28 resultaten
1561-05-12 |
G.A. Haarlem Inv Recht Arch no 83 fol 3v
Haarlem Algemeen
Claes Nanningsz van Heemstede erkent schuldig te zijn aan Jacob Dircsz drapenierder als gemachtigt en tbv Rieuwert Jansz van Amsterdam als man en voogd van Adriana Cornelisdochter, een jaarlijkse rente van 8 Kar gld 8 st en 1 blanck, losbaar met 135 Kar gld. Onderpand t huijs mitten erve gere. de op ... [?]
1572-01-02 (1571) |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 116
Haarlem Algemeen
Aernt Pietersz snijder verkoopt Geryt Pietersz, droochscheerder, een huis en erf in de Cleyne Houtstrate, aen d'een side: Dirick Diricksz, an d'ander: de weduwe van mr Pieter van Foreest, achter streckende aen Emanuel de olieslager en Henrick Engbrechtsz Slim. Belast met 3 Kar gld 18 st en 1 blanck sjaars, losbaar met 63 Kar gld
1573-11-01 | Heemstede
R.A.H. O.R.A. 616 L
Jaartallenindex
Wyllem Michielsz, schout in de ban van Heemstede, oorkondt dat Florys Lourijsz, buerman aldaar, vestigt tbv mr Aernt Wybetsz [?], chirurgyn, een losrente van 12 Kar gld sjaars, losbaar met 200 Kar gld, onderpand een stuk land van 2 morgen metten huysen daerop staende in de ban van Heemstede, zuid: Claes Jansz Schouten, west: de wildernis, noord: de erfgenamen van Sylle Jansdochter en de erfgenamen van Aerf Jansdochter. Belast met 2 stuivers 1 blanck tbv de Heilige Geest te Haarlem, 12 Kar gld tbv Aedrijn Gherdtsz te Amsterdam, 12 Kar gld lijfrente tbv Yesten Pietersdochter
1551-11-20 |
R.A.H. Coll Aanw 255 fol 340v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
"alzoe die arme, schamele gemeente ende inwoonende van den dorpe van Petten, den Hove van Holland bij request verthoont ende te kennen gegeven hebben, dat het dorp, gelegen op t eijnde des weerelts gheen andere sustentatie nochte onderhout en heeft dan alleenlyck vuyt den zuyeren arbeit van den Hontsbossche met enighe sobere visscherie". Hun nootdruft en behoeften van vlees, boter, broot, bier, turf, hout etc moeten zij het gehele jaar door halen met een schuijt door de sluys in de Slaperdijk. Zij verzoeken nu de sluis bij stil weer open te mogen houden gelijk vanouds. Tegen zware betaling was in het lopende jaar de sluis slechts een dag geopend geweest. Voor een mand lichte turf die in Alkmaar een blanck kostte, hadden zij 3 gr voor doorvaart moeten betalen. Het Hof staat hun opening van de sluis toe
Houtman | 1650~1700
Not Arch Weesp
Achternamenindex
Hendrik Houtman x juffr Blanck (no 5203 fol 219); Dirck Pieters Houtman en Gerbergh Jans Houtman (no 5203 fol 223); 1673-03-17: testament van Gerbergh Jans, erfgenamen haar 5 kinderen: Jan, Lysbeth, Pieter, Henricus en Margrietje Dirck Houtmans (5203 fol 326); 1668-06-11: testament Haesje en Christijntje Houtmans, daar zij geen ouders of kinderen hebben maken zij elkaar tot erfgenaam, genoemd: zus Gijsbertje en haar kinderen (5202 fol 41); 1667-08-31: testament van Hendrik Fransz van der Poort en Marritje Jans Houtman (5201 fol 327)
1590-02-03
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 16v no 18
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode etc oorkonden dat Aechtgen Pauwelsdochter, weduwe van Claes Gerritsz, woonachtig binnen Haerlem, met Aelbrecht Diricx van Zanen, gesworen roedrager dezer stede als gecoren voogd, erkende verkocht te hebben aan Pieter Hansz en Reijer Ysbrantsz, buerluyden tot Aelbertsberg een stucke saijland groot 1 morgen, in de ban van Aelbertsberg aan drie ackeren, daer een voetpad door het cleijnste ackertge loopt, noord en oost: Pieter Florisz, west: Pieter Jansz en Guerte Jansdochter, zuid: de 2 ackeren, de Heerenwech aen t corte ackertgen. Zoals in gebruik bij Geryt Dircksz. Belast met ½ blanck erfhuer
Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Pieter Florisz en Pieter Willemsz, schepenen
1592-01-04 | Jisp
Lams: Handvesten Kennemerland 1664 p 576
Jaartallenindex
wij Pieter Pietersz Kuyper en Dirck Pietersz, thegenwoordigh eijghenaars van de Oostermolen tot Jhisp bedancken schepenen ende vroetschappen van Jhisp ende Wormer, van t konsent dat wij de voors. moolen mochten oprechten ende timmeren, doch op conditiën ende voorwaerden hier naer verklaert: 1) verplichting tot het onderhouden van de molen-brugge, mitsgaders het molenpadt, [so] dat een huijsman met een sacke greijne, hetzij rogge ofte tarwe, dragende op zijn schouderen, also wel by de winter als bij de somer, bequamelycken aen de molen sal mogen gaen, 2) zij zullen de burgers, huysluyden en ingesetenen van Wormer en Jisp een voorkeursbehandeling geven t.a.v. het malen boven een buytenman, 3) zij zullen de burgers etc even geriefelijk helpen als de backers, 4) zij zullen malen opt maelloon als de andere molens binnen Wormer en Jisp, namelijk van de Haerlemse sacke tarruwe drie groot, een Haerlemse sacke rogge een blanck, en sacke gerst of haver 10st, t vorenstaande op een boete van 42 st voor de officier, onderteekend door oorkonders en bezegeld door Hans Harritsz, onze schout van Wormer en Jisp
