Bedoelde u soms?
beesd | bekend | belard | beleend | beleg | belegt | belen | belend | belg | belge | berend

12 resultaten

Doorn, van | 1347

Navorscher 1890 p 524/De Raadt I p 387
Achternamenindex

schepen van 's Hertogenbosch: Gysbert van Doorn, zegel: Rozeboompje op terras; 1353: Ghiselbertus de Spina [van Doorn]; 1395: Gysbert van Doorn, met zegel: Rozeboompje belegd met barensteel

1589-05-14 |

R.A.H. Catalogus no 333 Veiling Huffels 1941-12-16 aangekocht
Jaartallenindex

veroordeling van Pieter Meyertsz, Garebrant Pietersz, Jan Jacopz en Jan Garebrantz, buurlieden onder het baljuwschap van Beverwijck binnen den ban van Catwoude, tot een boete van 10 £ wegens het na indaging niet verschijnen op de rechtdagen, belegd door leenmannen van de grafelijkheid Holland en de baljuw van Beverwijck, Claes van Assendelf Willemsz, ridder

1495-02-20 (1494) |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Z.H. fol 34v (fol 21)
Jaartallenindex

koning Max. en hertog Philips oorkonden dat Gerbrant van der Coulster verzoekt en verkrijgt octrooi tot testeren, vrezend dat zijn oudste zoon of dochter al zijn lenen zal verkrijgen na zijn dood, zo ordonneert hij nu dat die oudste zoon of dochter binnen een jaar na zijn dood aan zijn jongere broers en zusters de somme van 100£ Vlaems in in eens of belegd in leenland (moet uitkeren ?). Zij bevestigen deze making

1502-09-28 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 166/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

Johan van Meerten, maarschalk van het Oversticht, bericht aan de Staten van Utrecht zijn verhindernis om op het tegen hem ter zake van de gevangenhouding op het slot te Horst van Geryt Johan de Wit Geritsz en op diens verzoek belegd kapittel generael te verschijnen. Hij beweert, volgens Stigts recht, denzelven als verstoorder der openbare rust te hebben aangehouden. Op 2 Okt meldt dezelfde aan de Staten dat genoemde persoon zijn borgtal off geloeftten niet in bisschops register heeft verkiezen te verzekeren

Oostrum, van | 1474-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 446
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oostrum maakt tot lijftocht voor Jutte Geryt de Boelendochter [de Bole] 10 gouden cronen zolang zij leeft, uit alle goederen die hij in Eemlandt van de abdij in leen houdt; zijn vrouw jvr Hadewich doet afstand van haar lijftocht op dit goed, onder voorwaarde dat deze 10 cronen anders waer belegd zullen worden "waar Zweer van Deenmark en Alfer Ruysch dat zullen wijzen"

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersell

Hogendorp, van | 1613-05-19

G.A. Amsterdam Not Arch no 29 fol 537, no 39 fol 384
Achternamenindex

testament van Susanna van Hogendorp, inwoonster van Amsterdam, ziek te bedde liggende. Zij vermaakt kleren en huisraad aan haar zuster Catelina van Hogendorp, die verkocht zullen worden en de opbrengst belegd tot Catelina trouwt; erfgenamen van Susanna: haar broers en zuster Daniel, Jacob en Catelina van Hogendorp; legaten gaan naar Klemens Melsen en Hans van Hogendorp, haar halve zuster en halve broer; gedaan ten huize van de testatrice over de Nieuwe Hoochstraet; letterlijk verhaald 1613-05-19

1315-05-16 (1) |

A.R.A. Copie Leenkamer no 23 fol 21-23/Reg E.L. 2 fol 7
Jaartallenindex

graaf Willem geeft het land in St Martinsdyke, 110 gemeten, dat die Vlamingen met hem bedyct hadden, maar nu verbeurd hebben in de oorlog met Vlaanderen, aan zijn capellaan heer Pieter van Leyden, na zijn dood te komen op zijn broer en zusters. Hij mag dit land verkopen en het geld in lander leen beleggen, daarof quamen boven de costen 70£ gr, die belegd worden in landen in Holland, die men van de graaf houdt; 1) land van Meusen Aelbrechtsz in Coudekerke, 9 morgen, 2) Ter Swiete, die Clays Godevairdsz, Heyne des asigen en Ysebrant Florysz waren, 12 morgen 275 roeden, 3) tot Karsken, die Jan Ghisenz waren, 4) ibidem die Nanne van Vorenbroecke waren, 5 morgen, 5) in Honsolredyc van Dieric veren Bavenz, 2½ morgen. Pieter van Leyden Jansz ontvangt dit land van de graaf, en hij en zijn moeders en vaders erfnamen hebben noch onder in gelde dit leen mede te verbeteren 34 schell 3½ denier groote, 2 den. Holl

Vlamingen: Haer Colaerd van der Muden, Jacob Rikairdenz, Jan sHeeren Jacobsz, Colyn sheren Outwairdz, Jacob heren Jacobsz, Hughe die Vlaminc, die oude Boschen en anderen ute Vlaenderen die bedyct hadden

