10 resultaten
Putten, van | 1312-02-28
Reg Hann p 45
Achternamenindex
de heer van Sotteghem, burggraaf van Gent, begeeft als heer van Putten de kapellanie te Geervliet
1563-09-02 |
Van Heussen en van Ryn: Oudh. en Gestichten van Amstelland, N.H. en W. Fr. II p 61
Jaartallenindex
Nicolaes, bisschop van Haarlem, begeeft Arent de Beer met de capellanie van St Catharinaaltaar in de kerk te Alkmaar. Vacant door de afstand van mr Adriaan Emmens, die haar met de Beer geruild heeft tegen eene aan dergelijk altaar in de kerk te Henis bij Leuven
Brederode, van | 1632
A.R.A. Hs 3e Afd J.A. Jaeger no 620 p 143
Achternamenindex
akte van Johan Wolphert van Brederode waarbij deze Frederik bastaard van Brederode begeeft de vicarie van St Anna in de kerk van Vianen, welke was komen te vaceren door het overlijden van zijn leermeester Johan Boguslaff
Dever | 1429-05-16
Ons Voorgeslacht 05-1988 p 217
Achternamenindex
leen van Honthorst: no O) 1 morgen te Alphen, belend noord: Pieter Dever Hendriksz met 2 morgen roerende van Brederode, zuid: dwarswetering, oost: Dirc van Egmond, west: een capelrie die de graaf van Holland begeeft, beleend Pieter Dever Henricsz; 1490-03-27: Gerrit Boije Jacobsz na dode van Gerrit Dever Pietersz, zoon van zijn oudoom, die hield van Honthorst
Egmond, van | 1429-05-16
Ons Voorgeslacht 05-1988 p 217
Achternamenindex
leen van Honthorst: no O): 1 morgen te Alphen, belend noord: Pieter Dever Hendriksz met 2 morgen roerend van Brederode, zuid: dwarswetering, oost: Dirc van Egmond, west: een capelrie die de graaf van Holland begeeft; 1429-05-16: Pieter Dever Henricsz; 1490-03-27: Gerrit Boije Jacobsz na dode van Gerrit Dever Pietersz, zoon van zijn oudoom, die hield van Honthorst
Haring | 1617-07-28
G.A.Amsterdam Not Arch 380 fol 371/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
notaris Nic Jacobs begeeft zich naar het sterfhuis van wijlen Jacob Thomasz Haringh, en doet daar op last van Jacob Molenijser, die zei last te hebben van zijn zuster Caterina Molenijser, de navolgende insinuatie: "Catherina Molenijsers, weduwe en boelhouster van wijlen Jacob Thomasz Haring, in leven concherge deser stede, insinueert aen de kinderen ende erfgenamen van de voors. haeren sal. man, dat sij volgende de last ende begeerte van de heeren weesmeesteren deser stede, ophuyden aen de selve heeren, door Jacob Molenijser, haeren broeder, alsoo sij selfs impotent ende onbequaem is, heeft doen overleveren behooorlycke staet ende inventaris, mitsgaders seeckere acte daertoe dienende"etc. De notaris doet deze insinuatie aan Cornelis Suijcker, als man en voogd van Marie Jacobs, daar hij niemand thuis vond. De 29e juli begeeft de notaris zich naar Thomas Jacobsz Haringh, die antwoordde dat hij geen administratie daarover had of gehad had
Zael | 1632-01-10
G.A. Amsterdam Not Arch 405 fol 21/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
notaris Nicolaes Jacobs begeeft zich op verzoek van Jean du Pont, koopman te Amsterdam, handelende in dezen voor schipper Jan Sael, naar Pedro de Haye en Jan Parijs de jonge, kooplieden te Amsterdam, verzekeraars aan de voornoemde Jan Sael verzekerd hebben van de stadt Amsterdam, tot Sommes of enige andere plaatsen in Frankrijk en terug, op "t caske ofte corpus van 't schip genaemt "de Sael", vermogens de police van asseuratie, en intinmeert hun dat het schip door de Duinkerkers genomen is"
Heemstede, van | 1449-1450
Rek Rentmeester Kennemerland 880 fol 24v
Achternamenindex
"alzo de voors Aelbrecht van Raephorst (substituut van de rentmeester) gelast was te exployteren ende executie te doen op zekere goeden ende landen die te lene gehouden worden v.d. huyse ende hofstede te Heemstede", begeeft hij zich naar Heemstede en Haarlem om te onderzoeken welke goeden heer Jan van Heemstede verkocht had; aangezien hem gelast was terstond verslag uit te brengen van zijn bevindingen, zendt hij Aetzaert bastaard van Heemstede naar den Hage, die hij te teergeld gaf 2 gouden Arn gld, facit 21 sc
