59 resultaten

Waes, van | 1389-04-24

Van Mieris III p 520
Achternamenindex

Dirc van der Merwede, zoon van Heynric van Waes, draagt over het huis Henegouwen te Dordrecht en het ambacht van Tolloysen en hertog Albrecht beleent hem met het goed hem aanbestorven van heer Daniel van Tolloysen; de graaf scheldt hem kwijt "den dienst, die hi ons op Heneghouwen sculdich was te doen, dats te verstaen beddinghe, taflen, ende scraghen ons te leveren, als wi Tordrecht waren, ende van den ambacht tot Tolloysen ons te dienen mit enen scepe te voeren enen dach buten onsen cost, ende van husinghe ende stallen ons daer te leveren tot onsen orbaer tot alre tijt, als wijs te doen hadden"

Cleve, van | 1422-1423

Thesauriersrekening Haarlem Vervolg III
Achternamenindex

"Item so ghinghen het gerecht op ten huse tot Scoten bij ontbieden van mynre joncvrouwe van Cleve, met hem genomen an wyn en an malesije 24sc 4d"(fol 141); (fol 141v) "quamen op ten huse haer Gelys van Cralinge ende Gheryt van Boschusen mit Jan van Scoten ende een deel synre vriende roerende van syns zoons hielicke, verdronken 16sc"; 1430-1431: "op St Margrietendach voeren onse goede lude van den gerechte op ten huyse tot Schoten by mynre joncfr. van Cleve om saken wille onser stede aengaende op die tyt haren coc gegeven 4 cromstaarten. Item den buttel quer 14 cromst., den portier 4 cromst. Item de twee wagens die t gerecht aldaar voerden 8 cromstaarten"

Goor, van | 1312

Livre feudataires de Brabant p 274, 275, 285, 84, 159, 33, 51, 264
Achternamenindex

Wilhelmus de Ghore houdt bij Dolhaing …. (p 274); Wilhelmus de Ghore houdt 20 bonaria bij Hanstele en 1 marcham per jaar bij Gulpe (p 275); - Wilhelmus zoon van Wilhelmus de Gore zijn goed bij Voeren, bij Dalem (p 285); Gertruidis, dochter van Henricus de Goere, de Nispen 4 bonaria bij Nispen, die van Henricus de Goere waren (p 84); - Inghelbertus dictus Bere leen bij Minam, onder land van de heer van Horne, Lambertus de Goere tenet (p 159); -Damel de Gore 30 vasa siliginis, 30 vasa ordei, 12 vasa tritici, mensure Trajectensis bij Yecoram (Jeker) buiten de muren van Trajecti (Maastricht), dat heer Lambertus Grimart gebruikt (p 33); - Florkinus de Gore ... (p 51); - Wilhelmus de Gore 13 modios siliginis onder de tienden van St Marie ad Degres (p 264)

Crol | 1410~

Leenregister Culemborg fol 7v, 73v, 83v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Ghysbrecht ts Goijersz, op den haesstucken bij Buesinchemer wintmolen 1 acker, belend boven: Claris Crol met haar kinderen; - Aernt Coppier Dircsz 5 morgen tussen der Weijde en Lanxmeer, 4 morgen in een hoeve die Sweder van Voeren van de heer van Culenborg in leen hield en 1 morgen aan de andere egge van die hoeve, belend boven: Willem Krolle, beneden: de heren van St Mertyn te Utrecht (bij kinderloos overlijden te komen op Henric Coppier Dircsz) 1423: opnieuw beleend; - Henrick van Ryebeeck Claes Hollenz van der Woerde 9 morgen op Goedbertingervelt, belend boven: Willem Krol, beneden: het gasthuis te Wijck (anno 1415 des anderen dages na Dertiendach); 1421-09-03: - Margriete van Riebeck, vrouw van Otte die Swerte; 1423: zij wordt beleend en draagt het daarna over aan Wolter van Zijl

Berge, van den, Arkel | 1254-03-17

v.d. Bergh I no 591
Achternamenindex

Johannes de Leda, miles, beleent zijn schoonzoon Fredericus de Suvendare [Zevender], gehuwd met zijn dochter Lysa, met goederen te Cabau, in de Geer en Bonrepas

zegels van Johannes de Leda, Johannes de Arkel (beide voeren twee dubbel getinneerde faassen op hun zegel), Wilhelmus de Strenen en Harbernus de Monte, broer van Johannes de Arkel, Hugo Butere en Johannes filii mei

Arkel, van | 1253-03-17 (1254)

v.d. Bergh I no 591
Achternamenindex

Johannes de Leda, miles, beleent zijn schoonzoon Fredericus de Suvendare [Zevender], gehuwd met zijn dochter Lysa, met goederen te Cabau, in de Geer en Bonrepas

zegels van Johannes de Leda, Johannes de Arkel (beide voeren twee dubbel getinneerde faassen op hun zegel), Wilhelmus de Strenen en Harbernus de Monte, broer van Johannes de Arkel, Hugo Butere en Johannes filii mei

