1394-09-27 |

Graf. Comm. boek p 15

Haarlem Algemeen

beveling van t schoutambacht van Hairlem op Willem van Adrikem

Ban | 1382-05-13

Rechtspraak Graaf van Holland I p 109

Achternamenindex

Rikout die viscoper was gearresteerd voor de tol ter Goude "mit twee sticks wijns om broeke wille die hi ghedaen hadde, ende daerover hebben gheloeft van der stede weghen van Haerlem: Hughe van Assendelf ende Foykyn Bannensoen ende Willem van Adrikem dat sijt beteren sullen mach men 't bewisen dat hi broekich is"

Haarlem

1382-05-13 |

R.A.H. Coll Aanw 64 fol 58/Mem. B.G. fol 35v

Haarlem Algemeen

Rikout die viscoper was gearresteert voer der tolne ter Goude mit 2 sticke wyns, om broecke wille die hi gedaen hadde, ende daer voer hebben geloeft van der stede wegen van Haerlem: Huge van Assendelf, Foykyn Bannensoen, ende Willem van Adrikem dat sij t beteren sullen, mach men t bewisen dat hi broekich is. Dit was gedaen in den Hage

Galo~ | 1130-1161

Bijdr Hist Gen 1914: 32, 33

Achternamenindex

aanwinsten van de abdij Egmond onder abt Wouter in Velsen: - abbas Walterus emit ab Everwacchero filio Galonis de Haerlem pascuam duodecim vaccarum, quae jacet in Astbroeck, in Velserebruch et inter rivulum qui dicitus Mere; -boven Ghaghemade heer Ysbrand zoon van Galen een viertel a Wilhelmo Guls, duodecim vaccarum in Astbroke, quae fuit Everwachero filius Galonis; - Ansfridus, famulus suus, emit unam fiertellam prati in Astbroeke super Adrikem; - emit ab Hathewa Wilhelmi uxore Hugonis pascuam duarum vaccarum, quam emerat ab Everwacchero filio Galonis

Velsen

1434-08-09 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 39/Cartul Zijlklooster Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Pieter Jansz van der Kere [Kerc] geliede dat hij vercoft heeft tot een vrijen eigen Katrine Jan Pietersz dochter, priores van het Zylklooster te Haarlem, 6 maden lants gheleghen buten Spernewouderpoirte binnen den ban van der Liede, ende belent hebben Gherijt van Adrikem an die ene sijde, Willem Pietersz die goutsmit an die ander zijde, streckende voir van den wech afterwairts an Jan Symonsz lant

Ocker van der Crempe (zegel: een klimmende leeuw) en Jan van Bekesteijne (met zijn zegel), schepnenen

1431-09-21 (II) |

Enschedé: Inv no 2145 Lade Grote Charters 2145

Haarlem Algemeen

(vervolg) 2) de arbiters spreken uit dat Jan en Lysbeth hun leven lang bruken, heffen en rustelic besigen sellen alle heerlike goeden die hoir aengecomen is mit besterfte van hoir vader Symon van Zaenden en van hoir moeder joufr. Jutte, beiden saliger ged, behoudelic alsulc toeseggen als Jan Hert als een voocht van zijn vrouw hebben mach op die heerlichede die joufr. Lysbeth voors. hadde of noch hebben mach binnen die vrihede die die stede van Haerlem hoir nu ter tyt vermet daer gheen eyghendom noch toeseggen aan dezelve hebben sullen. Na haar dood zullen deze heerlijkheden erven op haar rechte leenvolgers, 3) Jan Hert zal hebben een brief sprekende op de stad Haarlem inhoudende 21 nobelen sjaars. En daartoe nog een stuk land gelegen buten Spernwouder poirte dat Jan Rolle die sceepmaker nu laetste bruicte. Floris van Adrichem ende Claes van Adrichem beide voirs. zullen bliven an alle alsulcke goede als sijnt den boedel voirs hebben ende hem te medegave gegeven is, 4) ende des sel Claes v. Adrichem voirs. vrij en quijt wesen van alre sculden als men in den boedel voirs. sculdich is, maar Florys van Adrichem zal betalen zijn aan (d ?)eel "een veertienden deel" van alre sculden die men in de boedel schuldig is, 5) voirt so sullen Symon van Adrikem, jonge Symon van Adrikem, Willem van Adrikem, Jacob die Roede als een voocht van zijn vrouw en Beatrys Florsdochter van Adrichem hebben ende eygentlic behouden voir hoirs vaders erve alle andere eygelick goeden die voir ons niet gescreven en staen, tzij husinge, erve lant renten hoe ook genoemt, gelegen binnen Haerlem of daarbuiten (vidimus van 1437-04-24)

