1 resultaten
1483-12-12 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 168/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 2v
Haarlem Algemeen
burgemeesters, schepenen en raad der stad Haerlem oorkonden: alsoe die getydemrs van de Zeven Getyden binnen de parochiekerk deser stede, ons dicwijll te kennen gegeven hebben dat zij van de zeven getyden wegen grotelijks belast en beswaert sijn niet alleen mits den loon van den priesteren ende choralen, die dagelix de 7 getyden singen, mer oock mit zekere peculiaer missen die men tot zekeren dagen in elken weeke al t jair doer doet in de voors. kerke, onder off corts na der zevenden misse daer zy was ende anders alle cerimonen toe becostigen moeten, sonder dat sij daertoe de helft hebben in renten sjaers, ofte dat zij ijet zekers daertoe weten dan alleenlyck him verkopen tot behulpicheit der handen van goeden devoten menschen. Ons mitsdien want de zeven getyden ende oick de voirs missen die men in discant singt onderhouden moeten wesen, ende den scepenen zegelpenninck mits den exchys op huys ende erve gestelt him ontvert ende ofhandich gemaect is, biddende himluyden daer toe te willen voersien, te minste quets van de voors. stede of hare goede. ende wij want die voer bede redelyk is tselve opgedaen ende voert te kennen gegeven hebben de vroesscap en de gemeene ryckdoem, die alle mit ons gevallen zijn op die baen omme tot love ende eere Goods ende onderhoudenisse voers de grasshuyere van dien te hebben ende te gebruycken als dat behoert. De stad vergunt hun nu de rechte grashuyere ende t genot van der baen gelegen buyten de Houtpoort, die zij mogen gebruiken en oirbaren, zoe en in allen schyne als den jonge scutteren van St Jorys, die van der selver stede gegont ende geconsenteert was ende zyluyden in voerleden jaren die gebruyct en geoerbaert hebben, ende dat in de stede van de voors zegelpenninck die zij eene wyle tyts ontfaen ende ghehadt hebben als voeren verclaert staet. Behoudelic dat de selve baen niet jegenstaende dese gonst en consent sal blyven en leggen tot een speelvelt als die van outs en tot noch toe geweest is, nae inhout der handvesten, ende oick dat de selve gonst ende dit consent gedueren sal tot wederseggen van den genen die in der tijt in de gerecht syn