18 resultaten

1401-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 746/Liber V fol 430v
Jaartallenindex

hertog Albrecht geeft om bede wille van sonderlinge vrienden aan Gheryt Mont de costerie in den lande van Voirne, zijn leven lang. Ende ombieden en bevelen allen onsen goeden luden binnen der parochie van Nuwelande geseten, dat sij Gheryt Mont die voirs. costerie laten rusteliken aenvaren ende bewaren als daertoe behoort

Dijk, van den | 1351-05-13

A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 5, 5v/Reg EL 25 fol 3
Achternamenindex

een brief van het schoutambacht van Maseland sprekende op Gheryt van den Dike; - nog een brief van de costerie en van de scole van Rijswijk, sprekende op Andries Cammeken tot sinen live

Spronc | 1407~

R.A.H. Coll Aanw 43 fol 144-148
Achternamenindex

"dit is antwoerde dergeenre dair mijn genadige vrouwen vrienden van Hollandt hoir beclagen van gebreken" o.a: heer Thomas Gardijn van de costerie te Gorinchem die Jan Spronc in gebruik heeft met toestemming van het kapittel

1373-01-05 |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 135/Reg B Bloys Cas D fol 154
Jaartallenindex

Jan van Bloys, hertoge, oorkondt dat wi om Gods wille gegeven hebben en geven Boudyn Willemsz die costerie van onsen lande van groote Dreyschier tot synen lyve duerende te helpen synre priesterschap, te regeren en te bewaren ter ere en oerbaer onser lude van Dreysscier ende daertoe te doen dat een coster schuldig is te doen

Barvoet | 1317-03-20

Van Mieris II p 172
Achternamenindex

graaf Willem doet uitspraak over de doodslag op Jan heer Gillisz van Brigdamme ener- en die op Philips Boudenz anderzijde: "vort segghen wi dat Symoen Boudijnssone weder gheven sal Clais Hughen Copperssoenssone als vele ghelts, als hem Symoen Boudynssone of wan, alse van der tiende, van der costerie van Brighedamme die hem Hanne Baervoetssone verkofte"

Alphen, van | 1469-1470

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Daniel van Alphen: houdt de costerie van Beverwijk voor zijn leven, benevens de Acre geestertienden te Velsen (tevoren onder het rentmeesterschap van Noordholland, nu van Kennemerland) (901 fol 13v); 1470-1471: (902 fol 17); 1471-1472: (903 fol 18) heeft de Acregeestertienden te Velzen voor zijn leven; 1472-1473 (904 fol 20), 1473-1474 (905 fol 18), 1474-1475 (906 fol 19v), 1475-1476 (907 fol 17v): dezelfde post; winter 1477 is hij gestorven

1520-11-06 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 48
Jaartallenindex

Karel beleent Gysbrecht van Brederoede Jorisz na dode van zijn moeder vrou Marie van den Werve Philips Ruychrocsdochter met 24 R gld per jaar uit die visserij van Schagercogge, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Gysbrecht dit leen over tbv heer Willem Oom van Wyngaarden: 1) de rente van 24 R gld op Schagercogge, 2) ⅙ deel van alle ambachtsheerlijkheden met toebehoren en gevolg van Melissant, Noorderscorre en Wellestripe, te wetene van aldaer te mogen setten scout, schepenen, dykgraaf mitter gifte van der kercken, costerie en andere geestelijke provenen, desgelijks maelrie, visserien, vogelrien, veeren en alle andere profyten der ambachtsheerlijkheid toebehorende, mitsgaders 1 gr Vls van elk gemet land tot erfscote ende oock mede van elk vat biers dat men binnen des voirs. landeken drincken en slyten mach 2 gr Vls erflick. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Vervolgens wordt heer Willem Oom van Wyngaerden, ridder, heer tot Albrantswaard, met deze lenen beleend

leenmannen: Jan van Vliet, heer tot Aerntsberge, Frederick van Suylen van Nyvelt, Cornelis Anthuenisz, secretaris van onsen Hove van Holland, Cornelis Barthoudsz

