cantormeysters
9 resultaten
Ruyven, van | 1456-02-14
Arch St Bavo Haarlem Regest 156/Cartul fol 64
Achternamenindex
Ave Jansweduwe van Ruijven met haar neef Symon Paedze als voogd, verklaart aan de cantoirmeysters te Haarlem verkocht te hebben de landen in de ban van Uitgeest, genoemd in 2 getransfigeerde brieven
Bakenesse, van | 1457-03-22
Inv Arch St Bavo Haarlem regest 167/Cartul fol 70v
Achternamenindex
Dirck van Bakenesse maakt bekend aan de Cantoirmeysters van Haarlem verkocht te hebben de helft van alle venen en laagten die hem toebehoren in de ban van Hillegom, waarvan Gerijt van Spairnwoude de andere helft bezit
Haarlem
1457-01-05 (1456) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 29 regest 152/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Ysbrant Pietersz van Bairne geliede dat hij puerliken om Godswille ende in rechter aelmisse gegeven heeft den cantoirmeysters v.d. Canterije alle alsulke renten als in de doorgestoken brief (vgl 1440-06-21)
Jan van Bekesteyn en Jan van Adrichem, schepenen
1458-02-10 (1457) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 29v regest 165/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat oude Willem Bolle puerlike om Godswille gegeven heeft aan de Cantoirmeysters v.d. Canterie, 10 schell goets gelts sjaers op Claes Pietersz die mandemakers en Geertruijd mr Florys weduen huys en erve an t Zant, belend an die een zyde: Florijs Bollen kinderen, an die ander zyde: Dirck Jansz Zockeling, afterwaerts streckende an Florys Bollen kinderen voers, losbaar den penn. 20
Pieter Jansz en Jan van Schoten, schepenen
1458-02-09 (1457) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 64v regest 164/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen als scepene tot Geertruijd Pieter Jansz weduwe huijse, daer zij zatt op haren stoele wetende hoir zinnen ende machtich hoire sprake, ende gelyede dat zij gemaect en besproken heeft etc in rechten testament, met Symon Pietersz als haar voogd, aan heren Jacob Bruijser, priester, horen neve, ende Maritgen Gerytsdochter hoire nichte tesamen, te hebben en te behouden na Geertruden doot voers. die bruijcweer van den huijse en erve liggende en staende in die Conincxstraet, belend an die een zyde: Jan Vredericxz den Coster, an die ander zyde: Claes van Schoten, afterwaerts streckende an Henrick Geritsz van Hillegom, met 9 schell en 8 penn Holl sjaers die daerop te huren staen. Zij zullen zolang deze bruikweer duurt jaarlijks tot vertroostinge der ziele van Geertruid voirs uitreiken aan de kerkmeesters en de cantoirmeysters samen 1 gouden Wilh. Holl scilt sjaars. Na hun beider dood zullen de kerk- en cantoirmeysters tesamen het huis bezitten. Opgenomen in een vidimus van 1459-03-06 (1458)
Ocker van der Crempe en Claes Lieve, schepenen
1457-01-03 (1456) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 73v regest 151/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacop Dyelofsz, Claes Gerijtsz, Pieter Jansz en Henrick Gerijtsz tesamen verkocht hebben aan de kerkmeesters van de parochiekerk te Haerlem totter kercken behoef voers. ende den cantoirmeysters van de canterie in derselver kerk tesamen, alle eygendom, recht ende toeseggen dat sij hebben ende elcx van hem vieren voers. heeft an den huse ende erve buten Scalcwykerpoorte binnen de vrijhede van Haerlem, an die een zijde: der stede vest, an die ander zijde: Willem Jan Oetgersz.z, streckende voer van der strate afterwairts an die Spaerne
Garbrant Claes Pelgrimsz en Jan van Adrichem, schepenen
1457-01-05 (1456) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 38v regest 153/Cartul Zeven Getijden Haarlem; Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 201/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Wisse Pietersz puerlic om Gods wille in rechter aelmisse gegeven heeft aan de Zeven Getijden (in akte van St Bavo staat: den Cantoirmeysters tot behoef v.d. cantory in de parochiekerk te Haarlem): 1) 26 schell Holl sjaers op Jan Jacobsz huis en erf in die Soyerstrate, an die een zijde: die Volresgraft, an die ander zijde: Jan Thaemsz, 2) 24 schell Holl sjaars op Jacobs en Katerine Huge Roepers kinderen huijs en erve in die Gasthuijsstrate, ende plach toe te behoeren Heynrick die metselaer ende hebben nu ter tyt bezeten die zusteren v.d. observantie binnen Haerlem
Jan van Bekesteyn (zegel: klimmende leeuw waaroverheen een dwarsbalk) en Jan van Adrichem (zegel: klimmende leeuw, waaroverheen een dwarsbalk, hartschild: klimmende leeuw, waarover heen een barensteel), schepenen
1457-01-03 (1456) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 72v regest 149/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacob Dyelofz, Claes Gheritz, Pieter Jansz ende Heynrick Gerytsz gelyeden dat sij tesamen opgebuert ende ontfangen hebben van de kercmeysters v.d. prochykerke binnen Haerlem en van de cantoirmeysters van de cantory in derselver kerk tesamen, 20 gouden Rijns gld, mit zulken voirwaarden alse waert zake dat Geryt Claesz horen oom die op dese tyt vuijtlandich is tot eniger tijt hiernamaels weder in landich worde, soe sullen dieselve 4 personen hoirs. voers. oems gemoede hebben en werven van den 20 R gld voers, zo dat Geryt Claesz hoir oem voers. tevreden zal zijn, off zij zullen den kerc- en den cantorymrs voirs. dese 20 R gld dan terstont weer uijtreyken en betalen
Garbrant Claesz en Jan van Adrichem, schepenen
1456-10-27 |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 55 regest 161/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Heynrick Herman Staelsz [Scaelsz] ende Dirck van Zaenden Claesz opgaven tesamen tot enen vrijen eigen den kerkmeysters van de prochiekerke, den cantoirmeysters van der canteryen, den H. Geestmeesters van der H. Geesthuijse ende den gasthuysmeesters van St Elisabethsgasthuys en de Lazarus ziekenmeesters v.s. Ziekenhuijse buyten Haerlem tezamen: ½ van den huize ende erve dat Pieter Jansz Smits leste aelwoenstadt was leggende over Spaern op ten hoeck van de Vischbrugge, belend an die een zyde: Berger Pietersz, an die ander zijde: die strate, afterwaerts streckende an Berger voors. Ende dit in betalinge van zulken bespreke ende testament als Pieter Jansz voers. den vier godshuizen ende canterije voers. tesamen in t leste van synen levene gemaict ende besproken heeft. De godshuizen verklaren zich vervolgens door Heynrick Herman Scaelsz voldaan en van alle besprek en testament hun door Pieter Jansz in t laetst van zijn leven gemaakt
Jan van Adrichem en Jan van Spanckeren, schepenen