12 resultaten
Loon, van | 1472
Versl Rijks Oude Arch dl I 1923 p 277/Arch Heerlijkheid Barendrecht en Carnisse Inv 172
Achternamenindex
extract uit het leenboek van de Merwede over de belening van de heerlijkheid van Carnisse aan Arent van Loon in 1462
1528-09-28 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 32v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Pieter van Rooden hem opdroeg een gedeelte van zijn Pendrechtse en Rodense grond, gelegen tussen de navolgende limiten, noord: ter helft van de sluisvliet v.h. Nieuwlant, oost: Carnisse, zuidoost: Carnisse, west: het kerkhof van Pendrecht, reserverende voor hem t voors. kerkhof van Pendrecht als wesende zijn limiten van zijn gront ende aenwassen, soo die nu is en worden mach besuyden tselfde kerkhof ende besuyden de voors. steenen pael staende op raije van de toorn van Heyntgesoort [corrupt]. En dat hij Jan van Barry hiermede vervolgens heeft beleend (vgl 1528-03-03)
Dirck van Assendelft, ambachtsheer van Besoyen, onderhoutvester van Holland, Jan Jansz, onse baljuw van Alckmaer, Cornelis Barthouts, leenmannen
Beveren, van | 1600~1650
Ned Adelsboek jg 1912 bl 114
Achternamenindex
Mondina de Beveren x Matthijs Pompe vrijheer van Slingelandt, heer van Dordsmonde, Carnisse, Waelsdorp, hieruit: Christina Pompe, geboren 1647-08-11 te Dordrecht en overleden aldaar 1723-01-20, x 1665-09-29 mr Pieter Belaerts
Loon, van | 1440-1466
Balen: Dordrecht p 290-294; Navorscher jg 1891 p 615
Achternamenindex
schepen van Dordrecht: Aert van Loen heer Gysbrechtsz x Petronella, dochter van Abel Pietersz (Voorkoop) heer van Carnisse, hieruit drie dochters; aan hen werd nagelaten o.a. 340 morgen te Zuidholland, Strijen, Altena en Vianen en huizen binnen Dordrecht
Loon, van | 1460-09-20
R.A.H. Coll Aanw 103 Z.H fol 9
Achternamenindex
Vranck van Praet verkoopt aan Aernt van Loon de ambachtsheerlijkheid van Carnisse, zoals de heren van der Merwede die bezeten hebben; hij beleent Aernt ermee tot een erfleen te houden van de heerlijkheid van der Merwede; 1462-04-06: de hertog consenteert hierin
1534-07-31 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 268, 269
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkerken, ridder, heer van Carnisse, opdroeg tbv Willem van Drencwaerde Bouwensz 4 ½ morgen lants, mitter huysinge, timmeringe, toelinge en ander toebehoren, gelegen in Pietershouck [Puttershoeck], aan de ene zijde: Herman Oom Danielsz land, andere zijde: Willem van Drenckwaerd Bouwensz land. Met het verzoek Willem hiermede te willen belenen. Op 1534-08-12 beleent Karel hem hiermede. Hier staat: Puttershoeck. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
Floris van der Colster Ysbrantsz, Frans van Toll Florisz, leenmannen van Holland
1537-06-15 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 36
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van leenen Lodewyk van Praat en van Moerkerken, heer van Carnisse, ons opdroeg tbv onse beminde schout van Dordrecht Jan Willemsz van Drenckwaarde, ½ van der ambochte van Puttershoeck, van der Zuytwinde, mitten dagelixen gerechte mit allen visscherijen, vloterien, corfsteeckingen, vogelrien, riethuyren, soetvelden mit 2 houtland, ende voort mit alle syn deel, bedyckt en onbedyct lants, mit winde, mit veeren, die den ambochtsheere aldaer toebehoren mogen, mitten corenthiende ende smalthienden sulcx ende in alder manieren als de voors. Lodewijk die van ons te leen hield. En dat hij vervolgens Jan Willemsz van Drenckwaarde hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen
Cornelis Barthouds, Willem Pietersz Criep, Anthonne Lebucq, leenmannen
1528-03-03 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 30-32
Jaartallenindex
