65 resultaten

Holle | 1392-06-10

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 528, 527
Achternamenindex

leen van Vianen: 5 ½ morgen in Boeicop in heer Arnoutsgerecht, Gerrit en Claes Holle ieder voor de helft beleend, belend boven: Christina dochter van Voorn van Vianen x Gysbert van Tienhoven, beneden: Sybrant Hermansz; 1393-01-09: lijftocht van Goede Hendriksdochter van Nesse, vrouw van Gerrit Holle, op de helft; 1420-02-23: Henric Holle van de Weerde met de helft van 7 [!] morgen, waarvan Geryt Holle de andere helft heeft; 1420-03-13: Gerrit Holle met het gehele leen, dat hij vroeger deelde met zijn broer Claas; 1427-01-08: Pieter uten Goye, bij overdracht door Gerrit Holle; 1434-11-20: Gerrit uten Goye Pietersz zoals zijn vader ruilde met Gerrit Holle voor een halve hoeve in Lakervelt; 1392-01-18: Christina dochter van Voorn van Vianen met haar man beleend met 5½ morgen in Boeikop in heer Arnoutsgerecht, belend boven: Jan van Ginkel gemeen met Legmer, beneden: Gerrit en Claes Holle

13..: als getuige vermeld Voorn van Vianen, oom van de leenheer

Egmond, van | 1423-1424

Rek Rentmeester Kennemerland 854-874
Achternamenindex

Ott van Egmond: (854 fol 11v) afterstal van 1423 van de tiende van Vroen 15 £ 7sc 6d; 1424-1425 (856 fol 7v); Otte van Egmonde 7 £; 1428: (858 fol 4) afterstal van 1427 van vroonland 8 £ 8 sc; 1432-1433: (863 fol 12v) baljuw van Kennemerland en Vronen bracht 2 gevangenen uit Winkel in de Middelburg; 1437-1438: (868 fol 8v) van zijn leen 4 £ uter herfstbede van Castricum, dat hi gecoft had van Gheryt Gerytsz, 4 £; 1438-1439: (869 fol 10) van het leen 4 £, (fol 4) ontfaen van de huur en pacht van der alinge lande van Vroen door hem gepacht 10 jaar lang 810 £; 1439-1440: (870 fol 13) zijn leen 4 £; 1440-1441; (871 fol 4v) pacht het gehele land van Vronen voor 10 jaar, ingaande Petri Cath 1437 voor 810£, (fol 14) zijn leen 4£; 1441-1442 (872 fol 14v), 1442-1443 (873 fol 18), 1443-1444 (874 fol 18): zijn leen 4 £

Altena, van | 1263-01 (1263-10-13)

Sloet p 840, no 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters p 35, 292
Achternamenindex

heer Willem [Hornes] van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoije in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden; de graaf behoudt alleen de hoge jurisdictie van Rodengooi aan zich (geen getuigen genoemd bij Sloet); 1263-10-13: staan Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis, met consent van zijn oudste zoon Willem, deze tiende af aan het klooster van Villers, en ook de tienden van het land van Schalkwijk, met dijkbedrijf en lage jurisdictie, om dat erfelijk in leen te houden tegen een census van 1 gouden of 3 Leuvense solidi, te betalen te Woudrichem; de graaf van Gelre behoudt de hoge jurisdictie van Roden Goye en Willem van Altena de hoge jurisdictie van Schalkwijk

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis

Stockum, van | 1526

Arch Cannenburg Inv 137, 138
Achternamenindex

de heerlijkheid Stockum: Hendrik van Ruysschenberg gaf het aan zijn dochter Margaretha die trouwde met Steven van Stommel; Hendrick en zijn vrouw Sophia van Rorick behielden het vruchtgebruik. Sophia van Stommel, wier moeder in 1528 enige dagen na haar geboorte overleed, ontving in 1545 Stockum ingevolge de huwelijksvoorwaarden met Johan van Groesbeek, gemaakt met haar oom Hendrik van Ruysschenberg. Johan van Groesbeeck richtte naast een ros-, wind- en watermolen in 1550 een nieuw panhuis op dat zeer "costelick" was; hij overleed in 1553 en liet zijn weduwe en kinderen grote schulden na, die door Hendrik van Isendoorn, in 1555 getrouwd met Sophia van Stommel, werden overgenomen. Na de dood van Sophia van Stommel (of pas na de dood van Hendrik) kwam Stockum aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Sophia met Johan van Groesbeek, terwijl de nakomelingen van Hendrik van Isendoorn zich gedurende de gehele 17e eeuw heer van Stockum bleven noemen, geheel ten onrechte

Wijngaarden, van | 1540-12-23

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 114/Leenboek Egmond D
Achternamenindex

Joost van Wijngaerden draagt op, in presentie van zijn zoon Floris, aan Karel graaf van Egmond, de gehele ambachtsheerlijkheid van het Oostambacht van Ysselmonde, tbv jonge heer Henrick van Merode, heer van Pietershem, onder conditie "soe wanner Joost of zijn erven de heer van Pietersem gedaen zullen hebben verzekertheid en vastigheid van alsulke 23£ groten Vls sjaars, ter losse den penning 16, als hij den heer van Petersem verkocht heeft uyt ½ van de tienden, die hij zijn zwager Willem van Ysselsteyn tbv jvr Margrieta van Wyngaerden, zijn dochter, voor den grave van Huerne opgedragen heeft van wien hij dieselve tiende in leen houdende is, dat als dan de heer van Petersem gehouden zal zijn de ambachtsheerlijkheid weer zal over geven aan Joost of zijn erven"; vervolgens wordt Henrick beleend tot onversterfelijk erfleen zoals Joost en zijn voorzaten dat gehouden hebben, de eed doet mr Cornelis Barthouds, griffier van de lenen van Holland de eed [niet 1514-12-13 !]; 1541-10-13: doet de her van Petersem zelf de eed