9 resultaten
1532-01-19 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 47
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Margriete van Cleyenburch Cornelisdochter na dode van haar broeder Joost Cornelisz van Cleyenburch met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van slycken en gorsen van nyeuwe Natairs, gelegen en bedyct oistwaerts met St Pancrasgors. Ende daertoe 1/16 deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van Natairs, bedijct metter nyeuwer gote, gelegen in onsen lande van Voorne. Leen van Voorne, te houden tot een onversterfelijk erfleen
Walraven Roelofsz van Dalem, heer van Spijck, Cornelis Barthoud Jansz, Jan Gans, Anthoine le Bucq, Adriaen Jacobsz, leenmannen
1459-04-12 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 5/Reg Charolais fol 3v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz, Raad van de hertog van Bourgondië en gemachtigde van de graaf van Charolais tot het verheffen van leen, oorkondt dat hij Arckenraed Willem Gherytsz van Poelgheest dochter, met haar man Willem Pouwelsz als voogd, beleent met 3 lynen in Stollertsdyk, dat nu bedijct is, in den Koorendyck, ende 3 lynen in die westhyende in Spikenisse, die deselve Erckenraedt aenbestorven zijn van haar moeder Massen Jacob Gheryt Blocsdochter. Leen van Putten, te houden tot een onversterfelijk erfleen
present: Symon Vrederick, Phillips van Aelmonde, Claes Heyne Jacobsz, Anthonis Jacobsz
1568-02-05 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 67
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat hij Cornelis Weylandt Loysz, na opdracht uit eigen goed, beleend heeft met 5 ½ lynen lands gelegen op den gront van Abbenbrouck, bedijct mittten Ouden Hoirn, ende is een stuck op hem selven, binnen dese lantmercken, noord: die Caterwaelschen dyck, zuid: die scheydelffve van den gront van den Ouden Hoirn ende van Abbenbrouck, zuid: Cornelis Thonisz, wonende in den Ouden Hoirn, west: de erfgenamen van Claes Meusz, wonende idem, elxs aldernaest liggende in onsen lande van Voorn. Hij wordt ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1568-01-03)
heer Splinter van Hargen, ridder, here tot Oisterwyck, Raad in onsen leenhove van Holland, mr Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, leenmannen
1570-07-20 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 94
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Willem Pietersz Coedyck hem blijkens brief dd 1569-07-23 heeft opgedragen: 1) ¼ deel van de thienden van den landen van der Struijt, gelegen in onsen lande van Voorne, nu genaempt den Ouwen- en den Nieuwen Struyt, 2) ¼ van ½ van een thiende, groot en smal, van een landeken genaempt den Struijt, ouwen ende nieuwen, bedijct en onbedyct, uitgenomen ¼ deel van den voors. geheelen thiende van den voors. landekekn, gelegen in onsen lande van voorne, leen van Voorne. En dat hij Boudewyn van Kerckwerve hiermede vervolgens heeft beleend (vgl 1569-06-29 en 1569-07-23)
heer Splinter van Arghen, here van Oisterwyk, ridder, mr Anthonis Hoffslach, Pieter Herweijer, leenmannen
1469~ |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 47v
Jaartallenindex
goederen van Dirc Vechtersz met zijn vader Vechter Dirc Boelenz.z gemeen. Voogd: Boel Dirc Boelenz.z: 2) huys mit barch en een sate lants toe Amsterveen, 3) 7 ½ mad lants toe Raestrop, 7) een stuck lants, een half zevendeel mitten veenen die dairtoe behoiren te 's Gravensande, gemeen met Jan Berenz ende meer anderen, 8) 1⅓ Wilh sc op Amersfoirt tot Vechter Aerntsz live, afgesturven 1475, 9) item alsulke sculde als Dirc die Grebber Vechter Aertsz ende Elysabeth Willem Grebbersdochter noch sculdich zijn. Hier willen mede an deylen Jan Berenzoons wijf mit hair zuster, 10) een stucke lants toe Westenrijck, dat ⅙ deel van Katrine hairs vaders lant, gemeen mit Claes die Grebber dat dair nuwes bedijct is
