15 resultaten
1487-08-14 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1108
Jaartallenindex
Johan van Drongelen, landcommandeur van de Duitse orde te Utrecht oorkondt: "Alsoo die eersame mr Gysbert van Stoutenberch, doctoer in beijden rechten, buyten lants woonachtich is ende men daer niet en weet van waer hij boortich is, soe sal men weten dat mr Gysbert van sijns vaders vader gecomen is van heer Wolter van Stoutenburch, ridder", en zijn moeder is gecomen van die van Merlo, die gecomen zijn van heer Jan van Woerden van broederscheyding, en mr Gysberts moeders moeder is gecomen van heer Johan van Enghuijsen ridder, met beschrijving van hun wapens
1494-07-15 |
G.A. Amsterdam Arch B.W. Amsterdam Inv no 554 regest 582/St Lucienklooster Amsterdam fol 360
Jaartallenindex
scout en schepenen van Abcoude St Pieter oorkonden dat "Jan Lourensz ende Evert Lourensz gebroders, die beijden tot haer mondigen jaren gecomen waren, mit Huge Jansz haren oudevader van haere vaders wegen" verkocht hebben aan het St Lucienconvent te Amsterdam, "een mergen lants gelegen in die sate lants die Govert Janszoens erfnamen leggende hebben in den gerechte voirs, daer haer cleijn huijsinge nu ter tijt op staet, daer boven oestwaert naest gelant is dit selve convent van Sinte Lucien voirs. mit Claes Gerijtzoens bruijcweer plach te wesen, ende beneden westwert Claes Aelbertsz mit sine medewerkers"
Willem Ot Jansz (zegel: een zwaan, links boven een ster), schout, Vechter Stevensz (een wassenaar, boven in het midden vergezeld van een ….), Ysbrand Bongersz (4 rozen of 4 zuilen in het midden vergezeld van een ster [?]), schepenen
1566-10-15 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 181v
Haarlem Algemeen
Cornelis Jacobsz, wollewever, verkoopt Henrick Fransz, waerdeynsknecht, een huis en erf en stege daar beijden, gelegen in de Cleyne Houtstraat, in welke stege Cornelis Pouwelsz en Pouwels van der Laen een bruikwaer hebben, aen d'een zide: Cornelis Pouwelsz, aen d'ander zide: Pouwels van der Laen, achter streckende aen Pouwels van der Laen. Belast met 12sc sjaars. Koopsom 240 Kar gld
1469-07-15 | Beverwijk, Heemskerk
Arch Abdij Egmond Inv no 360
Jaartallenindex
ic Jan van Egmond Ottenz oorkondt dat heer Gheryt van Poelgeest, abt van Egmond, mij ten eigen gegeven heeft ⅔ van 4 vrije viertelen lands gelegen in den ban van Beverwijc, ende belent hebben die Reguliers van derselver stede an beijden siden, streckende van den Hoflantschen wech opgaende westwaerts aen Kukertswech. Welk land hij van den abt in leen hield. daarvoor draagt hij den abt nu wederom op een weijde lants in Heemskerck aen die Z.O. horn van Aelbrecht van Egmonts mijns bruers boomgaert, belend west ende noord: Aelbrecht voorn, oost: den Hecsloet. Ende een stucke lants geheten Gruters Ven an die zuidzijde gelijc dat oic in die hantvesten begrepen staet. Zegel van Jan van Egmond: 6 kepers waaroverheen een barensteel van 3 hangers
1500~ (1) |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 88-93v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
Onse Dijck Van Onse Landen Op Die Nuwe Dam. Item int jaer ons Heren 1460 ghecoft die helft van twie stucke lants gheheten Lamptgeslant, ende legghet zuijtwart van die Mollensloet ende coft wy van Claes die Grebber ende syn suster van Amsterdam. Int jaer ons Heren 1474 soe hebben wij ghecoft die anderde helft van die twie voers. landen van Grebber Lammertsz erfnamen. Ende wij hebben van hem beijden begheert te weten die dycken van die twie voers. landen, ende si hebben ons gheseit dat die dijck van Lamtges lant was gheleghen int uterste eijnde van die husen van noorteynde. Ende die dijcke van die acker die waer gheleghen 3 of 4 roede buten die husen van Monikendam. Ende wij hebben van die acker 1½ rood dycks op of an die noerteynde sluus
