15 resultaten

Cuyk, van | 1310-03-13

Cartul Marienweerd no 136
Achternamenindex

Johannes de Kuyc staat af aan de abdij Marienweerd de watermolen bij Mill, met het water de Meerstal en geeft aan de abdij vrijheid om deze molen door een windmolen te vervangen, tegen 5 kleine solidi per jaar

Johannes de Kuyc, Jacobus de Mierlaer

Mierlaer, van | 1310-03-13

Cartul Marienweerd no 136
Achternamenindex

Johannes de Kuyc staat af aan de abdij Marienweerd de watermolen bij Mill, met het water de Meerstal en geeft aan de abdij vrijheid om deze molen door een windmolen te vervangen, tegen 5 kleine solidi per jaar

Johannes de Kuyc, Jacobus de Mierlaer

Endegeest, van | 1402-02-16

Arch Gasthuizen Leiden regest 272/Arch St Catharinagasthuis Inv no 371 en Cartul A fol 64
Achternamenindex

Symon zoon van Florens van Endegheest, oud tussen 14-25 jaar, maakt zijn testament voor notaris Jhannes Wilhelmi, en vermaakt aan het hospitaal St Katarine Virg te Leyden een rente van 40 sol, verzekerd op de Langhe weyde bij het huis Endegheest in Oestgheest. Verder een rente van 40 sol verzekrd p dit land aan de provisio St pape in Reynsburch, en aan Walterus filius Jacobi en zijn twee zusters elk 10 solidi, ook verzekerd op dit land, evt na hun onbeerfd overlijden te komen aan het gasthuis; verder aan de fabriek der kerk van Rijnsburg een rente van 1 £ , voor uitdeling aan de armen en aan de biddende orden elk een rente van 50 solidi

Wassenaer, van~ | 1215-04-12

J van Leyden: Kroniek Egmond p 258, 256, 252/H van Wijn: Huiszittend Leven II p 98
Achternamenindex

stierf Philips [van Wassenaer], die 5 schell jaarlijks gegeven heeft; ….-03-18: stierf Ludekin, zoon van Philippus, dienaar van Witte, die monnik was, die 5 £ besproken heeft en op het gemeen kerkhof begraven is; 1362-02-16: stierf de monnik Witte Jansz, pro anima assignati sunt 10 solidi annuatim, in Backem siti et sepultus est in sepulcro fratrum

Altena, van | 1263-01 (1263-10-13)

Sloet p 840, no 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters p 35, 292
Achternamenindex

heer Willem [Hornes] van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoije in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden; de graaf behoudt alleen de hoge jurisdictie van Rodengooi aan zich (geen getuigen genoemd bij Sloet); 1263-10-13: staan Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis, met consent van zijn oudste zoon Willem, deze tiende af aan het klooster van Villers, en ook de tienden van het land van Schalkwijk, met dijkbedrijf en lage jurisdictie, om dat erfelijk in leen te houden tegen een census van 1 gouden of 3 Leuvense solidi, te betalen te Woudrichem; de graaf van Gelre behoudt de hoge jurisdictie van Roden Goye en Willem van Altena de hoge jurisdictie van Schalkwijk

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis