Bedoelde u soms?
crompvliet | cromvoirt

9 resultaten

Cromvliet, van |

Batavia Illustrata bl 1062, 959
Achternamenindex

genoemd: Maria van Cromvliet x Johan Monier, ridder; Maria van Cromvliet x Johan van Egmond van der Nyenburg

Cromvliet, van | 1502

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 178
Achternamenindex

Willem van Cromvliet, baljuw van het land van Voorne, contra de magistraat van Grysoord

Monier |

Batavia Illustrata bl 1062
Achternamenindex

genoemd: Johan Monier, ridder x Maria van Cromvliet, hieruit: Simon Monier x Hester van Renesse

1512 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 243
Jaartallenindex

Willem van Cromvliet contra de weduwe van Nicolaes van Assendelft. Op 1507-01-04 (1506) kocht de vrouwe van Assendelft van Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz en diens vrouw Sibille van Soutelande Gillisdochter, Willem van Soutelande Gillisz en Jan van Zevender voor 4800£ van 40 gr Vls een erfelijke rente van 300£ sjaars. Willige condemnatie van het Hof van Holland hierop 1507-01-04 (1506). Toen de vrouwe van Assendelft de met Kerstmis 1511 verschenen rente niet ontvangen had, ontving zij van het Hof brieven van executie, op grond waarvan de exploiteur Rutger Dircsz aan Willem van Cromvliet aanzegde, dat hij de rente alsnog moest betalen. Onder dreiging met boete werd hem gelast in de Voirporte in gijzeling te gaan, hetgeen hij niet deed. Ook ten tweeden male gedaagd, weigerde hij en werd verstek tegen hem verleend. Willem ging in appel bij de Grote Raad en stelde dat de vrouwe van Assendelft de rente van Jacob Jacobsz en diens vrouw Sibille van Soutelande had gekocht, de andere genoemde personen waren slechts borgen. Na de dood van Jacob Jacobsz en Sibille is Willem van Soutelande Gillisz als erfgenaam ab intestato in hun plaats als principale debiteur getreden. De vrouwe van Assendelft had zich eerst tot hem moeten wenden en daarna pas tot de borgen. Willem van Cromvliet was bij het eerste bevel om in gijzeling te gaan te Haarlem waar hij als gewezen rentmeester van Kennermland de gelden trachtte te innen die Jacob Jacobsz, die ook rentmeester van Kennemerland was geweest, nog had moeten afdragen. de vrouwe van Assendelft stelt dat er geen sprake is van borgtocht, doch van hoofdelijkheid en daarom kan zij de debiteur aanspreken die zij verkiest

Thou | 1526-12-01

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl V dossier 409/Geëxtendeerde Sententiën
Achternamenindex

Dirk Heyn Thou en Pieter Govertsz met de Procureur Generaal gedaagd voor de Grote Raad door mr Gillis van Soutelande. Sententie van de Grote Raad: verweerders krijgen gelijk: de goederen van Willem van Cromvliet moeten verkocht worden ten bate van alle crediteuren

1507-01-24 (1506) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 13v
Jaartallenindex

(doorgehaald) Karel oorkondt dat op ootmoedige bede van Jacob Jacobsz met zijn huisvrouw jvr Belye van Soutenlande Gillisdochter, Willem van Cromvliet, Willem van Soutelande Gillisz en Jan van der Zevender, hij geconfirmeert heeft alsulcke acte van condempnatie ten voordele van de weduwe van heer Claes van Assendelft, ridder, heer van Assendelft en Goudriaen, roerende een rente van 300 R glds tot 40 gr Vls, door comparanten aan de voors. weduwe verkocht, en verzekerd op diverse leengoeden. De aartshertog confirmeert deze 1506-01-24 secundum cursum Curia. Op 1539-11-03 erkent de heer van Assendelft dat deze rente door mr Gillis van den Soutenlande afgelost is

Assendelft, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 409/2, 4
Achternamenindex

de weduwe van Nicolaes van Assendelft, vrouwe van Assendelft, had voor 4800 £ Vls een obligatie gekocht, rentende 300 £ per jaar op Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter, Willem van Soutelande Gillisz en Jan van Zevender; toen niet betaald werd, sprak zij Willem van Cromvliet als hoofdelijke schuldenaar aan; 1516-1537: Aleid van Kyfhoek vrouw van Assendelft procedeert over haar vorderingen; zij overlijdt in 1530, haar erfgenamen waren: 1) Gerard, president van het Hof, 2) Floris, heer van Goudriaan, 3) Dirk, heer van Besoyen, 4) ... x Lambrecht Millinck, 5) jvr Josyna, weduwe van Steven van Zuylen, 6) jvr Katherine, weduwe van Johan van Cortenbach heer van Helmont; 1516-02-12: Aleid van Kyfhoek verkrijgt brieven van executie op Willem van Soutelande Gillisz, Willem wordt in de kosten veroordeeld

Soutelande, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werd, waardoor de vrouwe Willem van Cromvliet als hoofdelijke schuldenaar aansprak; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1526-12-01: sententie in het proces tussen mr Gillis van Soutelande contra de procureur generaal Pieter Govertsz en Dirck Heyn Thou, waarbij verweerders gelijk krijgen, dat de goederen van Willem van Crompvliet verkocht moeten worden ten bate van alle crediteuren; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£

Zevender, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4 sub f
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werden; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£

1512: Jacob Jacobsz, gewezen rentmeester van Kennemerland, zijn opvolger Willem van Cromvliet was bij het eerste bevel om in gijzeling te gaan in Haarlem, om daar gelden van Jacob Jacobsz in ontvangst te nemen