Bedoelde u soms?
berentvelt | bernvelt | berthelt | bestelt | betaelt | breetvelt

21 resultaten

Martyn Claesz | 1558

Kohier 10e Penn Overveen, IX, XIII (Bentveld)
Voornamenindex

Martyn Claesz gebruikt in hure een vogelry in duijn in t Bentvelt, gehuurd van de rentmeester van Brederode, per jaar om 3 Kar gld (IX); Anna Kint Verdels heeft aangebracht het Bentveltsduyn, per jaar om 70 Kar gld (XIII)

1621-05-26

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 88
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Jacobsz Jeroenen, buyerman int Cleijne Bentvelt, verkoopt aan Jan Louwerisz, mede buyrman int selve Bentvelt, een croft land groot volgens de meting gedaan bij Dirck Verbeeck, gesworen lantmeter, 4 morgen 4 hont 50 roeden, gelegen in t Bentvelt in de banne van Tetrode, belent rontsomme de wildernis van zijn genade van Brederode. Belast met een Brederode's erfpacht van 4 Kar gld per jaar. Koopsom 812 Kar gld 10st

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Jan Dircsz en Abraham van de Sompele, schepenen

1622-02-23

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 105
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Louwerisz, buerman in Bentvelt, erkende schuldig te zijn aan de eersame Gerrit Vos, brouwer in t Haerlemmerwapen te Haarlem, een rente van 12 Kar gld 10 st, losbaar met 200 Kar gld. Onder verband van een croft lands, groot 4 morgen 4 hont en 50 roeden, met het huys en getimmerte daarop staande, gelegen in t Bentvelt, belend rondsomme met de wildernis van Brederode. Afgelost 1629-12-08

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Jan Dircksz en Abraham van de Sompel, schepenen

1569

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1576/100e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Maerten Claesz bruict van de Con. Maj. een vogelrytgen in t Bentvelt om 4 £ sjaars

folio nummer: fol 37

vervolg nummer: Vogelesanc

1623-11-02

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 148
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Gerritsz, buyrman en weert in t Bentvelt in de ban van Tetrode, erkende schuldig te zijn aan Symon Thijsz, brouwer in de Vos te Haerlem, een losrente van 33 Kar gld per jaar, losbaar met 150 Kar gld, onder verband van een huis en erf en werf met crofte lands daerin, daer hij zelf in woont, gelegen in t Bentvelt, oost: Oliphier Legrij, en voorts rondom met de wildernis. Belast met een erfpacht van 2 gld per jaar. Afgelost 1634-10-13

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Pieter Jansz en Olijphier Hollebeeck, schepenen (met hun merck)

1576-10-10 (2) | o.a. Tetrode

R.A.H. Coll Aanw 139 fol 23v, oud fol 11
Jaartallenindex

koning Philips beleent Gerrit van Sperwoude na dode van zijn vader met de navolgende lenen: 1) 5 morgen land geheten "Arent Kallenweer" in Lisserbroeck, leen van Brederode, te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) seecker lant ende berge in de ban van Tetrode omtrent die hofstede van Aelbrecht Bol, genaamt die Piest ofte die Riethoorne, om daerin conynen te planten, in bergen te setten, en weer te vangen, noord: Claes Noijensz en Jan Vranckensz, westwaarts opgaende aen Willem Claese Jacobse weduwe ende Pieter Coeijinck ende voorts van Pieter Coeynicxse suytwaarts streckende langs die Vollemeer; 3) daertoe die duyn en wildernisse daeraan leggen, soo die nu streckende is oostwaerts van de Wal van de Volmeer linierecht tot het opperste van de Westerduyn, ende daarof suijtwaerts opgaende tot die naeste hooge duijnen, dwers door die laechte tusschen beyden genaampt dat houcxken van Bentvelt. Streckende voort van de voors. hoochste duynen uytten westen oostwaerts op tot den abelen boemken ende van daer voorts tot Claes Willemse Voosaert heck, al gelegen hetselve nu mit palen afgescheyden staat. Leen van Brederode tot een onversterfelijk erfleen. Daar Gerrit van Sperwoude onmondig is, doet zijn neef en gecoren voogd Ysbrand van Schagen de eed voor hem

mr Cornelis Oem, Raad ord. in den Hove van Holland, jhr Henrick van der Laen, Vranck van Berendrecht, Harman Oem Harmensz, leenmannen

