66 resultaten
Herlaer, van | 1609-08-21
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 9
Achternamenindex
Aert Ariensz Craeij klacht op Fredrick Cornelisz, dat Herlar hem voor zijn moeite en arbeid 60 Kar gld moet betalen; 1609-12-06: Aert Ariensz Craey tweede klacht; 1610-03-19: derde klacht; 1610-04-16: derde huech, er worden arbiters aangewezen; 1610-10-26: de heer van Ammerzoden contra Fredrick Cornelis, idem 1610-11-26 en 1611-01-21, hij wordt ervan beticht dat hij "sich selven gestelt heeft in p(e)rychel van zijn leven dat hij zich selven heeft laten ontmannen sonder daervan den heere ofte eenich van de officiere daer aff aen te spreecken, dat hij den heere daeraen gebrueckt heeft lyff ende goet off soe veel als die heeren schepenen kennen voor recht volgens lantrecht ende olde costumen"
Ammerzoden
Zevender, van der | 1534-08-01
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 89v, 92, 105v
Achternamenindex
jvr Soete Ruychrock van de Werve, met haar man mr Florens Gijsbrechtsz Zeeman, advocaat in het Hof van Holland, heeft opgedragen haar lijftocht aan ⅙ deel van ¼ deel en ⅙ van de gehele heerlijkheid van der Middelharnis met alle toebehoren, tbv haar broer mr Willem van der Zevender, die er vervolgens als leen van Putten mee wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen, zoals jvr Soete en haar voorouders, behoudelic jvr Soete haar lijftocht aan de heerlijkheid, haar leven lang. [Zij stond haar lijftocht dus niet af. In het 2e afschrift staat dan ook dat zij opdroeg sonder eenich recht daer meer an te behouden, dan alleenlyck haar lyftochte, een recht ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16de deel van de gehele heerlijkheid van Middelhernisse]
Dirck Cuebell van Loo, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen
Rijsoord, van | 1352-10-06
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"
Beets, van der | 1419-05-27
Rechtspraak Graaf van Holland III p 287
Achternamenindex
lofnisse Bartout Pietersz van der Beetz: " item des saterdages upten 27 dach in Mey is gecomen voir den tresorier here Florens van Borssel, Bartout Pietersz ende Pieter Gaefszoen ende heeft gelooft an dez tresoriershant tot mijns heren behoef up sijn lijf ende op sijn goet te beteren bi den tresorier, bi Willem van Brederode ende bij andere mins heren rade, die de tresorier dairbij neme sal, sulke brueken als dair him die scout van Yedam up en Manendage naistcomende van mijns heren wegen of toegesproken soude hebben. Ende heeft him vorder verwilkoert, dat hi dair geen weer tegen doen en sal met genen rechte geestlic noch waerlic sonder argelist. Mit vorwairden worde Bartout niet toegesproken tusschen dit en St Lambrechtsdage naistcomende, so souden zij van den borgtochte vrij ende gecwyt wesen"
borgen: Wouter Willemsz, Gherijt Willemsz, Jan Willemsz., Gheryt van der Beetse, Andries Claesz en Jan Claes
Wyffliet, van | 1341-05-24
Van Mieris II p 650
Achternamenindex
hertog Jan van Brabant oorkondt "dat wij oever een gedraagen zijn met onsen lieven weerden man Jan van Drongelen heer van Eethen ende van Meeuwen alse van eenrehande punden, die hem Jan van Wyflet op die tijt onse borchgrave van Huesden eyschende was, ende seggende dat hij niet schuldigh waar te gebruycken na zijn brieven in die gerechte van Eethen, Meeuwen ende Drongelen, waaraf hem die voers. Jan heeft met goede verscende raaden ..... ende bekendt heeft dat heer Jan van Wyflet, onse borchgraven van Huesden ofte diegene, die na hem borchgrave van onser weghe wesen sal, rechten ende opbueren magh .... in den gerichte van Drongelen vallen, boven 9sc toe; ende daer beneden die roeren hem te berechten sonder argelist. Voert heeft hem bekent de vors. Jan, dat Jan heer van Wyflet, onse Borchgrave ....."
