17 resultaten
1497-06
folio fol 74 [los inliggend] LXVI 1495-1498
Transportregister Haarlem
Florys Bolle en Jacob van Eyck Jansz, gesworen clercken van Haerlem, oorkonden dat zij de blaffert van verkochte huizen en erven gevisiteerd hebben t/m de maand Juni
1581-06-30 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 8
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Neelis, van Schagen, quyt scheldt Louwers Jansz Pluijs, van Coedyck, een huis en erf op het zuydtendt van Coedijck, belend zuid: Claes Jacobsz, noord: Willem Clercken Cornelisz. Noch scheldt Jan Neelis quijt den voorn. Louwers Jansz, drie acker saedtland in de ban van Bergen in die brincke [??], de ene belend west: Nap en Cornelis Michielsz, oost: Pieteje Duym, de andere 2 leggende op Wes Hooch, belend west: Nollemansackers, west [!]: Pietge Jan Roemmers. Borg: Pieter Heijn, die tot onderpand stelt het huis en erf daar hij nu ter tijd in woont, gelegen op t zuytendt, zuid: Guert Garbrantsdochter, noord: Pontiaen Reijersz
Jan Gerritsz, schout, Jan Garbrantsz en Jan Jansz, schepenen
1593 (I) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 67
Jaartallenindex
[zonder datum, na 1592-12-21] Jacob Willemsz, predikant tot Hoogwoud, scheldt quyt de weeskinderen van wijlen Vrederick Gleijnisz van t Noortendt, het ¼ part van een stuk land genaamd "het Cruijs", waarvan de andere 3 delen de voors. kinderen reeds toekomen, groot in het geheel 8 geersen behalve syn ongewas, gelegen in de ban van Warmenhuijsen, belend noord: Cornelis Rentenaer, west en zuid: de Rynsloot van de Grob. Onderpand: ½ van een stuck land gelegen in deselve banne in Reekerkooch, de andere ½ toecomende de weduwe van jonge Jan Heijn Jan Heynis, groot sijn deel 2½ geers, belend noord: Jan Clercken, van Coedyck, zuid: Roosewinckel, west: de Reeckerdyck
bezegeld door: Hendrick Dircsz, schout, schepen: Theeus Harx
1597-01-02 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 97v
Jaartallenindex
Jacob Remmisz van St Pancras bekent vercoft en betaelt te wesen Cornelis Cornelisz Swits van Huyswaert van een acker saetlants groot 5 sneesen, gelegen op Huysweerde, belend noord: Jan Clercken van Coedyck, zuid: Cornelis Jansz van Huyswaert. Zonder datum: Louwers Cornelisz kent schuldig te wesen Dirck Hendricsz, poorter van Alcmer, 200 Kar gld hoofdsom, waarvoor hij hem een losrente zal geven van 12 gld 10st per jaar. Onderpand: een acker saetland, groot 13 snees, gelegen binnen onsen ban, genaemt "Gybe ven", belend oost: de grafelijkheids vroonlanden, west: de gemeene vaart. Noch een acker saetland gelegen in t Harpedel, groot 12 sneesen, noord: Reyer Piet Yves, west: de Wielt, zuid: Gerrit Cornelisz
1391-03-22 (1390) |
R.A.H. 46 fol 13v/Reg Albrecht V fol 7
Haarlem Algemeen
hertog Willem beveelt op Willem van Zaenden Heeren Wouterssoen t scrijfambocht van Harlemmerhout ende van onser wildernesse, mit sulcken profijt en vervallen als ander clercken voertijts gehadt hebben ende sedelic geweest heeft tot desen dage toe. Met bevel aan den houtvester om hem tot sinen wedden 12 £ sjaers uit te reiken
1594 (XI) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 77, 78
Jaartallenindex