1569-05-18 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 86
Jaartallenindex
koning Philips beleent Anthoenis van Doornyck, wonende tot Campen in onsen lande van Overyssel, na dode van zijn vader Anthoenis van Doornijck, met: 1) 1/12 deel van der alinger heerlicheyt, ambochten en thienden des landts van Vosmaer, ende daertoe alsulcke erve ende vroonlande als Helmych van Doornijck daerinne bedijct heeft gehadt off hiernamaels daer aen bedijct zal worden, uytgescheyden alsulcke 42 gemeten vroonlands als Jan van Doornyck, des voors. Anthoenis over oude vader, daeruijt vercoft ende overgegeven heeft Claes Jacob Bartholomeusz.z ende Dammas Symonsz ende uijtgenomen ¼ deel van 1/12 deel van de voors. heerlykheid, ambacht en tienden des voirs. lants van Vosmaer, die wylen Jan van Doornijck, des voors. Anthoenis zyns vaders broeder, vercoft ende overgegeven heeft gehad Frederijck van Renesse here van Malle in den jare 1515 l.l, uytgenomen alleene die thiende van oude Vosmaer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 13 gemeten vroonland in de heerlijkheid Vosmaer, oost: Pieter Pietersz, oost (!): die kerckstraten wech, zuid: Pieter van Dalem, noord: de dyck aan de kerckpolder; 3) 9 gemeten vroonland, oost: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, zuid: die lange wech, west: Jan Willemsz, noord: Pieter van Dalem, 4) 14½ quartiere gemeeten Vroonlands, oost: Jan Willemsz, west: die kerckstratenwech, zuid: Gillis Danckaertsz, noord: die lange wech; 5) 5½ gemeten vroonland, oost; die kerckstraetwech, west: dat spadelant, zuid: hij zelve, noord: heer Adriaen van Treslongs erfgenamen, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Anthonis onmondig is, doet zijn schoonbroer Willem van Wynsen als testamentaire voogd, de eed voor hem. Op 1567-06-07 [!] doet Anthonis zelf de eed in handen van Cornelis Suijs, heer van Ryswyk en stadhouder van de lenen in Holland (vgl 1568-03-05)
heer Splinter van Hargen, ridder, heer van Oisterwyck, Raad in onsen leenhove van Holland, jhr Pieter van Bronchorst, mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevort, leenmannen; 1567-06-07 [!]: Jan van Winssen, Vranck van Berendrecht
1569-06-29 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 91, 93v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Weyntgen de Hart Gerritsdochter met Pieter Barthoudsz haar gecoren voogd in deze zake, hem heeft opgedragen tbv Willem Pietersz [Coedyck], wonende in onsen lande van Voorne: 1) ¼ deel van de thiende van den lande van der Struijt, gelegen in onsen lande van Voerne, nu genoemt den ouden- ende den nieuwen Struijt, onversterfelijk erfleen; 2) ¼ deel van ½ van de thiende, groot en smal, van een landeken genoemt den Struijt, ouwen ende nieuwen, bedijct en onbedyct, uitgenomen ¼ deel van de voirs. gehele tienden van denselven landeken, sulcx alst selve is gelegen in den lande van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen, met de last van erfpacht daarop. En dat hij Willem Pietersz vervolgens met beide lenen heeft beleend (vgl 1570-07-20). Op 1569-07-23 compareerde voor leenmannen Willem Pietersz Coedijck, wonende in de ban van Nieuwenhoorn en heeft getransporteerd en gecedeerd aan Boudewyn van Kerckwerve, thesaurier der stede van den Briel, de helft van ¼ part in de thienden van den oude- en Nieuwe Struijt, volgens de leenbrief daarvan zijnde, den comparant aangecomen bij dode van Weijn Gerytsdochter den Harst
Otto van Steensel, Pieter Herweyer, Jan Beuckevort, leenmannen; 1569-07-23: Jacob Heymansz, Caerl Gans, leenmannen van Voorne, ondert. in kennisse van my Verdsteijn
1484-03-27 (1483) |
R.A.H. Coll Aanw 109 fol 48v/Reg Max. Philips fol 14v
