1628-01-27 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 3

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Suffin Muijs, weduwe van Floris Jansz Fonck, wonende tegenwoordich binnen Haerlem, geassisteerd met Daniel de Keijser als voogd, verkopen aan haar zwager Johan Cornelisz van Brederode, wonende tot Egmont op die Hoeve, ⅓ part van ½ en ¼ part van de andere ½, van 5 maden of 3 morgen 2 hont lants, daaraf de ¾ deel van de andere helft, tegenwoordich toebehoren de heere tresorier de By[e] in den Hage, in de ban van Overveen, tegenwoordig gebruyckt bij Hans Willemsz van Leerberge. Waarvan de voornoemde Brederode vanwege zijn vrouw Angneta Muijs, en Marije Muijs, weduwe van joncheer Geleyn van Wassenhove, haar comparantes suster, de twee andere derde delen van t voors. 5/8 parten is competerende, en hen al tesamen aangestorven sijn bij t overlijden van Cornelia van Dorp, weduwe van joncheer Arent van der Hooch, belend in het geheel zuid en west: de erfgenamen van Floris Jacobsz, noord: Joost Vergraft, brouwer tot Haerlem, oost: de Delft

Jan Jacobsz Dickman, schout, Claes Reyersz en Willem Pietersz (met zijn merk), schepenen in Tetrode

1628-03-21

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 6

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Maijcke Verschuijren, weduwe van Pieter Verschuijeren, onse buyrvrouwe en bleeckster in de ban van Aelbertsberge, geassisteerd met haar gekozen voogden Jasper Pouwelsz en Gilliaem van Langeaert, erkende schuldig te zijn aan de eerbare Barbel Vereecke, weduwe van mr Lieven de Keij, een losrente van 62 Kar gld per jaar, losbaar met 1000 Kar gld, onder verband van ¾ part in een blekerij liggende aan het eynde van de Cleverlaan, daer zij zelve in woont, met alle de opstal en huysinge daerop staend, met een weijdeke daerachter aen, en nog een stuk land, tesamen groot 3 morgen 590 roeden min enige voeten, west: de wildernis, oost: voornoemde Maijcke, noord: Anna Wouters en de Cleverlaan, zuid: de kinderen van Duijnen

Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Pietersz en Jan Aelbertsz, schepenen in Tetrode

1628-03-23 (1)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 7-11

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat: - Aechte Cornelis, laatst weduwe van Jan Ysbrantsz, geassisteerd met haar zoon Cornelis Dircsz, - Lysbeth Cornelis, weduwe van Willem Cornelisz, met haar zoon Cornelis Willemsz als voogd, - Ysbrant Jansz, weduwnaar van Tryn Cornelis, - Cornelis Pietersz, oude Jan Luijten, man van Maritgen Pieters, Huych Bartelmeusz x Heyltgen Pieters, Beastris Pieters, met haar broer Cornelis Pietersz als voogd, kinderen van Anna Cornelis, elk voor ¼ part, tesamen erfgenamen van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems. Zij verdelen zekere wooninge, blyckeryen, landen in Overveen: Aechte Cornelis krijgt in eigendom het huis, boomgaert en landen, zuid: Lysbeth Cornelis c.s met het hooge land, noord: de gemene watering, oost: de erfgenamen, zuid: Hendrik in de Star. De weylanden en landen totte bleyckerij geapproprieert, zyn gestelt soo nae enichszins doenlyck is in 4 loten (volgen)

Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Pietersz Couhorn en Jan Aelbertsz, schepenen in Tetrode

1628-03-23 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 7-11

Transportregister Bloemendaal

de kavels van de erfenis van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems: - kavel A, tebeurt gevallen aan de kinderen van Anna Cornelisdochter, de bleykerij nu gebruikt bij Jan Joosten, noord: de erfgenamen van Jan Willemsz, zuid: de bleykery gebruyckt bij Hans Willemsz. Noch de achterste hleft van 1 morgen land achter de blekerij van Joost Cosijn, daervan de andere helft is gesteld onder lot D, belend oost: het Leprooshuis, zuid, noord: de erfgenamen, west: de sloot, en noch de noorder helft van het achterste stuck van de 7 mad; - kavel B, aan Aechte Cornelisdochter: de bleyckerij nu gebruyckt bij Hans Willemsz met het bleyckhuysgen van de voors. erfgenamen daerop staende, belend noord: de voorgaande blekerij, oost: de vaart, zuid: de blekerij nu gebruikt bij Aernt Fransz, west: de watering tussen de Welige Croft en dese blekerij; noch de noorder helft langs deur van een stuck lants genaempt "derdalf math", noord: het land van camers van Bakenes te Haarlem, oost: het Leprooshuis, zuid, west: de erfgenamen; en noch het voorste ⅓ part van het oosteynde af van het paerdeveldeken, en de zuiderhelft van dit land