Pieter heer van Pendrecht en van Roden oorkondt dat hij op verzoek van Jan van Barry ende om sonderlinge dienste die hij lange jaren gedaen heeft, denselve ngetransporteert heeft "t gedeelte van mijne Pendrechtse en Rodensche gront", in te noorden ter helfte van de sluysvliet van t Nieuwlant, dan voortsstreckende van de sluyse ter helfte van den Nieulantse dyxsloot en Karnisse toe in t oost ende zuytoost aen Karnisse, streckende van de Nieuwlantse dijksloot tot dat kerchof van Pendrecht toe. Exeluyd [!] in t west beginnende ter helfte van de sluisvliet op te reede hier voortyts gethogen by en myn vader als tussen Pendrecht ende Carnisse rayende op de kercktoren van Heynitersoort lynrecht de lengte van 275 Puttense roeden, sonder meer op t zuyteynde van welke 200 te welck onder houden sullen ende in t zuyden ook lynrecht streckende van den voors. steenen pael tot het kerkhof van Pendrecht toe, om deselve gront met syn aencleven boven de voors. reede van Henneoort gelegen binnen de voors. .... nae ende tot Carnisse toe als vooren te ontfangen en te leen te houden van de Kon. Maj. Ten eeuwigen dage heb ik aen mij gereserveert het kerkhof van Pendrecht als wesende myn ... met t myne gront ende aenwassen soo die nu is en werden mach besuyden t selfde kerkhof ende besuyden de stenen pael, staende op raye van den toren van Henytersoort ende voort besuyden de reeden beginnende aen die stenen pael ende gaende aen de kerkhof van Pendrecht als wesene myn limite met myn gront en aenwassen als vooren (vgl 1528-09-28)
Adriaen van Dorp en Aernt Adriaensz van Diemen, leenmannen
[zeer corrupt]
1507-10-07 |
P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 30/Mathenesse
Jaartallenindex
huwelijksvoorwaarden tussen Jan van Mathenesse en jvr Maria, dochter van Clays van Assendelft, ridder. Jan brengt ten huwelijk alle goederen die hem aanbestorven zijn van zijn vader Adriaen van Mathenesse, en zijn moeder Clara van Haeften. Jvr Maria brengt aan volgens de verklaring van haar moeder vrouw Alydt van Freijss en Kunre [Kuijnre] met haar man en voogd Jan van Renesse, alle goederen die haar aanbestorven zijn bij dode van haar vader Clays van Assendelft, ridder, te weten: 1) in de Bresaap, alle de pachten belopende 14£ 3s6, 2) tot Velsen die tichtiende, bij estimatie 12£ (vgl 1640-01-30, 1447-03-10), 3) een huijsinge te Beverwijc, verkocht voor een rente van 18£, 4) in het Westland twee woningen, 39£, 5) in Carnisse, van landpachten 28£ 5st 7 den ob. van de putten en vogelrie aldaar 5£, 6) van de uitgorsen, onbedijkt als Robbenoordt en andere 20£ 6st 4den, tezamen 245£ 9st 10 den van 40 groten Vl sjaars; 7) nog zekere actien die joncfr Marie heeft ter cause van tiende van de Lier, die bij estimatie gelden 30£ sjaars, 8) en 13 morgen land in de Zoute Veen, die verhuurd zijn voor 20£ sjaars, 9) eindelijk geeft vrouwe Aleit 300 R gld eens en zullen de achterstallige renten aan vrouwe Alijt komen ter voldoening van hare duwarie
als dadincsluden treden op: Joost van Mathenesse, Jan van Duvenvoerde, Jan van Renesse en van Wulven, mr Jan van Duvenvoorde, Raad v.d. Aartshertog van Oostenrijk, prince van Spaengen, curator van de bruid, gesteld bij den Hove van Holland
Barendrecht, van | 1376-05-19
Reg Rotterdam en Schieland no 995
Achternamenindex
hertog Albrecht verklaart op verzoek van de lieden "geambocht" in Riederwaert, die door de slechte toestand der dijken en door de watervloeden veel schade geleden hebben, met hen overeengekomen te zijn dat de ambachtsheren hun ambachten zullen bedijken met vloeddijken, dat hij zelf zal bedijken op nader omschreven wijze het ambacht van Peindrecht, waartoe zij hem met 200 mannen te hulp zullen komen, dat zij hem voor het maken van de "inlaghe" zullen geven 12 plakken van iedere gaarde land en later voor het maken van de dijk jaarlijks van elke gaarde 5 sch Holl, het oude schild voor 30 schell Holl gerekend, te betalen door het ambacht van Riederwaert voor 1404 morgen, door des burggravenambacht voor 388 morgen, door die van Zwindrecht voor het ambacht van Jan van Barendrecht met het ambacht van Carnisse voor 388 morgen, ambacht van Roden 328 morgen, 's Gravenambacht 226 morgen, het Cortambacht 64 morgen, Cathendrecht 555 1/2 morgen, Jacob Bokelsambacht 389 morgen, Outziersambacht 520 morgen, bij wantbetaling te innen door panding van het dubbele