25 resultaten
Herlaer, van | 1467
Reg Leenaktenboeken Gelre 9e stuk kwartier Nijmegen p 468, 478,
Achternamenindex
Herwijnen: een heel tiende van Waderstege opwaarts tot Cleijn Claes hoefken toe, van de Waeldijck tot de Hoeftgrave, "uutgescheyden des Katerscamp ende den grient, die halff tient an Arnt van Harler, tesamen tot eenen leen, Walraven van Haeften"; 1455: Aernt van Herler bij transport van Johan van Herwinen Willemsz, ontvangt ¼ van een tiende, strekkende van de Hooftgrave tot de Marcke toe en van der Waijersteeg tot Cleyn Claes Hoefkens toe; 1458: Walraven van Haeften, ridder ontvangt bij transport van Arnt van Herler en zijn vrouw Aleyde van Herwinen ¼ van een tiende, van de Zegedijck van Herwinen te Waderstegen toe, tussen de Hoetgrave en de Marck
Herlaer, van | 1592-1606
R.A.H. Coll Aanw 519, 520
Achternamenindex
Loef van Herlaer, schout van onze heerlijkheid van Egmond Binnen, leenman van Wassenaer: 1592-09-19 (519 fol 107v), 1597-12-30: schout te Wimmenum (fol 257), 1599-09-25 (520 fol 1v), 1599-12-18 (fol 9), 1600-02-01: Loef van Herlaer man van Wassenaar, getuige (fol 13); 1600-06-18: Loef van Harler, baljuw van Wimmenum (fol 22), 1600-08-05 (fol 23v), 1601-02-04 (fol 49v), 1601-06-30 (fol 53v), 1601-12-23: schout van Egmond Binnen, leenman van Wassenaar (fol 175v), 1603-09-16 (fol 88), 1604-05-21 (fol 104), 1605-04-02, getuige (fol 159v), 1606-09-02: Loef van Harlaer, schout van Egmond, leenman van Wassenaar (fol 180v)
Lawick, van der | 1584-06-25
R.A. Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 243 fol 2, 4
Achternamenindex
verklaring over koren staande achter het huis van jonker Aernt van der Lauwijck: Cornelis Jansz zegt dat hij met de weduwe van Hnerick van Doern, nu vrouw van Aerndt van der Lauwijck, met een wagen op een stuk land reed, genaamd "dat Wordragenshe huijes" om de tiende op te halen, toen Lauwerents van Dinther tegen de weduwe zei, dat ze de tiende moest laten staan en met een vuist tegen haar borst sloeg zodat ze bijna omviel; Frederick Jansz klaagt over jonker Aerndt van der Lauwijck en Frederick Cornelisz [van Harler] omdat zij "certificeren voor die gerechte waerheyt wat scheldtwoorden dat Lambert Jansz op Frederick Jansz gesproocken mach hebben als Frederick Jansz was in des dorps dienst doen Verlauwyck ende Frederick Cornelisz tot Lambert Jansz satten ende droncken". Met verklaring van beide getuigen, dat hij gezegd had"laet den lantverrrader lopen ick en wil hem in mijn huijs niet hebben"
Herlaer, van | 1563-08-25
R.A.H. Coll Aanw 518 f fol 131, 132v, 139, 154, 152, 178v, 184, 189, 187v, 191v, 193v, 144, 518 G fol 121, 123v, 519 fol 18v-23
Achternamenindex
leenman van Wassenaar, getuige voor de graaf van Egmond: Geldolf bastaard van Herlaer (fol 131, 132v); 1564-02-22: Geldolf onze schout te Egmond (fol 139); 1564-07-06: procuratie op Geldolf Bastiaensz [= bastaerd], schout te Egmond Binnen (fol 154); 1565-09-19: Geldolf Loeff van Harler, schout van Egmond (fol 152); 1565-09-28: Geldolf Loef van Herler, scholt te Egmont Binnen leenman van Wassenaar (fol 178); 1566-01-11 (fol 184), 1566-03-02 (fol 189), 1566-03-21 (fol 187), 1566-04-25 (fol 191v), 1566-05-07 (fol 193v); 1577-03-28: Geldolf van Herlaer, schout van Egmond Binnen (fol 144); 1577-12-08: volmacht op hem (518 G fol 121); 1578-10-09: schout (G fol 123v); 1588-10-19: Symon Jansz Celen is getrouwd met de weduwe van wijlen Geldolf van Herlaer, te Egmond op de Hoef (519 fol 18v-23); 1592-09-19: Symon Jansz Ceelen, secretaris te Egmond Binnen
Coll Aanw no 518 = register van de lenen gehouden van den huize en graafschap van Egmond sedert 1559-10-24 van welke tijd af Loeff van Herler bewaarder en stadhouder van de lenen is geweest in gevolge de Commissie
Herlaer, van | 1584-06-25
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden 243 VIII a/3 fol 4v
Achternamenindex
Frederick Jansz claecht op en over joncker Aerndt van der Lauwijck ende Frederick Cornelisz om dat sijluijden certifieren voor die gerechte waerheijt, wat scheldtwoorden dat Lambert Jansz op Frederick Jansz gesproocken mach hebben als Frederick Jansz was in des dorpsdienst doen Verlauwijck ende Frederick Cornelisz tot Lambert Jansz satten ende droncken, ende op te verbueren van 1000 gld of soe veel min ende meer als die schepenen kennen. Ten versuecke van Frederick Jansz tuygen joncker Aerndt van der Lauwijck, oudt omtrent 30 jaren, ende Frederick Cornelisz [ van Harler] oudt omtrent 25 jaren, ende heeft Frederick Cornelisz door besatinghe van Frederick Jansz voors en de joncker Aerndt van der Lauwijck beijde gerichtelijck gesworen als dat haer indachtich is, dat sij deposanten alle beyde hebben sitten drincken ten huyse van Lambert Jansz. Soe heeft joncker Aerndt van der Lauwijck voors geroepen ende begeert op Frederick Jansz soe hij was in dorpsdienst eens met hem te coemen drincken. Soo tuygen sij deposanten alle beijde eendrachtelicken dat sijlieden gehoort hebben dat daerop Lambert Jansz antwoorde: " Laet den lantverrader lopen, ick en wil hem in mijn huijs nyet hebben"
Voor schepenen Jan Adriaensz en Lauwerents van Dinter.
Ammerzoden