13 resultaten
Oem van Bochoven | 1464-07-19
Taxandria jg 34 p 83/Arch Heerlijkheid Bochoven in Arch Heerlijkheid Loon op Zand
Achternamenindex
Alid weduwe van Jan Ooms cedeert de somma die haar man aan de hertog van Gelre schuldig was, aan Hendrick van der Aa
1530-01-17 (1529) |
Arch Marquette 1106 no 183/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
schepenen in Delft oorkonden dat Cornelis Aelbrechtszoen, onsen medebroeder, cedeert aan heer Gherit van Assendelft, ridder, al de rechten die hij heeft vuyt zaecke van zeeckere patronaetscappe, recht, collatie ofte ghifte ende presentatie van een zeeckere provene, gefondeert in d'Oude kerke op Sint Mairtynsautaer, dair nu ter tijt possessor of is een here Gangolf genaemt, sonder yet meer dairvan te behouden
Joest Gheritsz en Pieter Vranckenz, schepenen
Wely, van | 1623-09-08
G.A. Amsterdam Not Arch 387 fol 17/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Wilhelm van Wely, koopman te Amsterdam, nomine uxoris mede erfgenaam van wijlen Elisabeth Michiels, weduwe van Jehan van Valckenborch, in zijn leven koopman allhier, cedeert aan Lucas Marcus en Matheus van Valckenborch, zijn schoonbroers, al hetgeen hem uit genoemde erfenis competeert
1565-09-17 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 117
Haarlem Algemeen
Jan Jansz Verwer, wollenlaeckencoper, cedeert aan de prior en de supprior van het Bernardietenconvent te Heemstede een stuk weiland gelegen achter die oude schutters thoorne binnen de vryheid deser stede, genaamd "Raperslandt by Rukebier", groot 2 morgen, noord: Luij[t ?] Ghysbertsz, noordoost; Jan Jansz Verwer zelf met Huych Claesz en Jan Claesz Gael, gebroeders, zuidwest: Floris Jan Florisz, noordwest: mr Cornelis Claesz, priester
Herlaer, van | 1620-05-11
G.A.Amsterdam Not Arch 383 fol 171/notaris Nic Jacobs
Achternamenindex
Franchois Rogiers, koopman te Amsterdam, cedeert aan Gosswin van Harlaer, koopman te Middelburg in Zeeland tbv zijn zoons Gerard en Jan van Harlaer, kooplieden wonende te Bordeaux, al de penningen als hem, cedant, competeren in het proces dat Gousswin van Harlaer voor hem sstineert en vervolgt op Jaques du Pire te Middelburg
Amsterdam/Middelburg
1620-04-24 (2)
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 34
Transportregister Egmond
de E. Nicolaes van Seevanck, schout van Alkmaar, verklaart deze landen aan de E. Hendrick Boelissen, burger der stad Amsterdam, verkocht te hebben. Voor de waernis cedeert hij aan de voorn. coper twee distincte kwijtscheldingen die hij daarvan verkregen heeft, beijde besegelt bij Nanning van Harlaer, baljuw en schout tot Egmond Binnen dd 1617-06-10. Welverstaende dat de selve woninge ende landen noch verhuurd zijn aan Claes Jansz, wonende op deselve woninge, voor 230 gld
1530-06-25 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 26v-35
Jaartallenindex
vervolg: om die stamme en t huys van Egmond in eere te houden, transporteert vrouwe Magdalena aan den grave van Egmond al haar recht op de goeden van Bar en tollen van Arnhem en Ysseloerde, ter cause van zullke rendemptie of lossinge als sy daarof den hertog van Gelre gedaan heeft etc. Vrouwe Magdalena transporteert ook ½ van sulke gors en aanwas als uyten de oude grave van Egmond staande huwelijk gekocht had, waarvan de wederhelft gebleven was aan wijlen haar zoon de graaf van Egmond, brief dd 1495-05-26 en 1520-12-10, en dit alles tbv haar zoonszoon den grave van Egmond. Zij doet ook afstand van haar lijftocht aan dit gors (gemaakt 1512-07-23). Noch cedeert zij aan de grave van Egmond de eigendom van alle vasallen [!] van silver, vergult als onvergult, behoudende zij het gebruik ervan zolang zij leeft, en na haar dood zal de heer van St Amand het gebruik hebben zijn leven lang. Hij moet hiervan een inventaris maken en die overleveren na zijn dood aan de graaf van Egmond, dat deselve vasalle zal blijven an de stamme van Egmond. Het huisraad en de tapitzen op het huys te Egmond cedeert ze op dezelfde wijze. Al het andere zal comen aan den grave van Egmond, die zijn jongere broeder en suster partage zal doen nae gelegenheid van de zake, bij goetduncken van den grave van Bueren of bij gebreke van de 2 naeste magen en vrienden, achtervolgende het testament van den grave van Egmont, lest overleden. De heer van St Amandt consenteert in al het vorenstaande en om de stamme van Egmond in eeren en wesen te houden soo heeft hij overgegeven tbv zijn neef de graaf van Egmond de heerlijkheid van Hoochtwoude en Eertswoude, de thienden van Woggenem en de ambachtsheerlijkheid van