21 resultaten
1505-12-03 |
Arch Marquette 1718
Haarlem Algemeen
Philips geeft de duinen en wildernissen gelegen op de zuidzijde van de Haerlemmerwech, gewoonlijk Zijlwech genoemd, strekkende over 't Zwarte velt tot aan de Zee toe, ten noorden van Zantvoirt, in een eeuwige erfpacht aan Walraven heer van Brederode en Vianen, burchgraaf van Utrecht, voor 324 £ Holl sjaers, verzekerd op de heerlijkheden van Brederode. In dorso: erfpachtbrieff rakende de houtvesterij van Brederode (Afschrift van een gecoll. afschrift uit het Bonte Register, beginnende anno 1504 fol 33v ter Camere van hare Ed. Gr. Mog. Domeynen, dd 1755)
1698-05-27 (2)
R.A.H. O.R.A. 2111 fol 69v
Transportregister Egmond
schout en schepenen van Egmond oorkonden dat de heer Johan Brederoe, secretaris van de Wieringerwaard, transporteert aan de E. Lubbert van Gerrevink, onse confrater in offitio, seeckere huijsinge en erve, oude tuyn, liggende op de Houff, met een vrije notweg over ende door de baanen daer besuyden toekomende Andries Meijnsz de Haas, oost: de heer Johan Blauw, west: de kinderen en erfgenamen van de heer Abram Cleijnkens, zuid:de Molesteegh, noord: de wagenweg. Erfpacht 10st en 7st 8 penn tbv de Domeynen van Egmond. Koopsom 150 gld
Franchois Schiffer, schout, Reijer Pietersz en Arien Crelisz, schepenen
1573-11-09 |
R.A.H. Coll Aanw 139 Afd Kennemerland fol 8v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Gerrit van Schooten, priester, na dode van zijn oom jhr Gysbrecht van Schoten Gerritsz, met een jaarlijkse losrente van 100 £ Vls uit de goeden en domeynen behorende totter heerlichede van Hoochwoude, Eerstwoude ende Spanbrouck, hetzij schoutambachten, tienden, visscherijen, landen etc, als vermeld in de constitutiebrief dd 1546-05-28, gepasseerd bij de eerwaerdige Vader in Gode, onse lieve en getrouwe neve heer George van Egmond, bisschop van Utrecht. Hulde doet voor hem zijn neef jhr Adam van der Duijn, als gecoren voogd
mr Cornelis Oem, Raad ord. in den Hove van Holland, Joost van Dam, secretaris in den Hove van Holland, leenmannen
1531-09-02 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 5/Leenregister Brederode fol 3v
Jaartallenindex
Reynolt heer tot Brederode etc beleent Vrouwe Janne van Gaveren, onse lieve nichte, geechte huisvrouw van heer Jacob van Gavere heer van Fresijn, hoochbailju van Henengouwen, Ridder van der oirde, een jaerlixe rente van 50 Kar gld uyt die domeynen van Hollant, uyt handen van de rentmeester van Noorthollant "achtervolgende den partagie gemaakt tussen ons sal. heer vader heer Walraven in syn leven heer tot Brederode ende onse salige moeye Vrouwe Walrave van Brederode moeder onsers voors. nichte" dd 1501-08-02. Haar man doet de eed
1531-12-02 | Heemskerk
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 21; Arch Marquette no 1106 no 237/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Karel beleent heer Floris Saij van Adrichem, presbyter, na dode van zijn broeder Bamgaert Say, met 14 £ van 40 gr Vls, jaarlijks te ontfangen op 11 september uyt onsen domeynen van Kennemerland, comende van een hofstad die te anderen tyden toebehoorde Philips Saij, gelegen in de ban van Heemskerk tot Noordtdorp, ende geappliceert is aen onsen domeinen voirs. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Adriaen Jacobsz als zyn gezette voogd in deser zake doet de eed voor hem. Op 1531-12-08: wordt heer Gheryt heer van Assendelft hiermee beleend, na opdracht van heer Floris Say alias van Adrichem, priester (transfix bij 1531-12-03)
Cornelis Barthouts, mr Nicasius Carroij (bij Marquette iplv hem mr Erasmus Carbon), Willem Pietersz Criep, Hubrecht van Houf, leenmannen
