1447-1448 (1) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening I no 200

Haarlem Algemeen

rekening van jonge Claes Jansz van Hillegom, Wisse Pietersz, Claes de Vriese en Bertelmeus Godevaertsz als thesauriers; (fol 1) Jan Boudijn Jansz.z van Heemstede is de stad schuldig gebleven van de coornexcys, 1444-08-30 gehuurd, 105 £; (fol 1v) Meeus Godevaertsz van de coornexcys van 1446-08-28, 8£ en Jan van Rolland van idem van 1447-02-26, 17£ 3sc 4d; (fol 2) Pieter Jan Dirc Thymansz.z.z v.d. wynexcijs, 6½ mnd, 702£, van Claes die Vrijese bi handen Pieter Zappen en Pieter Jansz v.d. Hamburgerbierexcys, 6½ mnd, 175£ 10sc, Hughe Aerntsz huurde de wynexcys, 7½ mnd, 192£; (fol 2v) Gheryt van Noertich huurde de hoppenbierexcys, 7½ mnd, 514£, Symon Gherytsz van Egmonde huurde de Hamburger bierexcys, 7½ mnd, 24£; (fol 3) van jonge Symon van Adrichem uut handen Garbrant Claes Pelgrimsz.z van den brouwersgelde, ¼ jaar, 326£ 13sc 4d, Jan van Rollant van den brouwersgelde, 1 jaar, 314£ 6sc 8d betaald; (fol 4) Dirc Soijersz van de coren- en hopmate 25£ 10sc (laatste termijn), Matyn Florysz de dreger van de craen 10£ (1e termijn), Aernt de kaersmaker van de ryepe en ellenmate, 1 jaar, 19£; (fol 4v) op 1448-01-24 van Gerbrant Claes Pelgrimsz.z ut handen van Schelu Garbrant Claes Zyboutsz en Jacob Meynaertsz van de visscherij v.d. sluizen te Sparendam, 1 termijn 340£; (fol 5) op 1 Jan. van Jan van Adrichem en Pieter Braeuwe v.d. bewijs v.d. Bremergelde 510£ 12sc; (fol 7v) Jan van Rollant van ridsoen v.d. brouwersgelde 12£ 6sc 8d, van Bertelmeus Godevertsz van ridsoen v.d. coornexcys 19£, Hughe Aerntsz van ridsoen van de wynexcys 4£ 16sc, Gheryt van Noertich en Jan Claes Symonsz.z van Castrickem van ridsoen van de hoppenbierexcijs 25£ 14sc, van Symon van Schoten van ridsoen v.d. coorn- en hopmate 7£ 10sc en van Gheryt Loo van ridsoen van die waghe 10£ 12sc 7d; (fol 8) van rike Martijn van ridsoen van die ryepe en ellenmate 30sc 6d, van Cornelis die handschoemaker van ritsoen van die craen 2£ 14sc