Bedoelde u soms?
aechtendijk | aechtendyck | aechterdijck

10 resultaten

1496-06-23 | Wijk op Zee

Arch Marquette 1106 no 166/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

Dirck Jacobsz, schout in den banne van der Wyck en van der Wijck opt Zee, oorkondt dat Aeff Claes Willemszoons weduwe met haar gecoren voocht Pieter Pouwelsz verkocht heeft aan Maerten van Buyten ten vrijen eigen een sluys gelegen in St Aechtendijck in den ban van der Wyck opt Zee. De schout zegelt in tegenwoordigheid van schepenen van de Wyck opt Zee [zie regest dd 1497-03-17, een van beide datums kan niet juist zijn]

Gerbrant Maertensz en Oedewijn Claesz, schepenen

1546-03-13 |

Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 162
Jaartallenindex

Lodewyck van Treslonge, schout van Wyck opt Zee, Wyck an Duyn, t Hoflandt en St Aechtendijck, oorkondt dat Geryt de Witte heeft verkocht aan heer Geryt van Assendelft, Heemskerk, ridder, twee blocken thienden gelegen tussen die Beverwijck ende Heemskerk binnen den banne van t Hoflant, onder t gerechte voorsz. T eene block genaempt die Floeyerthiende ende t ander block die cleyne ofte smaelthiende, zoe groet ende zoe cleyn ende oick in zulcker vouge als hij comparant ende zijn voorsaeten dezelffe te desen dagen toe gebruyct ende beseten hebben

in presentie van Jan Arysz en Dirck Gerijtsz als schepenen in de genoemde bannen

1532-04-05 |

Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 228
Jaartallenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, beleent Dirck van Buyten Gerbrantszoon met de leenen hem aangekomen bij doode van zijn vader Gerbrant van Buyten, te weten die helft van alsulcdanige goeden ende landen als hiernae beschreven staen: 1) drie stucken lants bij heeren Florenswech, 2) twee ackeren aengaende an den Kerkwech opstreckende in den Noordeynde, 3) negen geersen in Midbrouck, westeynd: de St Aechtendijck, noordeynd: Dirck Aerntszoons weduwe, oosteynd: die nonnen van Beverwijck, zuideynd: dat Smallecampgen. Bij kinderloos overlijden te komen op Lysbeth Gerit Berckmersdochter of haar kinderen, binnen aftersusterkint niet te versterven (zie 1527-10-22)

in presentie van Joost die bastert van Brederode, leenman van den heere van Egmond, Jan van Veen, Dirck Fredricxz

1542-10-14 |

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 260
Jaartallenindex

schout en dyckgraaf en heemraden van Wyck opt Zee oorkonden dat Adriaen Gerytsz Stulinck, wonende in de Beverwijck, verkocht heeft aan heer Geryt heere te Assendelft, Eemskerk, Cralingen etc, ridder, die visscherije van de sluyse gelegen in St Aechtendijck in den banne van Wyck opt Zee, onder die schouwe van den dycgrave ende heemraden voors, mette sluystochte ende sluysslote van dien sonder yet daer off aen hem te behouden. Met belofte die visscherije van de voorn. sluis etc. te vrijen ende te waeren van alle commeren ende lasten niet uytgesondert dan alleen d'onderhoudenisse van dezelve sluyse ende aen elcke zijde van dien een roede dijcx, alle naer vuytwysen die oude brieven daervan wesende sonder meer onder verband ende obligatie van alle sijn goederen

Frans Baerntsz, schout en dyckgrave, Geryt Outgersz en Jan Jacobsz, heemraden

1486-12

folio 40v XXXV 1486-1489
Transportregister Haarlem

Pouwels Dircsz, van Crommenie, Aerndt Jansz van St Aechtendijck als man en voogd van Aef Dircsdochter en Henric Arijsz van Westzaenden als voogd van zijn moeder Nelle Arijsweduwe, daer hij voor loofde te waren, verkopen Gerijt Woutersz een huis en erve in de Grote Houtstraat, an d'een zide: Willem Baertsz de vleishouder, an d'ander: Arijs Valkenz en Willem Claesz Dul tesamen, after streckende an Willem Mertsz c.s, mette bruyckwaer van de stege vuytgaende an die Graft; 124 R gld

