18 resultaten

Brakel, van | 1444-1449

Rek Rentmeester Kennemerland 875 fol 16, 877 fol 14v, 878 fol 15, 879 fol 15
Achternamenindex

heer Willem van Brakel, baljuw en castellain van der Nieuborch

Leyden, van | 1331-01-07

Van Mieris II p 492
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen Willem van Holland en Johanna van Brabant; onder de getuigen: Thieri castellain de Leyden

Merwede, van der | 1445-07-23

De Raadt II p 473/Chartes de l'Audience C1 AGB
Achternamenindex

heer Derick van der Merweyden, ridder, "onse castellain ende drossate ons sloets ende lants van Huesdein" assiste comme homme de fief, à l'invenstiture, par Philippe le Bon, de Robert comte de Virneburg à Mons

1519-04-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Amstelland fol 11
Jaartallenindex

ic Jan van Alckemade, castellain van Muyden, bekenne mits dese, dat in mijn absentie machtich gemaickt hebbe ende maicke machtich mits desen Jan Pietersz van der Woert Pietersz, mijnen dienaar, om in mynen name te ontfangen alsulcke leenen als ick tegens heeren Dirrick van Swieten gecoft hebbe etc. Des t'oirconde heb ick mynen name mit myns selfs hant hieronder gestelt. Aldus geteykent: Jan van Alcmade

Heukelom, van | 1531-01-10

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Arkel, Asperen, Heukelom fol 9v, 10; H. Bordewijk: Arch Langerak p 180 regest 123
Achternamenindex

Rutger van der Bootselaer, heer van Asperen, Langerak, machtigt zijn zwager Floris van Assendelft, heer van Goudriaen en castellain van der Goude, om de lijftocht voor zijn vrouw Barta van Hueckelum in te schrijven: - van het huis te Langerak met 12 morgen land, - de halve Nieupoort met windmolen en toebehoren, - de hofstad van Langesteijn met 24 morgen land; 1531-03-20 (21): bevestiging van deze lijftocht door Karel

1558-10-20 |

R.A.H. Coll Aanw 261 fol 212v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

jvr Marie van Essche, weduwe Vincent van Lebenstam, in zijn leven bailliu van Goyland ende castellain tot Muyden, ende Gort van Haestrecht heer tot Drunen, met haar gevoegd, requesteren aan het Hof, dat wijlen haar man van t begin van zijn officie belast is geweest met 15 gevangen Franchoysen, waarvan er enige na 4 jaar door zijne Con. Maj. vrijgelaten waren om naar Frankrijk terug te reizen, zonder dat de gemaakte kosten hem [Vincent] vergoed waren. Dat er nu nog 5 gevangen zijn, die oorzaak zijn dat haar man voor hun onderhoud zijn goederen zwaar heeft moeten belasten. Zij vreest nu dat zij wegens de dood van haar man van het baljuw- en casteleinschap zal moeten scheiden vóórdat de kosten vergoed zijn. Zij verzoekt nu om Gerrit van Haestrecht heer van Druynen bij provisie met de waarneming van dit ambt te willen belasten. Het Hof voldoet aan dit verzoek

1519-06-10 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Amstelland fol 13
Jaartallenindex

Karel beleent na opdracht van heer Dirrick van Swieten, van: 1) 2 saten lants met een huys datter opstaet die jonge Vranck placht te gebruycken ende nu gebruyckt Gerrit Koeckoeck, 2) een sate lants ende bruyct Claes Visscher, ende placht te gebruycken Herwick Jansz, uytgenomen eenen camp lants genoemt Molenwerf, houdende 7 morgen in dieselve woning gelegen, 3) een sate lants ende bruyct Pieter Vrouwelijn die de voors. heer Dirrick van ons te leen te houden plach, doch op 21 Mei l.l. octrooi ontving om die te verkoopen aan Jan Vranckenz van Alckemade, laatstgenoemde met dit leen, te houden tot een recht leen. Ende voor den voors. Jan van Alckemade, mits dat hij niet comen en mochte, alsoe hij hem niet derfde absenteren van onsen huyse te Muyden, aldair hij onse castellain is, heeft onse hulde, eed en manschap gedaen Jan van der Woert zijn dienaar. Daartoe vermaand zal Jan van Alckemade zelf de eed moeten doen (vgl 1519-06-08)

mr Jan de Jonge, Vincent Dammas, Cornelis Bertouts, leenmannen

1538-06-02 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 59v, 61
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen gecompareerd is Jan Thybout, castellain van Zevenbergen, die ons uit kracht van zekere twee procuraties, gepasseerd onder het zegel van heer Cornelis van Bergen heer tot Zevenbergen, Grevenbrouck etc, opdroeg een jaarlijkse rente van 556 gld van 40 gr Vls, ter losse den penning 18, tbv joncker Robbrecht jonge grave van der Marck en Arenberge, heer tot Egremont, om die rente alle jaren te ontfangen oppet land en heerlijkheid van Zevenbergen en alle andere goederen van Cornelis. En dat hij vervolgens joncker Robbrecht jonge grave van der Marck en Arenberg voors, de jaarlijkse rente van 556 gld gehouden te worden, zoals de heerlijkheid Zevenbergen gehouden wordt. Daar jonker Robbrecht onbejaard is, heeft Willem Foppenz de eed voor hem gedaan. Op 1538-06-03 compareert voor den Hove van Holland Jan Thybout, schout en casteleyn van Zevenbergen als gemachtigde van heer Cornelis van Bergen heer tot Zevenbergen en verzoekt q.q. gecondempneerd te worden in de betaling van een jaarlijkse rente van 556 gld, ter losse met 10008 gld Brab

