Barthelmeus Symonsz | 1561

10e Penning Heemstede

Voornamenindex

Heemstede, 10e penning: "die Vlonders", de kinderen van Barthelmeus Symonsz bewonen hun eigen huis met 3 morgen teelland, getaxeerd op 18 R gld (fol 32 no 36); 1544: Morgenboek post 23: "die Flonderen" of post 21: "de Cleyne Gheest"

Heemstede

Coster | 1394

R.G.P. 174 p 51/Rek Rentmeester Rijnland fol 5

Achternamenindex

Barthelmeus de Coster werd van het kerkhof te Woerden genomen, en stelde borg voor terugkeer, doch kwam niet terug, boete 300 £

Symon Barthelmeusz | 1540-01-15 (1539)

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 424/1

Voornamenindex

Symon Barthelmeus, deurwaarder voor het Hof van Holland

1473-03-10 |

Genealogie v.d. Does fol 2, 3/Familiearchief Bredius

Jaartallenindex

voor het Hof van Holland compareert mr Guyot de Cotre als procureur van Bartelmeeus van der Does, en proponeert bij monde van zijn advocaat mr Geryt Gronsvelt, hoe dat deselve Barthelmeus toebehoren 5 morgen lants mitte timmeringe daerop staende, leggende in den ambacht van Heer Jansdam in Zwindrecht, ende daeraf hij en sijn ouders in de rustige possessie geweest syn over 30 of 40 jaren, totdat nu onlangs belieft heeft Adriaen van Spierinxhouck en Jan van Rosendale, denselve Barthelmeus in recht te betrecken voir den gerecht van Dordrecht, die de zaak verwezen naar de gezworenen van Heerjansdam. Zij daagden Barthelmeus voor dit gerecht en toonden toen een schepenbrief uit kracht waarvan zij stelden dat sij als kintsdeel in de voors. lande bestorven waren. Het gerecht stelde op grond van deze schepenbrief van Dordrecht hen in het gelijk. Barthelmeus ging in beroep bij het Hof. Hij declareert voor zijn kosten 20£. De zaak voor het Hof zal over 14 dagen dienen; 1473-03-29 (1472): Barth. van der Does contra Heemraden van Heerjansdam met Jan van Rosendael en Aernt van Spierinxhoec. Op de eis van Barth. antwoordt de tegenpartij dat een Jan van Rosendael hadde o.a. eenen zoon oock genaemt [!]. Ende daertoe eenen tweeden zoon mede genaemt Jan van Rosendaal. Bartholomeus voirs eyser in desen processe de oudsten zoon van here Jan was [tekst is geheel corrupt, bedoeld is waarschijnlijk om aan te tonen dat gedaagden evenals eiser gerechtigd waren tot de erfenis van Jan van Rosendael]. Op 1473-05-05 komt de zaak opnieuw voor. Eiser ontkent dat zijn moeder voor de baar van haar vader uitgegaan was, doch dat zij in diens goederen was blijven zitten, ja zelfs dat zijn vader Philips van der Does het questieuse land opnieuw had doen bedijken; 14 dagen later dient de zaak opnieuw

1577-12-12 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 185v

Haarlem Algemeen

Pieter Engelsz, lynwatier, en Jacob Pietersz Schoutgen, verkopen Barthelmeus Dircsz, van Aelsmeer, een huis en erf op te Spaerne, aen d'een zide: Emanuel Adriaensz, olislaeger, aen d'ander zide: Jan Gerritsz Oly, achter streckende aen Emanuel Adriaensz. Belast met 13sc 9 penn sjaars. Koopsom 825 Kar gld

Bartholomeus Symonsz | 1561

10e penning Heemstede fol 8v no 79

Voornamenindex

de kinderen van Barthelmeus Symonsz huren van de Barnardyten te Heemstede 1 morgen 2 hont weiland voor 16 R gld

Schie, van | 1331-04-02

Reg Rotterdam en Schieland no 412/A.R.A. Leenkamer Copie 23 fol 344/Reg E.L. 2 fol 73v

Achternamenindex

Barthelmeus Wouter Hermansz van Scie draagt de graaf op tbv Jan van der Spange 4 ½ morgen land die hij in leen hield, liggende in Voirburch, aan de ene zijde: Dirc van Delft, aan de ander zijde: Dieric Hondemet, noord: die sceydinge, zuid: die Vliet, en Janne van der Spangen wordt ermee beleend

1576-03-22 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 159

Haarlem Algemeen

Jan Jansz, linnenwever, als oom en voocht van de nagelaten weeskinderen van Reijer Gerritsz, linnenwever, verkoopt aan Adriana Dircsdochter weduwe Adriaen Jansz, visscher van Santvoort, een huis en erf gelegen in de heer Tatincxstege, aen d'een zide: Duyffve Henricsdochter weduwe Barthelmeus Jacobsz, aen d'ander zide: de werve van Adriaen Pieter Niclaesz, achter streckende aen t erve van Adriaen Pieter Niclaesz. Koopsom 40 Kar gld

1521-03-30 (1520) | Uitgeest

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 73v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Barthelmeus Fredericxz van Backum in den name van zijn broeders kinderen, ghenomt Aelbrecht, Heindrick, Frederick ende Catrijn, daer hij voor loofde te waren, ende Maertijn Jansz voor hemzelven ende van weghen zijn moeder, broeder ende zusters als erfnamen van Aef Jan Tuijns van Wytgheest daer dezelve Maerten oock voor gheloeft te waren, erkennen gezamenlijk verkocht te hebben aan de H. Geest te Haerlem, ½ van een stucke lants groot 7 gheersen, daeroff d'ander helft t voors. H. Geesthuis toebehoort, geleghen in den ban van Uytgheest, belend oost: die Koorndijck, zuid: Gherrit Gharbrantsz, west: die banscheijding van Castricom ende Uytgheest, noord: Jan Stey[n] van Zwolle

Floris Bolle en Gherrit van Sperwoude, leenmannen

1484-03-20 | Uitgeest

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 74

Jaartallenindex

Gherrit Gherritsz, schout in Wytgheest, oorkondt dat Gheerlof Willem van Schotensz, priester, met zijn voogd Barthelmeus Barthelmeusz erkende verkocht te hebben aan de H. Geest te Haarlem ½ van een stucke lants, daerof die wederhelft toebehoort Jan Huijzersz, gheleghen in den ban voers. gheheten den Oeverwerff, daer alsnu lenden of zijn west: Claes Bruijnsz, zuid: Lijsbet comen Claes, noordoost: ver Niesen Ven, streckende an de Dechmeer. Dit lant is in den jare 1512 doorscheschoten [!] teghens Dirrick van Bekesteijn als blijct int register van den jare 1511 folio 15, alzo die brief voors. verder niet en spreect dan die helft van een stucke lants. In margine: "Overwerff"

Claes Willem Vivienszoon en Reing Willemsz, schepenen