1599-10-14

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 7, 5v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen tot Overveen, schout en schepenen tot Santvoort oorkonden dat Gerretgen Thomisdochter, weduwe ende boelhoudster van Arijen Symonsz Keuijer, in zijn leven duynmeyer in Bentvelt, met haar broer Jacob Thomisz en haar zwager Aryen Cornelisz als gecoren voogden, erkende verkocht te hebben aan Willem Willemsz Nomens de beterschap van haer huys en erve gelegen in Bentvelt in de banne van Santvoort, met de borgen, schuyren daeropstaende etc. Mitsgaders de beterschap van 2 croften erfpacht of erfhuijer lant gelegen in de bannen van Santvoort ende Overveen, op welke eene crofte de voirs. huysinge mette voors. dependentien staende is. Groot tesamen 7 margen lants. Belast met 7 gld erfpacht ofte erfhuer daeropstaende volgens de brieven van de camer van de rekeninge. Met oock het gebruyck van een perthije duyns van t Bentvelt zoals dit door wijlen haar man gebruikt is, voor de tijd van nog 6 achtereenvolgende jaren ingaende Lichtmisse 1600, zonder daarvoor pacht te betalen, alles volgens de veijlcedulle daervan zijnde. Eodem die erkent Willem Willemsz Nomen wonende tot Overveeen, aan Gerretgen voors. deswege 1200 Kar gld schuldig te zijn

borgen voor de koper: Jan Jansz Waligen en Gerrit Jorisz, buren tot Overveen; Balthasar Cornelisz, schout, Willem Cornelisz en Cornelis Thamesz, schepenen tot Overveen, Govert Garbrantsz, schout tot Santvoort, Crijn Cornelisz en Jan Cornelisz, schepenen tot Santvoort. Daar schepenen geen zegels gebruiken, zegelen de beide schouten en onderteketn Steijn, secretaris van Santvoort en Overveen

1607-02-28

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 84v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen van Tetrode etc oorkonden tezamen met schout en schepenen tot Santvoort, dat Willem Willemsz Noom, buerman tot Overveen en Jan Jansz Waligen, duinmeier tot Bentvelt, opdroegen aan jonge Jan Jansz, zoone van de voorn. Jan Jansz, een huys en erve gelegen in t Cleyne Bentvelt in de banne van Santvoort, mitsgaders bargeen schure en al hetgeen eraan aard of nagelvast is, ook het wassende hout daeromme staende. Mitsgaders de beterschap en eigendom van 2 crochten erfpachtland gelegen in de banne van Santvoort en Overveen, respective soo 't binnen synen wallen beheynt es. Op welcke ééne crochte de voorn. huysinge mitten dependentien van dien es staende, groot tesamen 7 morgen land. Belast met 7 gld jaarlijkse erfpacht, volgende de brieve van de Camer van de rekeningen daervan zijnde. Met oock het gebruyck van een partye duins van t Bentvelt, zoo groot en cleyn de voors. Jansz [!] Waligen hetzelve is gebruikende ende van de rentmeester van Brederode voor de tijd van 8 jaar in pachte genomen heeft, ingaende in dato deser. Alsnoch mette t onderhouden van de Rel, sooveel als heur daerin competeert

Balthasar Cornelisz, schout, Flooris Jacobsz en Willem Cornelisz Langeneel, schepenen van Tetrode; Goovert Garbrantsz, schout, Garbrant Cornelisz en Jan Cornelisz, schepenen tot Santvoort

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Martyn Claesz gebruikt in hure een vogelrye in duijn in t Bentvelt, gehuert van de rentmeester van Brederode, sjaers om 3 K.g

folio nummer: fol 15

vervolg nummer: de huyrwaeren in t schependom van Overveen

1569

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1576/100e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Adriaen Jansz alias de Roohaen bruijct den duyn genaempt t Bentvelt, behorende Maj, om 6 £ sjaers, beloopt in hooftsom 1320 £, facit 100e penn. 13 £ 4sc

folio nummer: fol 38v

vervolg nummer: Vogelesanc