14 resultaten
1539-04-26 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 26
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij na opdracht door Joost van Ratinghen als vader en voogd van Geryt van Ratingen, tot verzoek en accoorde van Jan van Rutenburch des voors. Gerrits van Ratingen oom, van het huis ter Huele met 26 morgen land, leen van Holland, tbv Jan Meeusz, vervolgens Jan Meusz met dit leen, gelegen in den kerspel van Lopijck, beleend heeft tot onversterfelijk erfleen (vgl 1539-03-05)
leenmannen: Cornelis Barthout, Willem Criep, Anthonne Lebucq
Bausan | 1546-1548
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 63/1
Achternamenindex
Pieter Bausan, uit Piemont, associeerde zich in 1534 met Jan Baptiste Sandron, uit Piemont, die 1534-02-28 (1533) octrooi kreeg voor een bank van lening te Delft, voor ¾; intussen trouwde hij met Saladijn Faillette, ook uit Piemont, van wie hij ¼ in de bank van lening in den Haag kreeg; 1539-09-15: ook voor dit deel accoorde hij met Sandron, dat deze het beheer zou voeren
1498-08-18~ |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 9v
Jaartallenindex
Philips beleent Cornelis Boulin ende hem angekomen is so wel bij accoorde [?] gemaakt tussen zijn oudste broeder ende hem van den goede achtergelaten bij wijlen zijn vader mr Jan Boulin, als bij dode van zijn vader, een tiendeken gelegen in een uijtlandeken bij Maaslandersluys ende wyleneer toebehoord heeft Jan van Hodenpijl. Daar Cornelis absent is, doet jonge Aelbrecht van Loo als zijn procureur de eed voor hem (zonder datum); op huyden 1498-08-18 doet Cornelis Boulin zelf de eed
in presentie van …. van Swieten, Jacob Heerman, Jorden van Raamsdonk, Jacob Adriaensz, Crispyn Jansz
1561-08-23 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 144/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen
burgemeesters der stede van Haarlem oorkonden dat de kerkmeesters van St Baef quytgescouden hebben tbv de voirs. stede 575 £ van 40 gr Vls achterstallige losrenten, de voorn. kerke bij Dirick Jacobsz de Vries en Pieter Jansz Raet mit zekere losrente brieven getransporteert volgens den accoorde tussen de voors. kerke en hemluyden gemaeckt, mits ontfangende de zesde penninck van dezelve achterstallen (vgl 1561-08-25)
1513-05-19 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 42v
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat Willem van Nederveen om te achtervolgen en te volcomen seecker minlijck besegelt accoorde ende tracte van huwelyke gemaeckt en gesloten tusschen jvr Machtelt Aernt de Jode dochter, zyn geechten wyve ter eender-, en Willem van Nederveen voors, ter ander zyde, hij aan zijn vrouw bewezen heeft tot lijftocht 40£ Vls sjaars uit de heerlijkheid ende leengoet van Ghiesendamme met allen synen toebehoren ende de gevolge, daerinne mede begrepen is de Zweenpolre ende een halve koet (?) land en ½ die smaltiende aldaar. Dat hij alles in leen houdt
present: Franchois Hoochstrate, Jordaen van Raemsdonck, Jan van Steenbeke, Jan van Bueren
1564-12-23 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 76v
Haarlem Algemeen
mr Jacob Jansz van Velsen verkoopt Kathryne Pietersdochter weduwe van Claes Symonsz backer, een huis en erf in St Margrietenstrate, aen d'een side: paters huysinge van St Margrietenconvent, aen d'ander side: Anthonis Damiaensz, achter streckende aen Margriete Philipsdochter weduwe Jan Claesz. Met allerlei bepalingen al gelyck tselve by enen Cornelis Claesz wever bij accoorde gemaakt tusschen hem en die mater van t voors. convent overgegeven is, blykens schepenbrief dd 1539-12-24. Koopsom 412 Kar gld. Symon Roodenrijse Pietersz zal Katheryne's voogd zijn
1567-04-04 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 209v