1431-09-21 (I) |

Enschedé: Inv no 2145 Lade Grote Charters 2145

Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat Jan Hert voor zich zelf en jvr Lysbeth Symonsdochter van Zaenden met Jan Herts haars mans hand an die een zide, en Symon van Adrikem, Florys van Adrikem, Claes van Adrichem, ouwe Symon van Adrikem en Willem van Adrikem, mit Willems hant van Zaenden Bartout Busensoens zyns gekoren voocht ende momber, bij wille en consent van den Rade deser stede ende des kints magen uit sinen vier vierendelen, Jacop die Roede voor hem selven en als een voocht van sinen wyve jouffr. Aliden, ende joufr Beatrys Florysdochter van Adrichem met hare broeder jonge Symon Veen Adrichems hant voirs. soe haar man Jacob op deze tyt "over bergen ende dalle is" an die ander zyde, daer Florys kinderen van Adrichem voirs. mit gesamender hant voor ons hebben geloeft te waren. Ende bekennen dat zij verbleven zijn aan jhr Willem van Brederode, an Otte van Egmonde ende an Gheryt uten Haegh de uitspraak inzake alle erfnisse ende goede die Florys van Adrichem der kinderen vader, die God genadich sij en zyn wijf jvr Lysbeth tesamen gemeen hadden in Floris laetsen live, wair ende waeran die gelegen zyn binnen der stede van Haerlem ofte daerbuten, over in- en uit sculden en alle geschillen die zij tot nu toe hebben gehad. Partyen beloofden op een boete van 1000 Ph Bourg scilden te zullen voldoen aan de uitspraak van arbiters voorn. De uitspraak luidt: 1) Jan Hert en zijn vrouw Lysbeth zullen hebben ende eygentlick behouden die husinge mitten erve ende dat ledige erve dat besyden den huse mitten erve voirs leit, daer sij nu ter tyt tesamen in wonen, gelegen an die N.Z. van den groten kerchove, oost: Willem Gheryt Zeelanders weduwe en haer zoen Gheryt Zelander, west: St Jansstrate, streckend voor van der strate oestwaerts alsoe verre alst viercant van den groten huze voirs. strect ende niet langer. Ende desgelycx t ledige erve also ver alst viercant van den groten huse voirs afterwaerts strect, 2) alle inboel en tilbare hoer leven lang durende ende na joufr. Lysbetten doet voirs. zo zullen dese husinge, en erve en inboel weer komen op Florys kinderen van Adrichem voirs of horen rechten erfnaem sonder Jan Hert of synen erve enich toeseggen daertoe te hebben behoudelic Jan Hert en jvr Lysbet deze husinge en tilbar houden sullen in rake en dake