1628-03-23 (3)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 7-11

Transportregister Bloemendaal

de kavels van de erfenis van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems: - kavel C, tebeurt gevallen aan Lysbeth Cornelisdochter: de bleykerij nu gebruikt bij Arent Fransz, noord: Hans Willemsz, oost: de Vaert, zuid: de blekerij gebruikt bij Joost cosyn, west: de watering tussen de Welige croft en de blekerij; noch de zuiderhelft langs deur van het stuk land genaempt "derdalf madt", hiervoor onder B gedeeld; noch het middelste derde part van het paardeveldeken en de noorder helft van het voorste stuk achter de boomgaert. Kavel D, aan Ysbrant Jansz: de bleykerij gebruyckt bij Joost Cosijn, noord: Aernt Fransz, oost: het scheijt, zuid: het paardeveldeken en de 7 mad, west: de watering; de voorste helft van de morgen waarvan de achterste helft onder A gesteld is, het westerse 3e part van het paerdeveldeken, de zuider helft van het voorste stuck achter de boomgaert. De erfgenamen moeten elk hun deel aan de erfhuur van 7 oortgens betalen

1628-04-05 (1)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 21-22v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Aechte Cornelis, laetst weduwe van Jan Ysbrantsz, geassisteerd met haar zoon Cornelis Dircksz [Roo], backer, verkoopt aan Outgert Pietersz, oud-schepen van Haarlem, de grond van de bleyckerye gelegen in deze banne, nu gebruict bij Hans Willemsz van Leerbergen, aosoo hem alle de opstal toebehoort, belend noord: de kinderen van Anna Cornelis, zuid: Lysbet Cornelis, weduwe van Willem Cornelisz, oost: de vaart, west: de watering. Mitsgaders de noorderhelft langs deur van een stuck lants genaempt "de derdalf madt", daer achteraen gelegen, groot deze helft 469 ½ roeden, met een notwech over de zuyderhelft van dit lant, en verder over t morgen en t paerdeveldeken tot in de wildernis, noord: het land toecomende de camers van Bakenes binnen Haerlem, oost: het Leprooshuis, zuid, west: de erfgenamen van Cornelis Pietersz Langeneel. Ende daertoe noch t voorste derde part van het oosteynt aff van t paerdeveldeken etc etc. De schuijtsloot tot de Delft moeten de 4 blekerijen tesamen onderhouden. Koopsom 3015 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Gerrit Mertsz en Jan Aelbertsz, schepenen in Tetrode

1628-04-05 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 23

Transportregister Bloemendaal

Aechte Cornelis, laatst weduwe van Jan IJsbrantsz, geassisteerd met haar zoon Cornelis Dircksz [Roo], backer, verkoopt aan Jan Willemsz Buijs, bleycker, wonende in de ban van Tetrode, die suyderhelft van het achterste stuck van "de Seven madt", groot 713 roeden, steckende van de andere erfgenamen van Cornelis Pietersz [Langeneel] tot aan de vaert. Met een notwech over de zuyderhelft van het voorste stuck. Koopsom 1400 gld

1628-04-06

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 11

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Willemtgen Gaellen Adriaensdochter, weduwe, geassisteerd met haar broer Cornelis Gael, verkoopt aan de regenten van het St Elisabethsgasthuys te Haerlem, een stuk weytlant, groot 2 morgen, in de ban van Tetrode of Vogelensanc, volgens de meting van Hendrik Simonsz Duyndam, gesworen lantmeter, belend oost: die Vaert, west: Jan Willemsz Beelt met zijn kinderen en Heyltgen Senten, zuid: Willemtge zelf, noord: de weduwe van Louwerijs Jansz Spiegel. Verkoopster behoudt hierover een vrije notweg. Koopsom 2400 gld.

Jan Jacobsz Dickman, schout, Gerrit Martsz en Jan Aelbertsz (met hun merck), schepenen in Tetrode

1628-04-12 (1)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 12

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Willem Thijsz, onze buerman, verkoopt aan Lucas Valckenburrich, een stuckgen lants ofte lasch, streckende beneffens zijn bleyckerije en Blommendaels meer van het noortende aff van de voors. bleek tot het zuytende toe aen de bleyckery van Claes Boon. Koopsom 24 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Pietersz Couhorren en Claes Reijersz, schepenen in Tetrode

1628-04-12 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 12v, 13

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Cornelis Jansz van der Tijn, poorter van Haerlem, als gemachtigde van Aechte Cornelis, laatst weduwe van Jan Ysbrantsz (procuratie dd 1628-04-11 voor notaris Jacob Benningh te Haarlem) erkende schuldig te zijn aan Egbert van Bosvelt 150 gld, ter zake van verdiende en verschoten penningen, onder verband van haar huijs, werf, boomgaert en hoogelant in de ban van Overveen, noord: de gemene wetering, zuid: Lysbeth Cornelis weduwe van Willem Cornelisz, oost: de Zeven Madt, west: de wildernis; afgelost 1629-05-16; 1628-04-14: Aechte erkent schuldig te zijn aan [haar zoon] Pieter Dircksz Roo, 350 gld uit zake van geleend geld, onder verband van hetzelfde huis

Jan Jacobsz Dickman, schout, Jan Aelbertsz en Gerrit Maertsz (met zijn merck), schepenen in Tetrode