1453-02-02 (1452) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 22v regest 124/Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Mathys Dircsz.z puerlick omme Gods wille ende in rechter aelmisse geeft aan de Zeven getyden: 1) ¼ deel van 4 £ 5 schell Holl sjaers, daer Jan Claesz die Vleyshouwer die ¾ deel van dezelve rente off toebehoert op Martijn Willemsz en Garbrant Palincx husinge mitter erve die hem beijden tesamen toebehoren, staende in die Cleyne Houtstrate, an die een side: Symon Gerritsz en heer Gerrit Claesz, priester, an die ander side: Zybrant Gerritsz, afterwaerts streckende an Pieter Dircksz. In margine: dit sijn twee huijsen daerof d'een toebehoort jonge Claes Verlaen ende d'ander Griet Dircksdochter alias doeve Griet (vgl 1440-05-06)
Jacob Dirc Bertincxz en Dirck Pietersz van Ilpendamme, schepenen
1487-12
folio 113v CIII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Dirc Jacobsz de Gorter lijt dat Jacob Jansz in de naam van zijn wijve Katryn Jacobsdochter, des voirs Dirc Jacobsz zuster, hem voldaan heeft van alle alzulke eygendom en recht als hij heeft of hebben mag an den huijse en erve dat hij staende heeft in die Aftercamp, an d'een zide: Bet Jelberts, an d'ander: Claes de Santvoerder, afterwaerts streckende an Duijf t melcwijf. In sulken schyn als hun beijden dat van haer ouders angecomen en bestorven is geweest
1552-09-28 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 175/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
burgemeesters, schepenen en raad der stad Haarlem oorkonden dat Cornelis Willemsz van Velsen, gearresteerde, oud 67 jaar, Willem Pietersz, oud 63 jaar, en Jan Arentsz, oud c. 60 jaar, beijden inwoners van Haerlem, alle rechtelick verdaecht ten verzoeke van H. Geest- en Gasthuismeesters te Haarlem om ghetuygenisse des waerheyts te geven. Zij getuigen vervolgens onder eede, dat zij van hun voorouders en anderen tot Velsen, waar zij van ouds gewoond hebben, altijd hebben horen zeggen dat zulk land als gelegen is tussen den heerenweg ende den molenwech bij de molen in de Santpoort, streckende naar de Verkeerde Wech toe, met het ander land gelegen beoosten de Heerewech, altijd genaemt geweest is t Heylig Geestland, en dat zij niet anders weten dan dat dit land den H. Geest of t gasthuis toebehoorde etc
bezegeld met het zegel ter zake, ondertekend: W. Borryts
1494-01
folio 74v LV 1492-1495
Transportregister Haarlem
Claes Gerytsz cuijper bewijst Geertruijdt Cornelis Pietersz weduwe over de volle betalinge van hoers moeders erve, eerst ½ van een stucke lants geheten dat gulden camtgen, groot 3 maden, gemeen met dat gasthuijs en mr Jan van der Horst, gelegen buyten Schalkwyker poort an der oude vest. Item noch ⅓ deel van een stucke lants daer besijden an gelegen, gemeen met dat gasthuijs voirs. Daer van beijden lenden of zyn, zuid: die nyewe Ramen, west: mr. Zybrant van Bekesteyn, noord: die Heilige Geest, oost: die Zomerwech
1546-03-31 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 12/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Joost Zoutman en Willem Ghysbrechtsz brouwer, gasthuismeesters van wege het St Elisabethsgasthuis ter eenre, ende Bertholomeus Jacobsz in den naam van en van wege de kinderen van Pouwels Cornelisz t'Aemsterdamme, daer voeren hij geloefde, ter andere zyde, ende bekende vruntlyck ende mitter minne over beyden zijden geaccordeert ende over een gedragen te sijn van de lantscheydinge ende deelinge van 6 maden lants, gelegen buyten Schalckwyckerpoorte, tussen hem beijden onderdeel ende gemeen. Ende dat in maniere ende zulcx hiernae volcht: eerst dat t voirs. gasthuys van nu voortaen vrij eygentlijck hebben ende ten eeuwigen dagen behouden sal t stucke landts geheten t gulden campgen, ende sullen de voors. kinderen daerjegens als huer vrij eygen goet hebben, houden ende besitten die 3 maden lants die oost daeraen gelegen sijn; onderteijckent: A.L [??] Raet (vgl 1515-01-31)
Joost van Hilgom en Geryt Thomasz, schepenen