1528-04-16 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 312, 319v, 320, 265; Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 9v

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen der stede van Goes oorkonden dat Jacobmyne Willem Jansz weduwe, onze inwonende poorteresse, met Jacob Simonsz, haar voogd in deze zake, volmacht geeft aan Zebastiaen Ottes van Ziriczee, om namens haar voor stadhouder en leenmannen van de grafelijkheid van Holland op te dragen .......; 1528-06-05: oorkondt Karel dat voor zijn stadhouder van lenen gecompareerd is Sebastiaen Ottensz, van Zierikzee, die ons opdroeg als heer van Putten tbv Jan Pietersz, en dat hij deze er vervolgens mede beleend heeft [leen weer niet genoemd], tot een onversterfelijk erfleen; dezelfde akte dd 1528-04-16: Jacobmyne geeft volmacht aan Sebastiaen Ottensen van Zeericzee om namens haar op te dragen tbv Jan Pietersz wonende in de Corendyck: ¼ deel van 5 lynen en ⅓ deel van ½ lyn in de gorsen van Stollaertsdyck en in de Westiende van Spyckenisse

Vincent Dammas, auditeur v.d. rekenkamer, mr Jan Plumeon, Jan Cornelisz van Clapwyck, Anthonie le Bucq, leenmannen