1502-08-23 | Vlieland, Uitgeest

G.A. Haarlem Inv I no 1544a Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Geertruyd Pietersdochter met haar vader Pieter Pietersz scoemaker verkocht heeft aan de Leproosmeesters te Haarlem: 1) zeker erfhuurland gelegen opt Vlyelandt, ende gelt 9 R gld sjaars, 2) zeker erfhuurland gelegen opt Vlyelandt, ende gelt 10½ R gld, 3) ½ mad lands gelegen in de lange made, in den ban van Utgeest, dair naiste lenden of zijn oost: die lage dijck , zuid: Puls Brouckenlant, west: die Vromersmeer, noord: Pieter Mattenven, ende geldt dieselve helft 20st sjaars. Welke 3 percelen haar vader haar gegeven heeft voor haar moeders erf, 4) de andere helft van tzelve madt lant ende hoire zuster Brechlant te hebben plach, daer de voors. Geertruud hoir ander land gecomen van hoir petemoer voir gegeven heeft, gelt 20st sjaars, 5) ½ mad lants gecomen van hoir petemoer, onderdeelt gelegen in Geryt Bartszoons Ven in den ban van Uutgeest, daer naeste lenden of syn oost: St Aechtendijck, zuid: Pieter Aelbrechtszoonsven, west: die lange Hemmen, noord: die Onger ven, gelt 30 st sjaars

zegels van Evert Jansz van der Meer (twee dwarsbalken beladen met resp 3 en 2 spitsruiten), Floris Bolle (een schuinbalk rechtsboven vergezeld van een klaverblad ?), leenmannen

1532-04-05 |

Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 231
Jaartallenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, beleent Dirck van Buyten Gerbrantszoon met de navolgende leenen, die zijn vader Gerbrant van Buyten van de abdij te houden placht: 1) vier hofsteden gelegen binnen der stede van Beverwijck opt Ropeijnde, daer die twee of gebruycken Ghys Meynontsz, belend zuid: Jan Willemsz, noord: Gherit Prickhouwers, oost: die Conincxwech, west: die after Wech. Ende die ander twee gebruyckt Cornelis Claesz, die aan beide zijden belent, oost: die meer, west: die Conincxwech, 2) 2 £ sjaars gemeen metten Regularissen ofte nonnen in Beverwijk, zuid: die nonnen voorn, west: die wech die nae de moelen gaet, 3) een hofstede, zuid: die Beghijnenstege, west: die wech after die nonnen, oost: die Conincxwech, noord: Gherit Willemsz, 4) item 2 stucken landts mit een block daartoe behoorende, belend zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: Abdyenlandt, west: die heerenwech, oost: die beeck, 5) een stuck lants belend zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: die papelyke prove in Beverwijk, aent westeynde: Monickendaelsbeeck, aent oosteynde: die Wendeacker die abdije toebehoorende, 6) noch een stucke lants in Midbrouck of Wijckerbrouck, westeynde: St Aechtendijck, noord: Dirck Aerntszoonsweduwe, oost: die nonnen van Beverwyck, zuid: dat Smallecamptgen. Te houden tot een rechten leen ende anders niet (vgl 1480-08-28, 1533-06-07)

hier waren bij: Gherit van Sparwoude onse leenman, Joest die bastart van Brederode, leenman v.d. heer van Egmond, Jan van Veen, Dirk Fredericxs

1533-06-07 |

Arch Marquette 1106 no 232/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, oorkondt dat Dirck van Buyten Gerbrandszoon hem heeft opgedragen tbv heer Gherit heer van Assendelft, en dat hij deze heeft beleend met: 1) 4 hofsteden binnen der stede van Beverwijck opt Ropeynde, daer die twee of gebruycken Ghijs Meynoutsz, ende belend zuid: Jan Willemsz, noord: Gheryt Prickhouwers, oost: die Conincxwech, west: die afterwech. Ende die ander twee gebruyckt Cornelis Claesz, daer lenden van zijn an beyden zijden: Cornelis Claesz, ant oosteynde: die meer, ant westeynde: die Conincxwech, 2) 2£ sjaers gemeen metten Regularissen ofte nonnen in Beverwyk, belend zuid: de nonnen voorn, west: die wech die nae de moelen gaet, 3) een hofstede belend zuid: de Beghijnenstege, west: die wech after die nonnen, oost: die Conincxwech, noord: Gherit Willemsz, 4) die helft van 2 stucke landts mit een block daer toebehoorende, zuid: Her Wouterswech of Aerntswech, noord: Abdyenlant, west: die heerwech, oost: die beeck, 5) item [de helft ?] van noch een stuck lants dat belent hebben zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: die papelike prove in Beverwyk, west: Monickendaelsbeek, oost: die Wendeacker die de abdij toebehoort, 6) item die helft van noch een stucke landt in Midbrouck of Wyckerbrouck, west: St Aechtendijck, noord: Dirck Aerntszoons weduwe, oost: die nonnen van Beverwyck, zuid: dat Smallecamptgen. Te houde ntot een rechten leen ende anders niet (vgl 1532-04-05)