Willem van Sevender, Cornelis Barthouts, Fop Willemsz, Willem Criep, leenmannen; 1538-06-03 present: heer Gerrit van Assendelft, heer Johan van Duyvenvoorde heer tot Warmont, Abel van Coulster, ridders, mr Joost Sasbout, Nicolaes Nicolai, Reynier Brundt, Guilleyn Zegers, Martin van Naerden, Willem Willemsz van Alckmaer, Raadsluiden van Holland

1530-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 21, 23v
Jaartallenindex

Crispyn van Boschuysen, ontfanger v.d. erspargne in Holland, oorkondt dat hij: op 24 mei l.l. gezeten heb in der stede van Woerden ten huize van de schout aldaar ten twee uren na de noen ende hebbe aldaer in presentie van Aelbrecht van Egmonde, castellain, en van de burgermeesters en schepenen aldaar nae alle behoorlycke kerckgeboden ende alvoren daervan gedaen ende biljetten gestelt over alle kerken en poorten ter Goude, Leyden, Oudewater en Woerden, in het openbaar geveild een stuck land groot 14 morgen gelegen buiten der stede van Woerden in een polder genoemd Bulwyck, belend west: de Keizerl. Maj, oost: Heyndrick van der Heeden ende Gysbrecht Dircsz. Welk leen aan Zijne Majesteit gedevolveert is als quaet leen bij dode van Jan van Honthorst, die zonder mansoir overleden is, en nu ter tijd in hure gebruiken Claes Hughez en Jacob Hermansz per jaar om 24£ van 40 gr Vls. Ingezet op 250£, verhoogd door de secretaris van Woerden met 3£, door Jan Dircsz met 4£, door Heyndrik Oelaertsz met 8£, en door de secretaris met 6£. Daarna met de afslag begonnen van 500£ tot 360£, doch niet gemynt. Nu onlangs verkocht aan mr Reynier Brunt, Raad en Proc Generaal om de somme van 326£. Op 1532-04-21 beleent Karel vervolgens mr Reinier Brunt met dit leen tot een recht leen

Derrick van Assendelft, Willem Pietersz Criep, Cornelis Barthouts

1536-02-20 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 17v
Jaartallenindex

notaris Geerlof Jansz van Vorenbroeck instrumenteert het testament, gepasseerd op den huyse en slote tot Asperen, van Lodewyk van Praat en van Moerkerken, ridder en castellain van Schoonhoven etc, ziekelijk te bedde liggende. Volgens het hem verleende octrooi. Zijn beide zoons, Lodewyk van Praat en Willem van Praat zullen zijn goederen ontvangen. Alle juwelen, goeden en haven zullen zij ook terstond na zijn dood delen. Aan hun broeder heer Joost van Praat, domheer te Utrecht, zullen zij uitreiken 25 Kar gld per jaar zijn leven lang gedurende. Heer Joost zal optie hebben of hij wil hebben 50 Kar gld per jaar zijn leven lang, of dat hij voor zijn legitieme portie wil hebben 25 Kar gld erfelijk. Aan hun oom Franchois van Moerkerken zullen zij elk 50 Ph gld per jaar moeten uitreiken hun leven lang. Na diens dood aan hen terug te keren. Aan Aert VerLauwyck 4£ gr per jaar, losbaar. Voort wil de testateur dat zijn zoons aan zijn drie natuerlyke kinderen, Adriaen, Lysgen en Marytgen, zullen uitreiken elk kind 9 R gld hun leven lang. Indien een van zijn zoons "trouwden enig simpel persoon, dochter of weduwe, daer zij bij onteert mochten wesen, dat die zoon dat niet meer voor zijn legitime protie 25 R gld sjaars zyn leven lang gedurende". Mishylict ook de ander zich, dan zullen hun beider porties komen op hun zusters. Sterft een van de zoons kinderloos dan komt diens portie op zijn broer. Sterven beiden kinderloos dan komt hun portie op hun zusters, onder conditie dat zijn dochter Franchyne of haar erven 1000 gld voor uit zal nemen en de rest zullen zij half delen. Van welke rest zijn beide dochters dan aan hun broeder heer Joost van Praat, domheer, ⅓ deel van deze rest zullen uitkeren zijn leven lang. Zijn zoons mogen niets vercopen of bezwaren vóór zij getrouwd zijn (vgl 1531-07-26, 1537-04-20 naer Paesschen)

present: de hooggeboren Gerrit van Arckel, heer tot Heuckelom, tot Leyenburch en tot Amerongen, Floris van Assendelft, heere tot Goudriaen, leenmannen van Holland