(zonder datum) Cornelis Jansz alias Matgin transporteert aan Jan Gerrit Jan Nams een acker saetlants tot Bergen op Sanegeest, groot 3 Coedijker sneesen, zuid: Aeriaen Clercken, noord: Pieter Aeriaensz, van Coedyck, west: de Herenwech; - Willem Ysbrants (boven staat: Jacob) bekent schuldig te wesen met een termijnbrief Reyer Cornelisz Schot[vanger], de somma van 400£ 16sc 8 p, bij provisie te weten van een halve acker gelegen aftert noordtendt, groot 15 sneesen, elke snees 39£ 5st, te betalen etc. In margine: mit 6 roeden oude dyck; - Gerrit Garbrantsz Burock voor hem zelf en Pieter Riddertsz als voocht van Marytgen Gerritsdochter, wesende het weeskint dat Gerrit geteelt heeft bij wijlen zijn huisvrouw Marytgen Jansdochter, bekennen gesamenderhand verkocht te hebben aan Willem Luytgisz een stuck lands genaamd "Franckrijck" in de ban van Bergen, in de Sluijspolder, groot 4 geersen, noord: de Rijm de groote, zuid: de oocke, oost: het Lusstuck. Borch: Thonis Cornelisz stelt tot waarborg "de Stoelweyt", 3½ geersen, gemeen met Jan Reyntgis erven, west: het kerckeweytge, noord: Mostert
1591-12-19 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 62
Jaartallenindex
Cornelis Jansz, de soon van wijlen Jan Gerritsz Kint, nu ter tijt buurman tot Bergen en zijn broer Gerrit Jansz, buerman tot Coedyk, transporteren aan Pieter Riddertsz, buerman tot Coedyck, een huis en erf staende op Kimbanert [?] in de ban van Coedyck, zuid Aernt Evertsz, noord: Cornelis Dircsz Pater. Beloven t voors. huys te vryen naer custuyme van den banne Coedyck, te weten tot den jare 1580 - en ter tyt toe dat - het huys en erve van de vercopers gecoft heeft [zonder datum]. Volgt een akte van 1591-12-19: Pieter Euwoutsz scheldt quijt Jan Piets, timmerman, 2 sneesen en een half hofstede gelegen ten zuijden an sijn werf oft erf daer hij nu ter tijt op woont, zuid: Claes Jacobsz Spierdyck. Met de last van 2 sneesen oude seedyck. Stelt tot onderpand zijn huis en erve op t suytent van Coedyck, belend zuid: Jan Piets, noord: Willem Clercken. Dit voorn. erff en huys daer Jan Piets op [ge] timmert heeft, heeft Jan Piets vercoft an Jacob Jansz snyder, en heeft dit huys en erf quytgescouden an Jacob Jansz voorn.
Jan Gerritsz, schout, Gerrit Yfsz en Jan Bartholomeusz, schepenen
1448-1449 (5) |
G.A. Haarlem Thesauriersrekening I no 201
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 133) den gerecht en der stede dienres voir hoir ridsoen dat die stede ontfangen heeft te hulpe tot hoir cledinge: Aelbrecht van Raephorst, scout, Pieter Jordensz, Claes Jansz van Hillegom, Jan Huijsheersz, en Willem van Ruijven, burgemeesters, Symon van Noirtich, Jan van Adrichem, Gheryt van der Meer, Wisse Pietersz, Luytgen Camerouwer, Pieter Braeuwe en Gheryt Jansz, scepenen, elcx gegeven 8£. Den vier thezoriers tesamen voir hor caproenin (?) 16d, Everardus, secretarius 8£. Item Thomas van Rietvelt, Claes Gheryt en Boudyn Jansz clercken, Lottyn Gherytsz, Jacop Spiker, Symon Gherytsz, Jan Dircsz, boden, Jacob van Barry en Pieter Jacobsz messagiers en Claes Aerntsz der stede knecht elc gegeven 4£; (fol 134v) Aernt Jansz de viscoper van dat hi der stede gedient hadde die bomen te bewaren en anders 38£ 3sc 4d; (fol 136) Willem, stratemaker, onderhoud van de school; (fol 136v) 2 wagens riet voor de school 2 sc. Twee karren cleije om de school en de waechusen te lyemen, 16£ 3sc 4d; (fol 145v) Floris Engbrechtsz, thesaurier, Thomas van Rietvelt, secretarius; (fol 151) den schoolmeesters van der stede wege te huesschede gegeven overmits dat sij die scoliers mit hanen niet en souden laten vechten noch cokerillen 2£ 17sc
1478-11-09 |
G.A. Haarlem Inv 1674 Lade V Stedelijke Ambtenaren
Haarlem Algemeen