1521-05-11 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 52v-60v
Jaartallenindex

notaris Alexander Madoet, clericus Cameraiensis, oorkondt huwelijksvoorwaarden tussen Reynault de Brederoede met damoiselle Philippe de la Marck. Hij brengt in de goederen die hij geerfd heeft van wijlen zijn moeder vrouwe Margriete de Borssele: 1) landen en heerlijkheden van Heinsroede, Hauzeghem, Leghem en Rolleghem, la chastellanie de Courtraij, 2) bij Haerlem: huis, land en heerlijkheid genoemd Cleve, 600 livres, 3) de heerlijkheid van Berghen, 300 livres, 4) Amsterveen, Sloten en Sloterdyck, 400 livres, 5) na dode van zijn vader zal hij de heerlijkheid Brederode erven, 3 à 4000 £ per jaar, 6) Vianen en Ameyde, 7000 livres, 7) de keizer geeft haar ten huwelijk 10000£ Vls, waarvan 5000£ op het "Paijs den Bas", en 5000 op de "realines d'Espargne", 8) de keizer zal hem "destats et offices" verschaffen, 9) haar oom de bisschop van Luik geeft voor haar huwelijk 5000£ die tbv haar belegd zullen worden. Met tal van bepalingen. Gegeven te Worms in presentie van genoemde getuigen

Herlaer, van | 1429-05-09

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 170; 98 Caput Sticht fol 49v
Achternamenindex

gravin Jacoba oorkondt dat Jan van Hairler van der Huel tot medegave in zijn huwelijk met jvr Margriet van Gent aan eigen goed 800 cronen, die hij vervolgens belegd heeft. Hij wil haar nu ander goed geven en draagt daartoe op het huis ter Huele [Heule Holle] met 26 morgen land in het kerspel Lopik, zoals Jan die van de Grafelijkheid in leen houdt; jvr Margriet wordt vervolgens beleend onder voorwaarde dat hij dit goed met 800 cronen mag lossen; Jan van Harler behoudt zijn lijftocht aan dit leen. Jan van Harler ontvangt ook de hoge heerlijkheid, huising en hofstad in het Oosterwijk

getuigd hebben Arent van Gent, Gysbrecht van Vyanen en Floris van Kyfhoek

1537-01-12 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 66-71v
Jaartallenindex

(stilo Traject.) testament van jvr Margriete Enghebrechtsdochter van Esbroeck, huisvrouw van mr Geryt Jorisz de Bye, inwoonster van den Haghe: zij vermaakt haar man de lijftocht van al haar goederen, na diens dood te komen op haar rechte erfgenamen. De eigendom van haar leengoederen vermaakt zij aan haar zoon Philips Cornelisz van Duyvenvoorde, tbv zijn kinderen of erfgenamen, en mede dat hij daerof uytreyken zal zijn broeder Cornelis 1£ gr per jaar, en zijn zuster Kunera Cornelisdochter 1£ gr per jaar, ter losse den penning 16, na de dood van haar man mr Geryt. Sterft Philips kinderloos dan erft het leen op haar zuster Machtelt van Oyen; sterft zij kinderloos dan te komen op hun broer Cornelis van Duvenvoorde. Ende noch so wil en beggert zij dat also Machteld Floris van Oyen aen gecomen waren aen penningen 16£ gr bij dode van Willem van Berendrecht, welk geld belegd was in losrenten die echter afgelost zijn en niet weer belegd, soo sal Machteld uit haar goederen 1£ per jaar te lossen met 16£ ende dat verzekerd worden bij haar erfgenamen op al haar goederen ter tijt toe dat t selve gelost zal wesen. Machtelt zal ook mede delen in alle andere goederen die zij achterlaten zal, gelijk haar andere zusters en broeders. Na Machtelds dood te komen op haar zuster en broers. Ende haar vaders goederen zullen als dan gaan naer uytwysen het testament bij haar vader Floris van Oyen gemaakt. Zij institueert tot haar erfgenamen haar vier kinderen Philips, Cornelis, Cunera en Machteld in gelijke portien, pas na de dood van haar man. Aan haar oudste zoon mr Joost van Duvenvoorden constitueert zij 200 Kar gld eens, om door haar erfgenamen na de dood van haar man uit te betalen aan mr Joost 4£ per jaar, hij zal deze rente niet mogen verkopen. Haar huwelijksvoorwaarden met mr Gerrit die Bye moeten effect behouden, zoadat haar man geen goederen zal mogen vervreemden. Aan Thuyn dat potwyf vermaakt zij 20 scell en aan Barber dat potwyf 10 sc, also lange als sy in de huyr van de straat blijven. Aan Cunera vermaakt zij haar beste tabbert en beste faleye en een cleijn ungeley met een tafelken van diamant. Cunera en Machteld zullen haar andere kleinoden tesamen delen. Aan heer Herman, capellaan in den Hage, haar biechtvader, vermaakt zij 1 Ph gld, aan haar jonckwyf Anna 10 sch, boven haar huur en verdiend loon. Zij wil begraven worden op het hoochkoor in de St Jacobskerc in den Hage in haar ouders graf. Aan haar dochter, geprofessyt in St Caterinenklooster in den Brie,l vermaakt zij ½£ en een cralen paternoster, dat cleinste van de twee. Als executeurst test. stelt zij aan Nicasius Anthonisz en Anthonis Aertsz, beiden schepenen in den Hage, die voor hun moeite elk 2 Ph gld ontvangen (vgl 1535-06-08 en 1538-01-28)

Joducus Corvinck, notaris; getuigen: Gerrit Jansz de oude, Claes Doenz