10 resultaten
1538-11-27 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 62v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Gerrit Isbrantsz opdroeg tbv heer Zegelyn van Alveringe heere tot Hofwegen, ridder, 11 morgen in den ambacht van Maaslandt, ende belegen plagen te hebben heer Ghysken van Diepenburch ende Gerrit van Alckemade, ende nu belend hebben oost: de middelwatering, zuid: Cornelis Dirck Symonsz met zijn kinderen en Jacob Jansz tot Delft, west: de middellandse weg, noord: Machtelt Dirck Symonsz weduwe. En dat hij heer Zegelijn hiermede beleend heeft als leen van Voorne
mr Floris van Ouwewerve alias Zeeman, Cornelis Barthouts, Willem van Zevender, Willem Criep, leenmannen
1520-03-24 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 30v
Jaartallenindex
Karel oorkondt: dat voor …... mr Nicolaes Everardi …..., Lodewyk van Beloys van Treslong Jansz met zijn vader Jan van Treslong opdroegen tbv Zegelijn van Alveringen: ¼ deel van alsulcke thienden als gelegen sijn in onsen lande van Scakerloo, ende sijn geheten den Dalemschen polre dat Nuwelant daer an gelegen ende Heindrick Kempenzoonshouck gelegen achter Claes Lancoelen met synen toebehoren, daer t ander ¼ deel of toebehoort den here van Bergen op ten Zoom ende hij verkreeg van Jan van Treslong in den jare 1497. Ende de voors. Lodewijk van ons te leen hield, ende Jan van Treslong renuncieerde van de lijftocht , die hij bij het overzetten van het leen op zijn zoon aan zich behouden had. En dat hij Zegelyn van Alveringhen met deze tiende beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Adriaen van Egmondt, Jan van Nederveen, schiltknapen, Cornelis Barthouts
1540-09-01 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 171
Jaartallenindex
Karel beleent na opdracht door Herman Jacobsz Ramaicker ende poorter tot Schoonhoven gedaan Ocker Henricsz van Wyngaarden, met een ackertgen lants van 2 ½ hont 17 roeden uit 16 hont lands, gelegen buiten Schoonhoven, belend zuid: het Hofland. Ende heeft de voors. acker mitten molenwerf belend oost: dat waterscap van Langerak, Cabau en Zevender c.s. Ende streckt dat voors. campken van den boomgaart of of [!] dat zuyteynde tot den molenwerf toe, daar nu de watermolen op staat van den gemenen lande toe. Zoals Herman dit in leen gehouden had, te houden tot een erfleen (vgl 1539-12-27)
leenmannen: heer Zegelijn van Halveringen heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthouts
1540-08-25 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 144, 148
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Digna Aerntsdochter met haar man Reijer Roelofsz erkende verkocht te hebben aan Hindrick Brunt, outste zone van wylen mr Reinier Brunt, in zijn leven Raad Ordinaris in Holland, de somma van 6 gouden Kar gld (20 st het stuk) eeuwige erfelijke rente, losbaar den gulden met 16 gld. Zij erkennen het geld ontvangen te hebben en verbinden voor deze rente hun persoon en goederen, nl op: 1) 6 morgen lands met de timmeringe en grindinge alsdaar op staan, gelegen in Poederssins ambacht, 2) 12 morgen lands gelegen boven Gysekerke, streckende van de Ghijsen totte nieuwen dyck toe, belend oost: de H. Geest, west: Cornelis Willemsz. Leen van Arkel. Verzoekende den keizer hierop brieven van confirmatie. In margine: dese rente is, als blyckt bij quitantie van jvr Hillegont Hendricsdochter, afgelost bij enen Adriaen Govertsz, met noch een rente van 3£ gr per jaar, hier naar in dato 1552-03-17. Op 1540-11-29: Hendrik Brunt verzoekt na de koop van een jaarrente van 6 gouden Kar gld, ter losse den penn. 16, van Digna Aerntsdochter met haar man Reyer Roelofsz, belening met deze rente die hem gegeven wordt. Daar Hendrik Brunt onmodig is, doet zijn oom mr Gerrit Hendriksz de eed voor hem
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, Cornelis Barthouts, Vranck van der Houve
1541-09-24 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 211v
Jaartallenindex
Jacob Hermansz wordt na dode van zijn vader Herman Jacobsz beleend met 16 hont lants gelegen buyten onser stede van Schoonhoven, zuid: ons Hoflant, noord: t waterscap van t gemeene lant van Langerak, streckende vóór aen den gemenen wech ende achter an de voirs onse hoflant. Uytgenomen een ackertgen lants, groot 2½ hont 17 roeden die daer uyt verlijt zijn Ocker Henricsz van Wyngaerden. Te houden tot een erfleen. Mits zijn onbejaardheid doet zijn neve Dirck Govertsz de leeneed voor hem