Kessel, van | 1412-11-15
De Raadt II p 204, 207, III p 384/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex
Mathys van Kessel, chevalier, Claes Koele van Heere, Reynaart Sciffelart van Oys (Eys), knapen van waepenen, déclarent savoir que feu Arnolt van Holsberch (Hulsberg) in den strijd van Baestwylre neder lach ende gevangen was ende geschadt waerdt op dusent alde schilde... sonder allen anderen cost ende schade; 1413-06-10: Mathieu van Kessel déclare que feu son oncle, Arnolt van Holsberch a été fait prosonnier à Basweiler; 1416: Sybert van Kessel zoon van Mathieu, reconnait avoir reçu un prêt de Guillaume van Rijenen, prevôt d'Emmerich, mijn lieve swager, et promet de respecter le partage des biens de Thierry van Groessbeke et de Heilwig sa femme, dont lui a épousé la fille, Bela, acte passé entre celle-ci dún part, et feu sire Gisbert van Groesbeke, chanoine à Liège, son beau-frère, Herman van Sceevre, Marguerite sa femme, Mathilde, veuve de Guillaume van Apeldoeren et Guillaume son fils, d'autre part
Arkel, van | 1640-07-24
R.A.Arnhem recht arch hoge heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 245
Achternamenindex
heer Ottho van Arkell, vrijheer tot Ammersoden etc draagt over in vollen eigendom al zijn allodiale goederen aan zijn zoon jonker Walraven van Arkel, in de toestand waarin deze zich op 1630-01-27 bevonden; zijn zoon belooft hem de koopsom van 6000 gld te zullen voldoen; 1641-08-23: Walraven van Arkell, baron van Ammerzoden Well en Wordragen transporteert aan Jan Aeriensz een wortelhof.. met omtrent 100 cuyl hoplants, tussen de molenwey en de kerkmuer tot Ammerzoden; 1641-10-22: Thomas Walraven baron van Aerckel vryheere tot Amersoden, Well ende Wordragen; 1642-03-19: testament van Gideon van Arkell, drossaard, waarbij hij bepaalt dat "na comparants doot sonder eenige wettige kinderen na te laten, op Berber van Wesel zal besterven een rente brief d.d. 14-05-1637, hoofdsom 112 gld 10 st ten laste van Martin Quin..y, nog een d.d. 31-03-1639 van 112 gld ten laste van Willem Cornelisz"
Enkhuizen, van | 1319-04
R.A.H. no 33 Vriesland fol 54/Reg EL 10
Achternamenindex
item want wi verstaen hebben dat Pieter van Enghuzen ende sijn gheselscip die sluze opghesparret hadden, ende Doede Janinc die dore van der sluze opghesparret hadde van Oesterblockweer sonder varent op den dike ghehaelt hadde, ende Vordenaer Gerbrandssone die sluze bi Oesterleke opghesparret hadde, ende dat Jan Veeren Gheertrudensoen die sluze bi Scellinchout opghesparret hadde, ende dat Martyn van der Nieuwerwike die sluze te Hoerne bi sinen huze opghesparret hadde, ende dat Willam Hughe die sluse te Wrsem opghesparret hadde, ende dat Pieter van Wormaer ende Didde(..)aren Wolfaerdssoen die sluzen in Haren Hugendike ende Outorperdike opgesparret hadden, soe ghebreder wi hem van ons Heeren weghen des graven dat si dat verbeteren bi den rentmeester ende bi den dycgrave hof dat si te ghizel varen daer si se wisen sullen, ende Willaem Hughe salt verbeteren Jan van Berghe. (Peter van Enghuizen had sluizen geopend te Oosterblokker, er vindt een zoen plaats te Medemblik en hij moet te Leiden in gijzeling komen)
Baarsdorp, van | 1317-03-20 (1316)
Van Mieris II p 171, 172
Achternamenindex
uitspraak van graaf Willem over Jans van der Westkerke's dood tussen zijn maghe en helpers aan de ene zijde en Gillis van Baersdorp, Floris van der Vere, Wouter en Jan van der Maelstede aan de andere zijde: Gillis van Baersdorp was een aanstichter van het doden van Jans van der Westkerke en werd daarom voor eeuwig verbannen,"ende hi selve binnen vrede die eerste steke gaf, so sel Gillis over die misdaet varen in 't land van Chipers sonder nemmermeer te kerne". Heer Florens en de anderen niet, wel moeten zij 30 £ per jaar betalen in renten op een vrij erf te Scherpenisse, voor het stichten van een kapel te Westkerk, voor de ziel van de vermoorde. Zij moeten een bedevaart maken naar St Jacop in Galicië en Jan van Maelstede moet zich in gijzeling naar Medemblik begeven. Ook moeten zij aan Janne van der Westkerk 1000 £ zw Torn betalen en aan de graaf 4000 £. De tegenpartij moet afstand doen van al zijn klachten en aan Jan van Arnemuiden 30 £ betalen
Groesbeek, van | 1445-03-10
Mem Rosa VII-X p 208 no 269, 270, 270a (Brill Uni pers Leiden 1985)
Achternamenindex
belofte van Jacob van Groesbeek om "tusschen dit en den heiligen Pinxterdag" [16 mei] op aanmaning van de Raad verweer te voeren tegen de beschuldiging van medeplichtigheid aan de poging van zijn dienstbode Heylkijn om zijn vrouw met rattekruid om het leven te brengen. Zijn vader Henrick van Groesbeek heeft zich voor deze belofte borg gesteld. Op 9 maart had Heylkin hem in tegenwoordigheid van mr Lodewijc van der Eecke, Jan van der Mye, Gerrit Potter van der Loo, Pieter Engelsz, baljuw van den Haag en Dirck Boudynsz van Zwieten, nadat men haar had "doen besoecken an haer lyff mitter pleije en koirde" in een uitvoerige verklaring over het gebeurde, beschuldigd van medeplichtigheid. Op 10 maart heeft zij voor de Raad deze beschuldiging ingetrokken met het argument dat zij dat "wat sij geseijt hadde tot zijnre belastinge dat zij dat gedaen hadde uit ontsich van pijne ende was sij daarin gedaen hadde dat sij dat uut haerselven gedaen hadde sonder gemants wete ende consent" ; 1445-05: uitgesteld tot 24 juni; 1445-06-22: uitgesteld tot 3 oktober