11 resultaten
Montfoort, van | 1224
v.d. Bergh I no 288
Achternamenindex
getuige voor Giselbert van Amstel: o.a. Everardus de Montfort; voert in 1227 een schaakbord met ruiten van zilver en sabel of zwaard
1500-06-15 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 32v, 33v/Reg Archidux; R.A.H. 112 Caput Vriesland fol 24/Reg Archidux fol 6
Jaartallenindex
hertog Philips beleent Jacob van Schagen na dode van zijn vader Willem van Schagen met 100 Holl schilden clinquaerts jaars, op te beuren uit de renten, tienden en goeden van Schagercogge en uytter visscherij van Schagercogge en Nydorpercogge. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een zwaard of 40 schell daarvoor, gelijk de vrouwe van Schagen de heerlijkheid Schagen met toebehoeren houdt. Daar Jacob nog onmondig is, doet zijn oom Jan van Schagen hulde voor hem. Op 1503-03-17 (1502) wordt hij hiermee beleend en doet hij zelf de eed. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een zwaard
1469-04-20 |
G.A. Amsterdam Inv 573b regest 506/Arch Carthuizers bij Amsterdam
Haarlem Algemeen
schout, burgemeesters en schepenen van Haarlem vidimeren 6 brieven: dd 1448, Dinsdags na OLVr dag Conceptio, 1459-05-14, 1462-02-20, 1462-02-22, 1462-03-31, 1466-02-23. Zegel der stad Haarlem: rechtopstaand zwaard, vergezeld aan weerszijden van 2 sterren
1511-05-07 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 92
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat heer Willem van Boschuysen, ridder, balju van Rynland, opdroeg tbv Jacob Coppier, de ambachtsheerlijkheid en dagelycx gerecht van Calslagen met thynsen, thienden, ghifte van der kercken, ende anders sijnen toebehoren alsoo groot ende soo wijde en in alre manieren als heeren Willem van Calslagen ende de voors. heeren Willem van Boschuysen die te hebben en te houden plagen, en dat zij Jacob Coppier vervolgens hiermede beleend hebben tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een nieuw zwaard of 40 schell daarvoor (vgl 1510-10-04)
present: Joost Willemsz, Philips Nachtegael, Pieter Plumion
Westphalinc | 1522-02-26
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 43
Achternamenindex
Jan Westvalinck was voor doodslag op mr Dirck Hercksz ter dood veroordeeld door het zwaard en zijn goederen verbeurd verklaard; Luytgen Zybrantsz uit Hoogkarspel was aan Jan nog geld schuldig, ter zake van een stuk land dat hij van diens schoonmoeder had gekocht, dit bedrag wordt door de rentmeester van Luytgen opgeeist, en hij werd hiervoor zelfs in Enkhuizen gegijzeld
1509-07-16 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 27
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Jan Nemory, bastaert, natuerlicke zoon van wijlen Jan Nemory, hem opdroeg tbv Jacob Heerman Ghysbrechtsz een block thienden geheten dat noerderblock uyt een thiende geheten die tiende van eenen uytlande ende bedyckt is, geheten die Riethuere. Welke Noerderblock thiende groot is in t geheel 42½ morgen lands, ende is gheleghen langes den wech die loept tusschen dat ambacht van Puttershoeck ende dat ambacht van Riethueren, streckende van des H. Geest's landt af tot den Zuythollantschen dyck. En dat hij vervolgens Jacob Heerman hiermee heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een zwaard of 40 schell Holl daarvoor
present: mr Bertoult van Assendelft, Pieter Dircksz, Jorden van Raemsdonck
1497-11-29 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 22
Jaartallenindex