wij schout, Burgermeisteren, scepenen ende Raide der stede van Hairlem, doen condt allen luden dat wij bij consente, goetduncken ende gemeenen overeendragen van der Rijcdom ende Vroescip van derzelver stede, onthouden ende angenomen hebben, onthouden ende aennemen mit desen tegewoirdigen brieve mr Steffen Pietersz, lycentiaet in den Rechten, onsen medeporter, tot eenen pensionnaris ende dienre van der stede om van der voorn. stede wegen voir allen heeren ende rechteren ende tot allen steden ende plaetsen dair dat gebueren zal alsoewel buyten slants als binnenslants te vervolgen ende te sustineren al alsulke processen, gedingen ende saicken als diezelve stede nu ter tijt vuytstaende ende te doen heeft of noch hiernamaels hebben mach. Verder te proponeeren alle alsulke poincten ende saicken als die voorn. stede te doen zal mogen hebben. Hij zal geen brieven mogen uitschryven noch bezegelen maar dit blijft voorbehouden aan den drie gezworen clercken van der stede. Zij beloven hem te geven 100£ Holl sjaers van 30 groten, te betalen in 2 termijnen (Paschen en Lucasmarkt) en bij afwezigheid voor reiskosten 1£ Holl sdaags (van 30 gr Vls) boven wagenhuer en vracht en een knecht die hij vrij heeft. Tevens tabbaert en cleeding als een burgemeester. Hij is onafzetbaar behalve in geval van wangedrag. Bij verschil van meening 6 arbiters. Mr Steffen met Gerrit Luytgensz als voogd wijst hiertoe aan Wouter van Bekesteyn en Willem van Adrichem, burgemeesters, en Gerrit van Berckenrode, rentmeester van Kennemerland. De stad wijst aan: Jan van der Meer Geerytsz, Jan Pietersz Hals, burgemeesters in den gerechte en Jan van Foreest
bezegeld met het zegel van zaken en door Thomaes Thomaesz ende Dirck Potter, schepenen in Haerlem, en ondertekend door mr Steffen (ontbreekt)
1451-1452 (4) |
G.A. Haarlem Inv I no 202 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 55) Claes Persijn: - op 25 Nov. gesent mit brieven an den steden Leyden, Delff ende Goude, roerende van die vangnisse van Hans Bronchorst ende was uit 4 dagen, 1 £ 12sc, - (fol 55v) op 13 Dec naar den Hage an den stedehouder, 2 dage 16sc, - (fol 56) op 3 Mrt '52 met brieven naar Deventer, 7 dagen 2£ 16sc, - (fol 56v) op 25 Mrt '52 met brieven naar Heemskerck, Hillegom, Lisse, Sassenheim, den Hage, om aan de buitenpoorters te verkondigen dat zij hun zettegeld brochten ende betaelden, - (fol 57) gesent in den Haghe an den Raet met 2 brieven; (fol 57v) uitgegeven den dienaers te Hove: Yselsteyn den heraut gegeven voor syn nuwe jair 18sc 8d; (fol 58) utgegeven den schout, gerechte en dienaers voir hoire clederen: Aelbrecht van Raephorst, scout, Jan Willemz in die Paeu, Huge Jansz, Gheryt Steffensz, Floris Engbertsz, burgemeesters, Pieter Claesz, Symon Berwoutsz, Pieter Zap, Jacob Zanen, Luytgen Camerouwer, Pieter Braeu en Mees Govertsz, scepenen, elcx gegeven tot hulpe van hoiren stede clederen 96£. Item den 4 thesoriers als Claes Dircsz, Reyner Taeij, Berger Pietersz en Dirc Soyersz gegeven hoirlijc voir hoir caproens 4£ facit 6£; item: Willem Paedze voor zynen tabbert 8£, Bouwen Jansz en Claes Gherijt, clercken, hoirlijc 4£, 8£, Jan Dirxz, Symon Gherytz, Willem Dirxz, Allert Ysebrantsz ende Baertout elcx voir sijn tabbert 20£, Claes Persyn en Hubert der stede messagiers elcx voir syn tabbert 8£; (fol 58v) Jan den wijnscroeder voir zijn tabbert 4£, Claes in die keller, der stede knecht, voor zijn tabbert 4£, den drie pipers en den tromper elc voor zijn tabbert 4£, 16£