12 resultaten
1457 | Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 95v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
item dominus Overcamp in suo registro 1457 scripsit de redditibus nostris tot Oesterhout. In den eersten 3sc gr payments op 2 bunre lants die hele Proijt in bruken plach te hebben ende Floris uten Brou [lees: Brouck] waren mit timmeringe. Item: - ½ Holl Dordr gld gaf die jouffr van Loven op 3 bunre beemden; - 5 bunderen beemden gaf diesele joncr. op Craensloot, ut scriptum est. Sed hic additur: dit bruyct nu Raes Jan Vranckenz. Nota dat tot desen lande een wech gecocht is ut Jans goet van Emmichoven; - 4 bunderen beemden aen den Gronen dyc. Dit bruyct nu Jans van Dalem van Donghens wijf; - 300 roeden beemden gelegen tusschen die Dongha ende den Gronendyck oist en west. Dat convents erve: nort en zut; - 1 oude Vrancr schilt op husinge en hovinge Herberens van Emmmichoven dat hy ons gaf in testament; - 6 sc gr gaf Gherit van Gils en zijn wijf op 7 vierdel bunderen erfs als Dircs van Dyc te wesen plagen en Dirc Hoec bestorven waren, gelegen in die geeirkens, nevens Laurens van de Moirs erve an beyden siden, streckende mitten oistende aen die Hontsche acker; - 8 R gld to Stelo, leengoet van Arnt Hagen, vercregen 3 bunderen lants die Airnt Hagen plagen te wesen en noch 3 bunderen lants synt ten mede pant gheset. Ende dit leen sal men altoes verzoeken en mannen buten des convents kost ofte vermindering des gelts voirs; - 6 R gld op 2 bunderen off beemden lands gelegen an den Gronen dyck, streckende ter Donga toe, tussen Clauwert Spijken erve en Doyen Jansz erve, noorden en zuiden, streckende van den Gronen dyck ter Donga toe
Jonge, de | 1338-08-29
Reg Hann p 255
Achternamenindex
Hugheman van Strijene geeft aan zijn neef Melis Henrics Jongenzone, de derde penning van alre zouter vrome die valt in de hoeven of bunderen die hij nu heeft binnen Zevenbergen
Zevenbergen, van | 1338-08-29
Ned Leeuw jg 04-1935 p 109, 255/Reg Hann p 255
Achternamenindex
Hugheman van Strijen[van Sevenbergen] geeft aan zijn neef Melis Henrics Jongenz de derde penning van "alre zouter vronen die valt in de hoeven of bunderen" die hij nu heeft binnen Zevenbergen
Grevenbroek, van | 1595-11-28
Taxandria jg 39 p 54/G.A.Mierlo
Achternamenindex
schepenen, burgemeesters, kerkmeesters en H Geestmeesters der heerlijkheid van Mierlo, oorkonden dat zij hebben opgedragen jonkheer Erasmus van Grevenbroeck, onze heer van Mierlo, een stuk beemd in Mierlo, geheten de drie bunderen, en dat voor de tijd van 12 jaren. Daarna zal de gemeente dit land mogen lossen met 400 gld ineens
1458-03-07 | Steloe tot Oesterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 126v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
cond ende kenlijc zy allen luden dat ic Jouffrou Willem Bonten machtich gemaect hebbe etc Arnt van Toloysen, minen neven van mynen wegen ende in mynen name te verlenen den prior en convent der Sartroysen bij St Geertrudenberg in Holland drie bunderen lants gelegen tot Steloe, die zij van Arnt Haghens erfgenamen vercregen hebbende, ende noch 1½ bunder lants dair an gelegen, hem te medepant gesat voor 8 R gld erftyns daer die voors. 3 bundere voer utgegeven waren, jaerlyks en erfelyc mer nu met richt opghewonnen zijn voer den chyns voirg. Welke 4½ bunderen lants men van mij placht te leen te houden. Ende believen noch meer om Goids wille dat dese verleninge geschieden Sartroysen voirg. voir ende in tegenwoordicheijt mynre mannen van lenen, ende oft den Zartroysen oirberlijc dunckt ende het hem dienen mach, soe maecke ick noch mynen lieven neven Arnt van Toyloijsen voirs. machtich dit leenrecht dat ik en mijn nacomelingen enichsyns an den lande voirs. hebben of krijgen moghen, quyt te schelden voir myne mannen van leene voirg. Ende ick schelde zij daervan quyt tot ewigen daghe voor my en voir mynen erve in rechten testament. In oirkonde bezegeld met mynen zegel anno 1458 7 dagen in de Maand Maart (vgl 1459-02-08, 1431-05-19)
1545-11-27 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput Z.H. origineel fol 71, nu achterin Caput N.H fol 444v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen compareerde Wouter Schellens van 's Hertogenbosch, als gemachtigde van heer Cornelis van Bergen, heer van Zevenbergen, Grevenbroek, Heeswyk, die onder de zegelen van Cornelis Cornelisz en Jan Willemsz als schepenen van Zevenbergen, tot waarborg gesteld had zijn heerlijkheid Zevenbergen, voor de verkoop van 77 bunderen 306 roeden land in den lande van Blomendale gelegen in het land van Zevenbergen, gedaan aan de broers Aelbrecht en Heynrick van Deventer, wonende te 's-Hertogenbosch, als vrij eigen chynsgoed. Hij verzoekt confirmatie van de keizer op de verpanding van de heerlijkheid Zevenbergen, die de keizer verleend (vgl 1545-06-13)