Groesbeek, van | 1445-03-10

Mem Rosa VII-X p 208 no 269, 270, 270a (Brill Uni pers Leiden 1985)
Achternamenindex

belofte van Jacob van Groesbeek om "tusschen dit en den heiligen Pinxterdag" [16 mei] op aanmaning van de Raad verweer te voeren tegen de beschuldiging van medeplichtigheid aan de poging van zijn dienstbode Heylkijn om zijn vrouw met rattekruid om het leven te brengen. Zijn vader Henrick van Groesbeek heeft zich voor deze belofte borg gesteld. Op 9 maart had Heylkin hem in tegenwoordigheid van mr Lodewijc van der Eecke, Jan van der Mye, Gerrit Potter van der Loo, Pieter Engelsz, baljuw van den Haag en Dirck Boudynsz van Zwieten, nadat men haar had "doen besoecken an haer lyff mitter pleije en koirde" in een uitvoerige verklaring over het gebeurde, beschuldigd van medeplichtigheid. Op 10 maart heeft zij voor de Raad deze beschuldiging ingetrokken met het argument dat zij dat "wat sij geseijt hadde tot zijnre belastinge dat zij dat gedaen hadde uit ontsich van pijne ende was sij daarin gedaen hadde dat sij dat uut haerselven gedaen hadde sonder gemants wete ende consent" ; 1445-05: uitgesteld tot 24 juni; 1445-06-22: uitgesteld tot 3 oktober

Bekesteyn, van | 1615-02-04

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1125
Achternamenindex

ten versoecke van mijn neeff joncheer Cornelis van Beeckesteyn verclaere ick mr Herebert van der Wiele, out omtrent 74 jaeren, mij kennelijck ende wel indachtich te sijn, dat ick myn ouders ende mijn oud oom Wouter van Beeckesteijn sal. tot diversche reijsen hebbe horen seggen ende vermanen van de sware lasten daerinne sijn overgrootvader Jan van Beeckesteyn sal, gecomen was door dien hij van die van Haerlem gesonden was in t leger daer die van Haerlem ende Leyden gecampeert lagen tegen vrou Jacoba op te Goudsche sluijse, alwaar hij gevangen werden ende worden gerantsoenneert op de heft van sijn goederen daertoe hij staet ende inventaris moste leveren ende terstond de ½ van de waerde van dien in gereden gelde moste opbrengen, dat hij ut sijn eijgen coste betalen, alsoo hij in perikel van sijn leven was. Van welcke gevangenisse ende rantsoen hij noijt enige verseth en conde gecrijgen daerdoor hy ende sijn kinderen die hij wel tot acht ofte negen naliet hier gedecorasieert waren ende bleven omdat sij door dit verlies ende andere haer staet niet en mochten voeren sulcx haer moesten verminderen. Al het welck. Herbert Stalpert v.d. Wiel

Dullaert | 1345-10-06

Rek Baljuwschap Amstelland en Waterland dl I p 334, 339, 395; Rek Rentmeester Kennemerland II p 546
Achternamenindex

rekening rentmeester Amstelland en Waterland: gegeven te Coninxberghe in Pruyssen op den Asscelwoensdach 1344 aan Ghysbrecht Dullart, mijns heren panetier, een hensct mede te copen en mijn here te dienen in sine reyse te Pruycen, 27 scilden, maact 16 £ 4sc Holl; 1344-1345: item des Zaterdages voer Alre Heijligendach doe heer Florens van de Bouchorst en Jan Symonsz, die rentmeester van Dordrecht, Gysbrecht Dullaert, Aernt van Cassel en Jan Staec, van Middelburg voeren en reden bi mijns heren van Holland om die monik van Oostvrieslant te halen ende te brengen tot St Gheerdenbergh daar heer Floris die helfte of betaeld 11 £ 2sc; 1345: rekening rentmeester Kennemerland , bij mijns here brieven gegeven te Haarlem op St Matheusdach 1345 betaelt en gegeven Ghisebrecht Dullaert, mijns heren panetier, die mijn here hem sculdich was van verliese dat hi gevangen was in mijns heren dienst die mijn heer quam van die Heyligen Grave ende in Pruessen voer en verlies van paerde die hi in mijns heren dienst gehad heeft 35 £; Gheraert Dullaert van alrehande provanchien die Ghisebrecht Dullaert, zijn broeder, mijns heren panetier, uitgegeven te bereyden tieghens die Vriesen, ende daer Ysebrant of rekenen sel, 25 £ , enen scilt voer 13 sc ende 8 d gherekend, maect, enen scilt voer 12 sc: 21 £ 19 sc