1535-03-12 (1534) |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 355v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Roelant van Heemstede heer tot Ottelant, als procuratie hebbende van heer Franchoys van Heemstede here van Liesveld, ridder, opdroeg tbv Roelant van Heemstede, des voors. heren Franchoys broederssone, de ambachten van Arlenderveen, Outshoorne en de Vrije Hoeven, met alle toebehoren, te weten tot den ambacht van Arlenderveen: schoutambacht, alle den tyns, die erfpachthuyre en placht te heten Raephorstpacht, die turfmate aldaer met allen heuren toebehoren ende annexe van dienaers, van de collatie van kerk, capelrie ende costerie aldaer, daer toe behorende. Tot den ambocht van Outshoorne, dat schoutambacht ende visserij aldaar met dat ⅓ deel van de corentiende ende smaltiende aldaer. Totter vryen hoeven: eerst seekere parceelen van landen die men weyde ende mit beesten beslaan mach. Item de erfpacht staande op 4 hofsteden op te selve vrye hoeven, zoals heer Franchoys die tot nu toe ten rechten leen hield. Karel beleent vervolgens Roelandt van Heemstede met dit alles ten rechten leen (vgl 1535-03-09)

Arent van Duyvenvoorde, Cornelis van Borsselen, Cornelis Barthouts Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen

1559-03-05 |

R.A.H. Coll Aanw 467 fol 8/Leenregister Brederode fol 59
Jaartallenindex

Hendrik heer tot Brederode, vrijheer tot Vianen, burchgraef te Utrecht, heer tot Haverincourt, ter Ameide etc, oorkondt "dat wij om sonderlinge gunst ende vruntschap die wij dragen tot Caspar Turck, man ende voocht van Juffr. Johanna van Aelst, ende mede gemerct die voorsz. Caspar Turck in de Affaires Rentel (?) dienst des Co. Maj. onsen Genadigen Heere, geweest is, hem te goede gegeven ende quijtgescholden hebben etc. alle waenversoeck bij hem als voocht syner huijsvrouwe gebesicht, mits dieselve niet achtervolcht en heeft onse placcaat in date 6 Jan. 1558." Hij beleent haar nu met dat gerechte van Aelst met de collagie of gifte van eenre vicarie ende costerie aldaer, noch die visserij, buiten- en binnendyks, geheten die Deempel, dat gemael metten waerden, aenworp, aenval ende affval, soo die in den voors. gerechte verschynen, ende voort alsulc goet als haar vader Gose van Aelst van ons ende van onsen voorvaderen gehouden heeft. Te houden tot een recht Zutphens erfleen

mannen: Frans die bastaard van Brederode, onse stadhouder van leen, Franck Renist van Voeresteijn, Dominicus van Cassiopyne; ondert: Roeloff Dobbe

1541-07-12 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 141v
Jaartallenindex

jhr Philips van Bourgoingnen, heer van Phallaix, St Annelant, Oelkensplate etc. verklaart dat hij te anderen tijden heer Franchoise de Vaille, in zijn leven ridder en amptman van de stad Antwerpen, en zijn erven vercoft en gehypothequeerd heeft op te heerlijkheid en land genaamd St Annalant, in het graafschap van Zeeland, een losrente van 375 gouden Kar gld; om deze rente beter te zekeren heeft de heer van Fallaix deze rente verlyt Coenraidt de Vaille, wettige zone van de voorn. heer Francois de Vaille, op zijn heerlijkheden, lenen en landen die hij nu heeft of crygen mach, van de uitgorssen, aenwassen en anwerpen van den Galanthee, Oelkensplate, Vloijhil en den Bommel c.a. van datgene dat althans bedykt is, genoemt St Adolphslant of namaels bedyckt zal worden, met visserij, vogelrie, maelrie, veeren, giften van kerk, costerie, beneficien, coren- en smaltiende van het voors. ambacht, zoals hem aangekomen bij dode van de heer van Ravesteyn. Vervolgens wordt Coenraedt de Vaille met de genoemde rente beleend, als leen van Putten (vgl 1529-07-28)

leenmannen: Cornelis Barthouts Jansz, Willem v.d. Criep