leenmannen: jhr Dirck van Assendelft, heer van Besoyen, Boudewyn Willemsz van Poelenburch, Adriaen Jacobsz
1464 | Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 92~/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
et ita continuatur omnia regista usque ad registrum domini Henrici Orsoy anno 1464 ubi sic scripsit. Camera dom. de Santreyn 1 scutum franc. facit 14st. Item op een bunder beemden bij s Gravenmoir 6 gouden R gld. Jouffer Margriet van Dongen 23 Beyers gld voor ons 4 bunderen, beemden; Art Boijens kinderen 2 Holl sc. Item 3sc gr; die Kielen om 15 gouden R gld of 20 witte stuvers pro floreno. Item 6sc gr facit 14st. Heynric die Cock ten Holt 3st. T lant ten Holt 8 jaer, tsjaers 13 R gld, facit 18 scuta 5st. Item Arnt Cuper ten Holt voor 15 vierdelen rogs 10 jaar, sjaars 16 Arn gld. Huis addit prior Steenken in omnibus suis registeris. Ex testamento Gerit de Gilse et uxoris sue op 7 vierdel bunder lants in die Geerkens 6sc g. Hetzelfde in de registers 1472 en 1499 en 1466 en in 1480
1459-02-08 | Steloe tot Oesterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 126v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
scepenen in Oisterhout oorkonden dat Jan Symon Damenz.z kende en liede al betaelt te wesen van die beterscap van 4 ½ bunder lants, leenguets, die die Zartroysen by zinte Geertruydenberg tegens hem gecocht ende vercregen hebben. Voort heeft dieselve Jan gheloift zoe hij die beterscap van desen voirs. 4½ bunderen lants den voirs. Zartroysen opgedragen heeft voer mannen van leen ons genadichs joncheren van Nassaouw etc ende tot Steloe gelegen zijn, dat hij en zijn nacomelingen altoes bereit zullen wesen ende willich hen of horen procurator die hem des vermanen sal, op te dragen ende over te geven an handen des rechten leenheer of leenvrouwe ende op ter Sartroysen koist voirs. In oirkonde desen brieve bezegelt met onsen zegelen. Opschrift: den scepenbrief wo dat dit lant vol ende al betaelt is by ons ende wo dat men dit leen verzoeken sal aen den rechten leenheer (vgl 1458-03-07)
Lambrecht Stevensz en Raese Jan Vranckenz, schepenen
1569-05-05 | Breda
Carth in Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 16
Jaartallenindex
nos frater Walterus Wenckem, supprior totius capituli regularium canonicorum domus in Windelem, Petrus t Walssche, prior in Groenendaal, Joannes Zutphanie prior in Bethleem Zwollis er reliqui priores diffinitores in pleno capitulo freimus potestatem, priori in Corssendonck, .... Gerlaco Sturmio vendendi et omne jus trans ferendi quod ipse et suus conventus de Corssendonck habent in quartem partem campi cuisdam Breda siti aan het convent van de Carthuizers bij St Geertruidenberg. Boven staat: deze twee brieven waarmede dat ons opgedragen is, alle recht en gebruik van een vierendeel lands in 3 bunderen, gelegen in die Vucht als hiervoer gementioneert is, in een testament 1446-07-10; 1569-06-26: frater Gerlacus Sturmius, prior, en frater Johannes Nyenhof, supprior, frater Henricus Boelen, procurator, en frater Franciscus Ishaven consiliarus et alii fratres conventuales monasteri regularum canonicorium prope Turnhoudt, Corssendonck geheten, dragen ¼ deel van een campus siti Brede in de Vucht over, waarvan ¾ toebehoort aan het Carthuizerconvent bij St Geertrudenberg
1439-01-18 | Vraechel sub Oosterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 101/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den brief van 5 vierendeel rogs die ons Lijnken Henrics Tongerloes dochter gaf". Schepenen in Oosterhout oorkonden dat Kathelyn Henrick Tongherloe's dochter met haar voogd opdroeg broder Tylman, procurator van het Carthuizer klooster bij St Geerdenberg, in rechten testament in aelmissen voer haer ziele, 5 viertelen rog sjaars erfpacht. Met als onderpand 5 zesteren rogs erfpachts in afcortinge daeraf en gelyk utgaende, 1) in den eersten: die husing en hoirnge houdende 2 bunder erfs gelegen tot Vraehel en Henrick di Houwer nu ter tyt op woent ende den pacht voirs. jaerlics utreyct, gelegen zuid: Ghijb Tongherloes erve, noord: Godevaert Busschers, 2) 5 lopen saets erfs in die heyninge gelegen bij Tongerloes bosch, 3) 4 lopen erfs geheten den dyckacker by Jan Herts erve, 4) ½ bunder erfs by de Conincx dyck opten Waterlaet, 5) 3 bunderen beemden in den Wynstert, gelyck die 2 bunder daeraf gelegen zyn tussen Merten Camerlinx erve was ende Arnt Kentinx erve was. Ende dat 3e bunder neffen Arnt Conincx erve was. Vrij dese onderpand voirs, met sheren chyns jaerlix en metten pacht voirscr. Door schepenen bezegeld met hun zegels
Roelof Stasenz en Jan Bernagy, schepenen