hierover waren: Meester joost Sasbout, raad ordinaris v.d. Keyzer, Phillips …... de Jonge, leenmannen van de abdij

1456-03-20 (1455) |

Bissch Arch Haarlem 11 kl A 15
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Ermgaert Phillips Olofsz weduwe mit haar broeder en voogd oude Jan Lottijnsz ter eener-, ende Machtelt Claes Diedaerts weduwe met haar zoon en voogd Florens Gael Claesz en Florens voor zich zelve, voir zijn zuster Baertraet Claesdochter, voor zijn broeder Lottijn Claisz daer Florens voirs voir lovede te waren bij wille ende consente der Rade van der stede, an die ander side, en verklaren gescheiden te hebben de erfenis hun allen aangekomen van Lottyn Gherijtsz, vader van Ermgard en Machteld en van hore moeder Alydt Jan Dircsz dochter, die Lottyns wijf was: 1) Ermgart ontvangt: a) 3 ... lants onderdeelt gelegen in den ban van Assendelf in Aelbrechtsweer, belend an die een syde: Symon Aerntsz, an die ander syde: Roelof Claes Boelenz, b) Lottijns recht an dat ¼ deel van die sluse die gelegen is in St Aechtendijck in den bannen van Beverwijc, van der Wyc op t zee ende van Velsen, c) dat huijs mitten erve gelegen op tie Beeck [Haarlem], belend an die een syde: Jan van der Meer, an die ander syde: Dirck Jansz apotheker, afterwaerts streckende an Jan van der Meer voirs, d) ½ Eng. nobel sjaars op Willem Liclaisz huys mitten erve dat hi nu ter tijt woenlic beseten heeft, gelegen in Spairnewouderstrate dat voirtijts buyten Spairnewouderpoirte plach te staen, belend an die een syde: Ysbrant Rietcoper, an die ander syde: Jacob Dircsz; 2) Machtelt Claes Dydaerts weduwe met haar 3 kinderen ontvangt: a) een camp lants geheten den Cortencamp, gelegen in Spaernlant in de banne van Sparendamme, belend oost: Claes van Ruijven, zuid: Martyn Jansz, west: Ave Jan Danielsz weduwe met haar kinderen, noord: Gelbrecht Jansz, b) een campe lants gelegen in den banne van Adijckendamme bi Velzerlaen, belend zuidoost: Jacob Clais Aerntsz, noordwest: Gheertruyt Heynrick Jansz weduwe met horen kinderen, c) een stucke lants gelegen in die Waert in den ban van Haerlemmerleede, belend west: here Geryt Phillipsz, priester, noord: Jutte Gherijts weduwe van Sparnewoude mit horen kinderen, oost: Kerstine Claes Walickszoons, zuid: Pieter Heijnricsz

Claes van Huessen (zegel: 3 rozen, tussen de beide bovenste een 5 puntige ster) en Wouter van Bekesteyn (een klimmende leeuw met een dwarsbalk eroverheen), schepenen

1570-05-17

Arch Marquette
Eigendomsakten Heemskerk

Margriete, gravin van der Mark etc, vrouwe van het huis Heemskerk, beleent jhr Johan van Vervou (Verwou) na dode van zijn vader jhr Raes van Vervou met 3 morgen weiland, gelegen buiten de St. Aechtendijck. Gecoll. afschrift door Lod. Foxius, notaris te Harlingen dd 1593. In dorso: copie autentijck van leenbrief van t lant toecommende jonkhr Johan Verwou, nu sijn kinderen, 1570

belending: noordwest: de Aechtendyk; noordoost: Pieter Cock c.s; zuidoost: de meer; zuid west: de Regulieren te Beverwyc

Arch Marquette