hertog Philips beleent Jacob Heerman Gysbrechtsz na dode van Jacob Nemory, zijn oudoom, met een sluyse gelegen in Maasdam, met visscherij, vogelrij etc. Ende die ambochtsheerlijkheid ende tiende van den Uytlande, gehieten die riethuyre. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een zwaard of 40 schell daarvoor. Behouden eerst en alvoren jvr Isabeel Alatruijt weduwe van den voors. Jacob Nemory getroude zoone van den voorscr, alsulck een blok tiende uit die voirs. tiende gehieten t noorderblock, als die voors. Jacob Nemory in zyn leven den voors. Jan syns soons natuerlyke soon overgegeven heeft met zekere condities [lijkt corrupt, letterlijk overgenomen]
present: Willem Jan Reynersz, Jan Wynantsz, Dirck van Boneem
1415-02-12 |
Inv Arch Abdij Egmond no 930 regest 799
Haarlem Algemeen
Jan Gherytszone van Limmen, daer God die ziele of hebben moet, dat testament dat hi den Lazersschen luden buten Haerlem besproken heeft doe was dat sijn begheren da die moniken ende die heren ut den cloester van Egmonde dat voirscr. testament den Lazersschen voirnoemt betalen souden, ende dat namen si an, ende die heren hebben mitten zieker ludemeesters ofte bewaerres also overeen ghedraghen dat si hem liden dat se vol ende al betaelt hebben dese meesters of die hier namaels comen moghen. In oirconde bezeghelt metten zeghel van onsen Hove anno 1415, met het zegel: zwaard vergezeld van 4 sterren
1427-03-14 (1426) |
Van Mieris IV p 881/Commissiones B.R. Bourgonje 1425-1427/Cas N fol 100v, 101
Haarlem Algemeen
hertog Philips oorkondt dat hij om bede wille van sonderlingen vrienden gegeven hebben ende gheven mit desen brieve Gheryt Louwe Wybrandszoon een swairt te draghen bi onsen scoute van Harlem, ende onse knaep aldaar te wesen gelyck Willem Bruekelsz te wesen plach, bi wie[n]s dode die voirsc dienst open geworden is. Hij beveelt de schout om Gheryt aan te nemen tot onsen knape onder hem te dienen ende t zwaard te dragen als gewoenlic is, ende him daeroff doe hebben ende bueren sulke wedden ende nutscap als dair toe staet ende Willem voorscr daerof te hebben plach sonder meer geboits van ons daerof te hebben. Dit sal geduren also lange als wi dat regiment der lande etc. In orconde gegeven te Dordrecht
1545-01 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 273-281v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
supplicatie van Adriaen Nannincsz, schout van Alckmaar, die bij zijn ambtsaanvaarding in deze periculeuse tijd de stad in grote overlast bevonden heeft van vagebonden, verlopen crijgsluiden, anabaptisten etc. Om deze baas te worden had hij op eigen kosten 4 of 5 dienaars moeten aannemen, zodat de stad in korte tijd van al dat gespuis bevrijd was. Op St Annendach 1544 was hem echter bericht dat savonds om 7 uren wijlen Anthonis Zegersz, dienaar van de suppliant, en Andries Pelgroms malcanderen grievend gequetst ende gewont hadden, en dat de vier broers van de voors. Pelgrom, te weten Claes Oly, Zijvert, Tinne en jonge Claes, mitsgaders Kors Jansz, dienaer van de voors. Andries, gelikelijk vuytgecomen waren elx met geweer, ende met hemluyden Jacob Jansz Col, krijgsman, custumelyk dronken met een tinnen can in de hand. Zij sloegen Anthonis neer en achtervolgden hem. Hij werd met 5 quetsuren gedood. De aanvallers wilden zich toen keren tegen de schout en zijn dienaars. Toen zij de schout op het Payglop bedreigden met bussen en brandende lonten, dat hij de voors. Jacob Jansz Crol neergeslagen met zijn zwaard, zodat deze 8 dagen later gestorven was. Diens verwanten hadden toen een klacht ingediend tegen de schout, die voor het Hof gedagvaard was. De dagvaarding tegen 19 januari had hij echter door afwezigheid niet in handen gekregen. Hij verzoekt absolutie en pardon, zo hij iets misdaan mocht hebben. Het Hof verleent hem die en herroept ook alle dagingen. Hij zal echter de klagers moeten satisfactie doen en de kosten van justitie betalen