Dompselaer, van | 1612-11-05
G.A.Amsterdam Not Arch 375 fol 560
Achternamenindex
notaris Nic. Jacobs begeeft zich op verzoek van Jacob Joosten, man van de zuster van Ghysbrecht van Dompselaer, naar het huis van Ghysbrecht en doet hem een insiniatie "Alsoo d'insinnant tegen Styntgen Brants, moeder van u Ghijsbrecht van Dompselaer ende van Judith van Dompselaer u suster ende syne insinuants huysvrouwe langdurich proces heeft moeten sustineren, waerinne soo verre is geprocedeert dat bij de laetste acten in den provincialen raede is geordonneert dat de voorn Stintgen Brants uwe moeder in den Hage soude moeten in gyselinge syn en blijven ter tijt ende wijle toe sy soude hebben voldaen t commisse in den voors rade op den 22 Dec 1605 geweesen". Zij was echter intussen overleden. Hij vraagt nu of Ghysbrecht van plan is het proces tegen hem, door zijn moeder begonnen voort te zetten. Ghysbrecht antwoordde hierop: "dat hij hem gedrouch als t recht ende de justitie"
1543-07-18 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 321v-337v
Jaartallenindex
(vervolg) 7) de deurwaarder begeeft zich ook naar Zwammerdam, op een hove geheten van der Mye, gelegen in de parochie van Nyeucoop, om aldaar een rente van 8 £ per jaar, losbaar den penn 16, te verkopen, toebehorende Pieter Bol. Gehypothequeert op de woninge, hof, huys en erve van het goet van der Mye, leen van Holland, evenals de genoemde rente. Na gedane geboden was mr Pieter van St Pieter, secretaris van den Rade van Holland koper gebleven voor 600 gld ; 8) de deurwaarder had in 1541 kerkgeboden gedaan van zekere 3 percelen gelegen in den Hage: - huis, hof, hofpoort, plaats, boomgaarden, stallen, grond en erve gelegen in t Voorhout op den Kneuterdyk, oost: Jan Hanneman, west: de weduwe van mr Floris Zeeman, mr Frans Boot, Vranck van Dam, en achterwaarts komende in het Noorteynde, - een huysinge, hof ofte tuyn met een huis van plaisantie met een laan beplant met elsen, willigen bomen, grond en erve, liggende t eynde van de Speuy, noord: Jan Bruynsz, oost en zuid: O.Vr. susterhuys, - een huys, hof gront en erve liggende in die Veenstrate, daer doen in woonde Steven Cornelisz, schoenmaker, zuid: mr Claes Beuckelaer, noord: Lysbette Rijmts en achterwaerts Nicasius Antheunisz. Welke 3 percelen ook Pieter Bol toebehoorden en de deurwaarder zou verkopen. Intussen was Pieter Bol gedagvaard voor de Grote Raad waar compareerde de procureur van de weduwe van Adolf Hardings, impetrant. De kopers verlangden letteren van decrete. Ende die weduwe van Pelgrom de Beer hadde geresumeert d'arrevimenten van den proces mits zijn overlijden. Bij appoinctement interlocatoir van 1542-12-24 had de Grote Raad geseyt, dat aleer te uyten en te termineren tselve proces Jan Paets, Clementia Jacobsdochter, Dirck van Boschuysens zoon en Pelgrim de Beer, crediteuren van Pieter Bol, opponenten ende gedaagde, verifieren souden haer voorstel in desen gedaen. Ende aengaande de oppositie van Jan Millinck, dat jvr Clara van Duerslage, weduwe van Adolf Herdinck, impetrante en andere crediteuren vereficeren souden dat de rente van 18 Kar gld per jaar op de goederen van de weduwe en erfgenamen van wijlen Jacob van Boschuysen te Rijswijk toebehoorden den voorn. Pieter Bol. Ende als aengaende Clementia Jacobsdochter in de qualiteit en in name van haar zoon Jacob men soude hem informeren, te weten, of dieselve Bol syn momber d'administratie van synen goeden gehad hadde. Ende tot deze verificatie zoude commissaris geordonneert worden. Ende aengaande Willem Bosschaart, opponent, gedaagde en defaullant, die soude nog eens herdachvaard worden mits dat hij ter oorloge was, en men soude de insinuatie doen te zijnen huize. Aan dit interlocutoire vonnis is voldaan