Lourys Jansz en Floris Bolle, schepenen

1445-12 |

Thesauriersrekening Haarlem

Haarlem Algemeen

thesauriersrekening van Haerlem over 1436-1437, afgehoord door: Aelbrecht van Raephorst, schout, Claes van Ruven, Symon van Adykem, Claes van Yperen, Ocker van der Crempe, Harberen van Foreest, Pieter Jordensz, Heynric Willem Claesz.z, Salomon van der Voerde, jonghe Claes Jansz van Hilgum, Jan van Bekensteyn, Florys Willemsz, Gerbrant Claes Pelgrimsz.z, Boudyn Jan Boudynsz.z, Huge Aerntsz, Symon van Noirtich, Gheryt van Adrikem, Matheus Jelijsz, Jan Claesz van Damme, Jan van Adrikem, Claes Symon Allertsz.z, Broeder Andriesz, Gheryt Hone, Gheryt Mairtynsz, Wisse Pietersz, Aernt Pieter Dirc Wentsz.z, Jan van Scoten, Pieter Claesz, Jan van Huessen, Symon Berwoutsz, Garbrant Schaverdac, Claes Pieter Ballinxz, Zybrant Gherytsz, Jan van Rollant, Gheryt Steffensz, Jan Pieter Kennincsz, Luytgen Claesz, Luytgen Camerouwer, Gheryt Adamsz, Jan Danielsz, Claes Pieter Bruynenz, Willem van Ruven, Bartholomeus Pons, Jan Florys Hollandersz, Willem Gelysz, Jacob Claes Aerntsz.z, Jan Huijsschersz, Pieter Steffensz, Ysebrant van Bairn, Jan Claes Symonsz.z, Jacob Zaenden, Jan uten Gasthuse, Meus Godevaertsz, Jacob Tymansz, Pieter Gelysz van Zoutenlande, Pieter Roeper, Gheryt Jansz van der Meer, Heynric van Zantvoirt, Dirc Voppenz, Jan die Brwn. Bij het afhoren van de rekening over 1437-1438, eodem die, waren nog: Aernt Willemsz, Jan Willem Claesz.z

1399-03-01 (1398) |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 157/61/St Elisabethsgasthuis

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Willem van Adrikem Floriis Bakensoen erkende verkocht te hebben ten vrijen eygen aen heer Dirc van Saenden en here Philips Aerntsz, priester, als memorymeesters tot der ghesellen behoef van den koer tote Harlem 4sc en 6 penn sjaers op Jacop die leydeckers huis ende erf gelegen in die Grote Houtstrate, twishen Aliit Willem Bloeyerts weduwe an die ene zide, Jan Jacobsz die snider an die ander zide, afterwaerts streckende ant gasthuysscuer. In dorso: in memorie Symons de Seuer in die Grote Houtstraet

Jan van der Laen (zegel: keper vergezeld van 3 voorwerpen/vaatjes), Willaem van Zaenden (een smal kruis, in het eerste kanton een ronde schijf), schepenen

1439-12-29 |

Thesauriersrekening Haarlem

Haarlem Algemeen

thesauriersrekening van Haerlem over 1435-1436, afgehoord door: Ysbrant van Scoten, Jan van Bekensteyn, Gheryt van Adrikem, burgemeesters, Jan die Grebber, Jacob Claes Aerntsz.z, Gheryt van Zantvoirt, Symon van Noortich, Claes van Ruven, Garbrant v.d. Couster, scepenen, Jan van Bakenesse, Florijs Martynsz, Claes Jansz van Hilgum, Jan Wouter Galenz, Jan Claes Diedertsz, Huge Albout, Dirc Heynricsz, Claes Allynsz, Jan Dirc Tymansz.z, Jan van der Meer, Huge Aerntsz, Wouter Geije, Jan Ludenz, Vlieger Dircsz, Theus Gysbrechtsz Dobbelaer, Jan Brwn, Dirc Jan Meijnse Voerenz.z, jonge Arent Pouwelsz, Claes van Yperen, Danel Claesz, Jacob Dircsz, Danel Aelbrechtsz, Huge Jansz, jonge Willem Hert, Jan Pietersz Kenninc, Jelbrecht Pietersz, Heynric Steffensz, Vechter Woutersz, Jan Danelsz, van der Vroetscap