ter presentie van Jan Ribsz en Jacob Jansz, schepenen van Jhisp
1528-02-24 (1527) |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 133
Jaartallenindex
Floris heere van Wyngaerden ende van Ruybroeck oorkondt dat hij heeft verkocht aan Alydt van Kyfhouck vrouwe douwagiere van Assendelft die perceelen van landen gelegen in den ban van Heemskerck ende opt Hofflandt in den ban van Wyck upt Zee, aangecomen vuyten huyse van Zwieten: 1) ½ van 5 Wilh scilde sjaars gaende bij maniere van erfpacht of huyer van een campe lants genoempt die Rietcamp, 2 R gld 17½st; 2) ¼ deel van al de landen die Willem Willem Andriesz in pacht heeft voor 105 R gld sjaers, daerinne gerekent die voirs. 5 Wilh scilden, zoe dat mijn portie daeraf bedraecht jairlix 27 R gld 13st 1 blanck, ende behoren die andere 3 delen, elk ¼: Ghijsbrecht van Zwieten, de weduwe van Gheryt van Schoten, Ghijsbrecht van der Bouckhorst mitten kinderen van wijlen Floris van der Bouckhorst tesamen; 3) ¼ deel in Jan Aertszoons campen als ick mitten voirs. persoon leggende heb, twelck gebruyct wordt bij Jan Claesz ende Symon Claesz, wonende tot Heemskerck ant Veer om 2 R gld sjaers, mijn deel 10st sjaers; 4) ½ van de drie delen van den Heckcommervenne [Heckmervenne] gelegen an de noordwestzijde van het voirs veer, gebruikt geweest bij Jan Claesz en Symon Claesz jaerlix om 43 R gld, mijn portie 16 R gld 2½st, ende die wederhelft van deze drie delen behoort toe aan Ghybrecht van der Bouchorst c.s. Ende dat vierendeel behoort toe die voors. Ghysbrecht van Zwieten ende die weduwe van Gheryt van Schoeten tsamen; 5) ¼ deel van alzulcke landen als ick ghemeen leggende hebbe mitten voirs. personen ende bruyckt Mergriete Maarten Dircszoons weduwe op t Hoflant, jaerlix om 15 R gld, mijn portie 3 R gld 15 stuvers; 6) ¼ deel van den landen die ick mittenselven persoonen hebbe leggende gemeen, die gebruyct worden bij Mergriete Gheryt Dircxzoons weduwe jaerlixe om 11 R gld, mijn portie 2 R gld 15st; 7) ¼ deel van alzulcke landen als ick mitten selven personen ghemeen hebbe ende Oetger Dircxzoon gebruyct heeft jaerlicx om 22½ R gld, mijn portie 5 R gld 12½ stuver. Soe dat mijn portie van alle die voirs. perceelen jaerlicx zuyver bedraegt 56 R gld 8st ende 1 blanck. Florys verklaart vervolens voor genoemde percelen 1693£ 2 schell en 6 penn ontvangen te hebben, en ondertekent en bezegelt de akte, tevens zegelt zijn schoonvader heer Willem van Alckmade, ridder
1510-02-06 (1509) | Tetrode
G.A. Haarlem Inv no 1665c Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Aelbrecht Jansz als man en voogd van Brechte Willemsz erkennen verkocht te hebben den capelmeesters van St Remijnscappelle staende bij de Cleyne Houtpoirt binnen der stede van Haerlem 1/12 deel van de hofstede, husinge ende lande dairtoe behoerende, gelegen in den ban van Tetrode, daerof diselve capelle de andere 11/12 deelen van toebehoeren, daer naeste lenden of zijn zooals de brief die omschrijft die capelmeesters daarvan bezitten. Met belofte van vrijwaring, belast met 1/12 st en een blanck sjaers jaarlijksche erfhuur, waarvan de grafelijkheid jaarlijks ontvangt ½ stuiver, ende dat ander die here van Brederode. Ende noch mit sulk wege, wateringe, heyninge ende plantinge van duynen als daertoe staen ende behoeren, medegelijc andere zyne naebueren. In kennisse bezegeld door leenmannen, 6 Febr 1509 na den loep s Hoefs van Holland (vgl 1508-09-22 en 1509-08-06)
Floris Bolle en Geryt van Adrichem, leenmannen
1620-10-30
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 67
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Jacob Jansz, woonachtig buyten Hamburch in de Bilwaerder als erfgenaam van zijn vader Jan Willemsz, voor ¼ part transporteert aan Willem Cornelisz Langeneelen, Symon Sijmonsz, beide wonende in de voors. banne, mitsgaders Aris Cornelisz dregers (1621-04-30, 1624-03-13, 1626-06-10), buerman tot Schoten tesamen, ¼ part van de bleyckerije, weijland, teellant, huysinge ende boomgaert, groot in het geheel 5 morgen, in de ban van Overveen, oost: de stad Haerlem, Floris Jansz en de regenten van de camer van Bakenes, zuid: de erfgenamen van Cornelis Pietersz Langeneel, west: de wildernis van Brederode, noord: de erfgenamen van Meyndert van Hussen, Floris Jansz ende Floris Jacobsz, wesende het voors. lant int geheel belast met een blanck jaerlyxe erfhuer, die de heer van Brederode daerop te spreken heeft. Koopsom 875 Kar gld
Hans Aelbertsz Colterman, schout, Jan Willemsz [Buijs] en Bartelmeus Nijs, schepenen