwijc, Claes Jan Boudynsz.z, Bertout van Assendelft, Florys Martynsz, Dirc van Zaenden, scepenen, Jan van Huessen, Ocker van der Crempe, Jacob Claes Aerntsz.z, Symon van Noirtich, Gheryt van Adrichem, Claes Costynsz, Symon Gherytsz, smit, Huge Btsz [Barthoudsz ?], Jan Claesz van Damme, Lottyn Jan Aerntsz.z, Willem Hert, Jan Brun, Dirc Jan Brawenz, Vlieger Dircsz, Ysbrant Willemsz, Gheryt Pietersz van Bennebroec, Claes Jansz van Hilgom, Claes Aelbrechtsz, Otte Pietersz, Jan van der Meer, Witte Jacobsz, Aernt Pieter Dirc Weentsz.z, Huge van der Maer, Huge Jansz, Wouter Gheije, Heynric Dircsz, Bartelmeus de goutsmit, Jan Gheryt Salenz, van der Vroetscap. Op 1435-03-07 wordt de rekening van 1434 afgehoord. Dezelfde namen, Jan Bruun heet hier echter Jan Buun [ten onrechte]
1445-12 |
Thesauriersrekening Haarlem
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening van Haerlem over 1436-1437, afgehoord door: Aelbrecht van Raephorst, schout, Claes van Ruven, Symon van Adykem, Claes van Yperen, Ocker van der Crempe, Harberen van Foreest, Pieter Jordensz, Heynric Willem Claesz.z, Salomon van der Voerde, jonghe Claes Jansz van Hilgum, Jan van Bekensteyn, Florys Willemsz, Gerbrant Claes Pelgrimsz.z, Boudyn Jan Boudynsz.z, Huge Aerntsz, Symon van Noirtich, Gheryt van Adrikem, Matheus Jelijsz, Jan Claesz van Damme, Jan van Adrikem, Claes Symon Allertsz.z, Broeder Andriesz, Gheryt Hone, Gheryt Mairtynsz, Wisse Pietersz, Aernt Pieter Dirc Wentsz.z, Jan van Scoten, Pieter Claesz, Jan van Huessen, Symon Berwoutsz, Garbrant Schaverdac, Claes Pieter Ballinxz, Zybrant Gherytsz, Jan van Rollant, Gheryt Steffensz, Jan Pieter Kennincsz, Luytgen Claesz, Luytgen Camerouwer, Gheryt Adamsz, Jan Danielsz, Claes Pieter Bruynenz, Willem van Ruven, Bartholomeus Pons, Jan Florys Hollandersz, Willem Gelysz, Jacob Claes Aerntsz.z, Jan Huijsschersz, Pieter Steffensz, Ysebrant van Bairn, Jan Claes Symonsz.z, Jacob Zaenden, Jan uten Gasthuse, Meus Godevaertsz, Jacob Tymansz, Pieter Gelysz van Zoutenlande, Pieter Roeper, Gheryt Jansz van der Meer, Heynric van Zantvoirt, Dirc Voppenz, Jan die Brwn. Bij het afhoren van de rekening over 1437-1438, eodem die, waren nog: Aernt Willemsz, Jan Willem Claesz.z
1437-03-25 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 42/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Allaert Pietersz erkende verkocht te hebben aan gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis in die Grote Houtstrate ¼ deel van 3 morgen lands, onderdeel metten gasthuys voirs, gelegen in den ban van Heemstede, ende is geheiten die schonbroit, ende hebben belend zuid: Jan Gerytsz, noord, oost en west: t gasthuys
Heynric Arntsz en Gheryt van Zantvoirt, schepenen
1437-04-24 |
Enschedé: Inv no 2145 Lade Grote Charters 2145
Haarlem Algemeen
schepenen in Haarlem geven een vidimus van een oorkonde van op St Matheusdach 1431 (vgl 1431-09-21)
Gheryt van Zantvoirt (zegel: een ankerkruis), Jan van Huessen (drie rozen), schepenen
1439-08-24 |
G.A. Haarlem Inv no 1643 Lade T/Arch St Barbara Gasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Duve Harmansdochter met Willem Jacopszoen die Vleyshouwers hant hoirs momboirs, erkende schuldig te zijn aan Alijd Ghysbrecht Dirxsoens weduwe 50 g Wilh Holl scilt. Tot onderpand voor de betaling stelt Duve dat huus mitten erve dat sij tegen hoir gecoft heeft, leggende ende staende in die Conincstrate, en al haar andere goederen
Jan de Grebber (zegel: 8 puntige ster met barensteel van 3 hangers) en Geryt van Zantvoirt (ankerkruis in de rechter bovenhoek vergezeld …..), schepenen