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Gillis Willem Simon Vredericsz.z. alias van Valckesteyn na dode van zijn vader Willem Symon Vredericsz: 1) een huyse en erve gelegen binnen de vrijheid van Leyden, streckende van der grooten strate tot in die Middelgrafte, 2) een huys en hofstad binnen onser stede van Gorinchem an dat Marctvelt, an d'een syde: Rutger Lodewyksz, an d'ander syde: Heynric van Megens erfnamen, west: t Marctvelt, oost: der stad stege, 3) 6 blocken tienden gelegen in onsen lande van Putten in den ambachte van Westenryc op Drenkwaart, tussen den Oost Volgerwech ende den Middel dwerswech, daer die werf van Drenckwaert in gelegen is. No 1) onversterfelijk erfleen, heergewade 1 rode sperwer of 10 schell, no 2) leen van Arkel, recht leen, heergewade 10£ van 40 gr het pond, no 3) leen van Putten, onversterfelijk erfleen, heergewade een rode sperwer of 10 schell Holl; 4) ¼ deel van der alinge middeldyk van Caprinxhoec, streckende daer Geervliet scheidt van Spikenisser hove tot Oistlicker damme toe ende an beyden zyden van den dyck totter Dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, behoudens ons de rente daarop, 5) ½ de tiende van alinge den polre van Cortambacht die met Roeden bedijct is, an den Sydwynschen dyck met zijn toebehoren van coren en lammeren etc, 6) ½ den drogen Zydwynschen dyck die an dit Cortambacht leyt van den Noirteynde van den Nyeuwen dyck van t Cortambacht van streckende zuidwaarts tot de scheijsloot van Roden jegens Verlijen wech, ende an beiden zyden van den dyck toter dyck dilven toe dat den voirs. dyck toebehoort, 7) ende noch een clein block tiende, op hem selven leggende in Westerijcken, gehieten dat Meelblocken. Leen van Putten, met regeling van de vererving
present: Gerrit van Abbenbroek, Jan van Rietvelt, Claes van Ruyven
1567-08-23 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 33, 32
Jaartallenindex
request aan de luyden van de rekeninge in den Hage, gepresenteerd door Jan van Duvenvoorde, rentmeester van het land van Voorne, en Carel Gans, voogden over de achtergelaten kinderen van Willem Heerman en Adriaen Heerman, hoe dat hemluyder beijder vader behoorlyck verly, hulde, eed en manschap gedaan had van zekere percelen van lenen gelegen in het land van Voorne, welke lenen alsnu in successie gedevolveerd zijn op heure beyder kinderen, eerst op Adriaen Heerman, zoon van Adriaen, die percelen van lenen daeraf die heergewaden en heerlijke rechten belopen ter somme van 41£ 10sc tot 40 gr. Ende op Cornelis Heerman, zoon van Willem Heerman, zijn gecomen bij zijns vaders makingen en testament 3 andere percelen van leenen, nl ⅙ deel van Pancras gors, ¼ deel van Roxnisse en die tienden aldaar. Gelegen in den lande van Voorne. Daar Willem van zijn ouders geen ander goed geerfd heeft dan de 3 leentjes die maar van zeer cleyne incomsten zijn, terwijl zij toch voor heerlijke goederen gehouden worden en de heerlijke rechten meer betreffen dan de inkomsten, waren deze leentjes niet binnen de behoorlijke tijd verheven. Voogden verzoeken nu alsnog belening. Voogden ontvangen remissie van het gepleegde verzuim mits betalende de heerlijke rechten en heergewaden in handen van de ontvanger van de espargne, de heer van Cabau, ten bedrage van 4£ (vgl 1560-04-10). Koning Philips beleent Cornelis Heerman met: 1) ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid van Roxenisse, met aanstelling van schout, schepenen, dijkgraaf en heemraden, gift van de kerke, etc; 2) ¼ deel van alle coren- en smaltienden van Roxnisse, bedijct en onbedyct. Behouden die erfpacht van 378£ van 40 gr per jaar eeuwig durende op geheel Roxnisse ende den Ruygenhille, dat bedyct is of zal worden. Na besterfte of coop zal dit leen met een gelijk ¼ deel, voormaals verlyt Heynryck Butkin, één leen wesen, 3) 1/16e deel van de ambachtsheerlijkheid etc en de thiende van Pancraesgors, leggende en bedyct oostwaert aen t landekyn genaamd Nieuwe Natiars, gelegen in het land van Voorne. Alles onversterfelijke erflenen van Voorne. Daar Cornelis Heerman onmondig is, doet zijn oom Carel Gans de eed
get. G Wallerandt