Haarlem Algemeen
Bartholomeus Jansz, lantwercker, voor ½, Symon Pouwelsz, drapenierder voor ⅙ part, Pieter Maertsz, schoemaker, voor ⅙ part, Gheryt Thaemsz als oom en voogd van zijn broeder [s] Cornelis Thoniszoonskinderen t.o.v. weesmrs voor ⅙ part, verkopen Jan Jansz van Vlaerdinghe een huis en erf in St Margrietenstraete, aen d'een zide: die paters huysinge van St Margrietenconvente, aen d'ander zide: Anthonis Damiaensz, achter streckende aen Margriete Philipsdochter, weduwe Jan Claesz. Zoals dit alles door Cornelis Claesz wever bij accoorde gemaakt tussen hem en het convent op 1539-12-24 is overeengekomen. Koopsom 425 Kar gld
1541-09-17 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 209v, 210v
Jaartallenindex
Joris van Treslong wordt na dode van zijn moeder vrou Anna van Assendelft beleend met ½ van der duynen, wildernissen ende warant mitten conynen, eyken bomen ende andere ruijchte, wesende binnen de banheyninge in de Geest van Hillegom, noord: streckende tot aan Jan van Zaandens duynken, noordwest: tot aan de Asseltduyn, verscheyden van een mitter banheyninge van Hillegom, zuidoost: streckende tot aen de weyden ofte meer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Ende dit al onder de conditien verclaert in de brieven van accoorde en octrooi heer Lodewyc van Treslong, in zijn leven ridder, als man en voogd van Anna van Assendelft, daarvan bij ons verleend. Eodem die beleent Karel Huyge van Treslong na dode van zijn moeder Anna van Assenelft met de andere helft van dit leen
leenmannen: heer Johan van Renesse, heer tot Maingny en Malle, ridder, Cornelis Barthout
1532-08-07 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 28, 29
Jaartallenindex
Reynoult heere tot Brederode, tot Vianen, burchgraef te Utrecht, heer ter Ameyden, tot Berghen in Kennemerland, oorkondt dat hij achtervolgende zeker accoord en overeenkomst met zijn schoonmoeder vrouwe Anna geboren gravinne van Nieuwenaer, gemaakt op 1532-02-07, bekennen mits desen denselven onsen schoonmoeder schuldig te wesen in rechter douairie achtervolgende de accoorde de somme van 1600 Kar gld tot 20st stuk, zolang zij leven zal. Hij verbindt hiertoe alle onse goeden van Brederode, gelegen in den lande van Holland, naer door den keizer daartoe op 1531-09-05 verleend octrooi; 1532-10-20: Karel beleent Anna geboerne gravinne van Nyeuwenaar, vrouwe douaigiere van Brederode, ingevolge de making door onse lieve en getrouwe ridder van onser ordene, Raad en Camerlinck, haar schoonzoon heer Reynoult van Brederode, haar gemaakt, met de somma van 1600 gouden Kar gld per jaar, uit de heerlijkheden en goeden van Brederode
1613-09-17 |
Ms Opstraeten van der Molen III fol 1128
Jaartallenindex
alsoo dagelicx questie ende geschil is tusschen den scout van Gijssenkercke ende Gijssendam ende de gemeen heemraden aldaar, soo hebben jvr Eleonora van de Werve, als ambachtsvrouwe van Gyssenkercke ten overstaen van joncheer Henrick van Wyngaerden here van Heer Aerntsberch, Amers etc, haeren neve, ende jvr Maria van Drinckwaert ambachtsvrouwe van Gijssendam, ten overstaan van jhr Cornelis van Beeckesteijn, haeren swager, omme daerinne soo veel het mogelyck is te remedieren, goet gevonden ende voor soo veele in hem is bevolen dat men soude achtervolgen t gunt hier nae beschreven staet etc. In margine: is met kennisse ende ordre geroijeert ende de qualiteyt van joncheer herstelt op den 10 september 1615 mij bekend, A. de Duijck; 1616-12-19: attesteert de secretaris van de Staten van Holland dat uit het vorenstaande accoorde de qualiteit van Joncheer t.a.v. Cornelis van Beeckesteijn geschrapt was, doch na het door hem ingediende request de qualificatie joncheer hersteld was