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, Splinter van Hargen, Cornelis Barthouts
1541-10-01 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 215v
Jaartallenindex
mr Jacob van Eynde wordt na dode van Lysbeth Jansdochter van den Sluijs [geen familieverhouding aangegeven] beleend met 8 £ 15 schell Holl goets gelts per jaar uijt twee huysen staande binnen onser stede van Rotterdam. Te houden tot een erfleen binnen afterstusterkind niet te versterven, gelijk haar broeder en haar voorsaten dat gehouden hebben
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, Splinter van Hargen, Cornelis Barthouts, Anthonne Lebucq
1541-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 112v
Jaartallenindex
jhr Joseph de Baenst wordt na dode van zijn vader jhr Guij de Baenst beleend met: 1) ½ van alle ambachtsheerlijkheden van Melissant, Noorderscorre en Wellestrype, 2) ½ van de grote- en smalle tienden aldaar, 3) te mogen setten schout, schepenen, dyckgrave mitter gifte van de kercken, costerijen ende allen anderen geestelycken provenen, 4) alle maalrien, vogelrien, visscheryen, veeren etc der amchtsheerlijkheid toebehorend, 5) ½ van 1 gr Vls van elke gemete lants, liggende in de voors. heerlijkheid tot Eerschoete. Ende oock mede van elke vat biers dat men de voors. lande drincken en slyten zal 2 gr Vls erfelijk. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Pieter van Opinen doet als daartoe gemachtigd door de voogden van jhr Joseph de Baenst, gepasseerd te Brugge 2 mei l.l. (de eed)
leenmannen: Zegelijn van Alveringen heer van Hofwegen, ridder, Cornelis Barthout Jansz, Willem van der Criep, Anthonne Lebucq
1541-07-15 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 27
Jaartallenindex
Isbrant Jansz wordt na dode van zijn broeder Garbrant Aelbrechtsz beleend met 3 deymden lants in den ban van Brouck in Waterlant ende geheten is Oeven Ven [er staat: Oerenven], onversterfelijk erfleen
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer van Hofwegen, ridder, mr Jan van Uytrecht, Cornelis Barthouds, Willem van der Criep, Anthonne Lebucq
1541-07-16 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 22
Jaartallenindex
jhr Sixtus van Crambacht wordt na dode van zijn vader heere fricx [!] van Crombach, ridder, in zijn leven drossaert van Harlingen, beleend met hondert ponden matten lants, gelegen in t Bilt in onsen lande van Vriesland, belopende 40 morgen lands, te houden tot een recht leen
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, Raad en rentmeester v.d. prins van Orange, Cornelis Barthouds Jansz, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq
1542-10-28 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 39v; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 170/Reg Nassau fol 115
Jaartallenindex
Antheunis van Amstel van Mynden wordt na dode van zijn vader Antheunis van Amstel van Mynden beleend met: 1) die heerlijkheden en goeden van Mynden, Loosdrecht, Mienevelt, Loonrevene bij der Vechte gelegen, met thienden, renten etc, tot een erfleen; 2) een saete lants, 24 morgen, gelegen in Lonerkerspel, west: die Anxter, noord: Claes Kerstensz, Dirck Bermz, Heyn Loefsz en Lysken Boetermans, zuid: Roever Aernt Loefsz, Dirck Berm ende Claes Willem van Cleijn zoon, tot een recht leen; 3) 8 morgen lants in den ambacht van Mynden in een hoeve onderdeelt van 16 morgen, belend boven, zuid: Willem Wommen [of Wonnen = Wouman ?], beneden: hij zelf met 6 morgen gelegen in den Loosdrecht, opstreckende van die Vecht tussen die Drecht en die Blocklane, tot een recht leen; 4) het slot en huys tot Mynden met 6 morgen land in de Loosdrecht, opstreckende van de Vecht, tussen die Drecht ende die Blocklane, erfleen; 5) 14 morgen lants geheten die Nesse; 6) dat slot ende huys tot Croonenburch mit den boomgaerden, cingelen, landen, renten, tot een recht leen. Dit slot zal altijd ons open huis wezen. Behoudens ook ons en onse erven het recht van lossing; 1576-04-12: in 1572 is zijn enige zoon overleden, na in Leuven en Douai gestudeerd te hebben en licentiaat in de rechten geworden. Hij verzoekt nu zijn lenen te mogen doen komen op één van zijn 7 dochters; door de koning omgezet in onversterfelijk lenen (1578-03-15, 1578-07-14)
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, Raad Ord en meester van onse reeckeninge, mr Cornelis Jansz, advocaat aldaar, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Jacob van Boschuysen, Anthonne Lebucq