Spanbroek met tienden, die hij zelf in leen houdt, onder voorbehoud van het gebruik en de tocht daaraan na zijn moeders overlijden, zijn leven lang. Zou hij wereldlijk persoon worden, dan zal hij dit leengoed mogen belasten met 300£. De graaf van Egmond consenteert hierin. De heer van St Amandt cedeert zijn aanspraken op de goeden van Bar, de tollen tot Aernhem en Ysseloorden, ook van de erfenis van wijlen zijn broer jhr Philips van Egmond, waarvan hij zich evenals van die van zijn vader gerenuncieert heeft. Hij is reeds met de goederen van Bar beleend, maar verzoekt deze over te zetten op de grave van Egmond, die zijn broer en zuster in redelijkheid een partagie moet doen. Na zijn moeders overlijden zal de heer van St Amandt uit de tollen van Arnhem en Ysseloord jaarlijks 400£ ontvangen en uit de gorssen in het land van Putten 200£. Partijen gaan vervolgens accoord en verklaren zich voldaan (vgl 1530-08-09)
1626-06-17
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 24
Transportregister Egmond
schout en schepenen in Egmond oorkonden dat Claes Cornelisz, wonende in de Varnebroeck in de ban van Alcmaer, als procuratie hebbende van Aeff Jacobsdochter, weduwe en boelhouster van wijlen Cornelis Pouwelsz, wonende in de Vernebroeck (procuratie dd 1626-06-16 voor notaris Cornelis Jansz Baert te Alkmaar), transporteert aan Nicolaes van Seevanck, schout van Alckmaer, een stucke lants gelegen in onsen banne van de Suijder meer, wesende het 9e stuk weiland, groot 2 morgen 103 roeden 13 voet, belend oost, zuid: de ringsloot, west: Adam Hinderduijn, noord: de erfgenamen van Ponciaen Jacobsz. Verkoopster cedeert de kwijtschelidg die bij wijlen Cornelis Pouwelsz verkregen werd. Koopsom 1070 Kar gld
Jacob van der Nieustadt, baljuw en schout tot Egmond, Jan Willemsz Limmen en Mies Dirricsz, schepenen aldaar
1561-08-25 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 144/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen
Dirck Jacobsz de Vries en Pieter Jansz Raedt oorkonden dat alzoe de brieven by ons en de kerkmeesters van de parochiekerk van Haarlem gepasseert voor Jan van Zuyren en Adriaen Willemsz, schepenn der voors. stede, beroerende de quitscheldinge van ½ van zeker land en opdrachte van zeeckere losrentebrieven sprekende op de voors. stede inhouden en begrypen, alle dieselve losrentebrieven ten comptoir van de voors. kerke gelevert zyn, ende nochtans de brieve van 6 R gld sjaers, sprekende op Maryken Floor Hoonen, verschynende in Augusto (daervan wij by de voors. brieven de voors. kerke opgedragen ende cedeert hebben t gerecht 1/7 deel) niet ten comptoir gelevert is, uyt sake dieselve brieve verloren of ten minsen nu ter tijt niet voorhanden is. Beloven wij daeromme mits dese de brief te overhandigen zodra hij terecht gekomen is. Bezegeld door Dirck Jacobsz en ondertekend door Pieter Jansz Raet
1519-08-02 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 75-80v
Jaartallenindex
notaris Cornelis filius Wilhelmi Blomart, clericus Traject, keizerlijk notaris, instrumenteert het testament van heer Vranck van Borsselen heer van Cortkene en zijn tegenwoordige getrouwde huisvrouw jvr Katherine van Egmond. Zij vermaken aan elkaar alsulcken goet ende uytgors als gelegen is tussen Schouwen en Noort Beveland genaamd Colinsplate die zij op 1517-12-12 verkregen hebben van Zyne Kon. Maj. als bij den brieven van confirmatien ende nyeuwe giften. Volgen beschikkingen over meubelen, sieraden. Verder heeft Vranck tegen den penn 15 laten lossen de 300£ van 40 gr Vls renten sjaars die hem met jvr Katherine ten huwelijk gegeven waren. Hij heeft deze voor zijn eigen affairen gebruikt in tegenspraak met de huw. voorwaarden. Hij is nalatig geweest in de herbelegging tbv jvr Catharine. Daarom bewijst hij haar nu een losrente van 300 £ sjaars op al zijn goederen, losbaar den penn 15 of te bewijzen op ander goed. Vervolgens cedeert jvr Katherine deze rente aan haar man, die haar bij evt vóór overlijden van hem vermaakt zijn stad en ambacht van Cortkene als onversterfelijk erfleen. Zij maken tot hun procureurs mr Jan Jolijt, Philips Doublet, Jan Basin, Franchois de la Deriere om deze testamentaire dispositie voor de Grote Raad om comparanten in de nakoming van deze akte te condemneren. Dit es altesamen geschiet tot Cortkene op t huijs (vgl 1519-10-07, 1520-03-31)
in presentie van mr Jacob Heissens, Cornelis Pietersz Haeck, Guillelme Bardaille, Pieter Blocx soon, Jacob Gillisz, bailju van Cortkene, clercken ende leeken des bisdoms van Utrecht, Doornick en Camerix, als getuigen