1564-07-12 (4) | ook Heemstede, Schoter Vlieland
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 341-348
Haarlem Algemeen
(vervolg) D is ten deel gevallen aan Marytgen Hugendochter [de Groot]: 1) een stuckie lant gelegen binnen de vryheyt van Haerlem in Rosenprijeel, gebruict bij de weduwe van Coppen in den Engel om 53 £ sjaers, 2) een stuckie lants groot 4 maden, gelegen in Heemstede aen Smalincxlaen, gebruikt bij Lauris Symonsz om 38£ sjaers, 3) een stuckie lants groot 10 coevennen, gelegen in de ban van Helloo off Oosdom, gebruict bij Jan Simonsz om 43£ sjaers, 4) een stuckie lants opt Vlilant bij Schoten, groot 3½ maden, gebruict bij Floris Dircsz om 28£ sjaers, 5) een stuckie lants, groot 4 morgen in Schoten, daer de heer van Brederode jaerlix te erfhuer op heeft 14 schell 9 penn, gebruict bij een vrouw gen. Dirckien om 17£ sjaers, 6) op de voors. stede 7£ 10 st sjaers losrente op de naem van Willem van Berckenroe, 7) op de voors. stede 17£ 10 st sjaars losrente, op de naam van Gerrit Stevensz, 8) op de voors. stede 2£ 10 st sjaars losrente, op de naam van Catharina van Berckenrode, 9) 12£ 10st losrenten sjaars op de domeynen van het Vroon, ten name van Gerrit Stevensz, 10) 9£ 7st 6 p. sjaars losrente op de domeynen voors. op de naem van Floris van Adrichem, 11) 5£ 10st sjaers losrente op naam van Claes Arijensz tot Overveen, 12) 2 Wilh. sch. sjaers erfpacht op seker lant bezeten bij de kinderen van Lauris Aldersz tot Heemskerc, 13) 3£ sjaers erfpacht op seker lant beseten bij Simon Lambrechtsz tot Hello, 14) 3£ sjaers op land beseten bij de nasaten van Claes Claesz tot Assendelft
1543-12-08 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 324, 328
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, heer van Sevenbergen etc, bisschop van Luik, verkoopt aan heer Gerrit heer van Assendelft een jaarlijkse rente van 120 Kar gld, losbaar met 1920 Kar gld, verzekerd op onse goeden, tienden, duynen en anders, gelegen tot Eemskercke, op onse heerlijkheden en domeynen van Oosthuysen, Eetersem en Noordeloos. Hij geeft vervolgens volmacht aan Willem van der Criep, Cornelis Harpersz van Haeften en Adriaen van Lavella, procureurs, postulerende voor den Hove van Holland, om voor stadhouder en leenmannen confirmatie te verkrijgen op deze belasting van zijn leengoeden. Op 1544-03-05 confirmeert de keizer deze akte op verzoek van Adriaen van Lavella q.q., en beleent hij heer Gerrit met deze rente
1544-03-05 presentibus: Wouter van Beeckesteyn, onse schout van Haerlem, Cornelis Barthouts en Nicolaes Barthouts
1527-03-02 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 169
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Magdalena mr Claes Grijpsdochter na dode van haar nichte jvr Janna Adriaen Boudinsdochter van Soetelinckkercke, met: 1) 11 ½ morgen in den ambachte van Rijswijck, in twee stucken: a) de 7 morgen in Claes Grypswoninge, oost: Jan Ruychrock, west: Jan Pyl, west [!]: Floris Claes Grypsz, noord: die Hoeve, uit welk land jaerlicx gaen 4£ Holl en 3 R gld, b) die 4½ morgen gelegen gemengder aarde met die Chartreusen van St Geerdenbergh, oost: Jan Pyl voors, west: Jacob Jansz, zuid: Floris Gryp, noord: die Hoeve. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) 10£ Holl per jaar uit het incomen van onsen domeynen van onsen lande van Voorne. Leen van Voorne. Mr Erasmus Cornelisz, pensionaris der stad Middelburch, doet als haar gemachtigde de eed
Dirrick Goodschalk, rentmeester-generaal van N. Holland, Vincent Dammas, auditeur v.d. reeckeninge, Gerrit van Loo, clerck ord. v.d. rekencamer, Cornelis Bartouts, Willem Pietersz Criep, Hubrecht van Hoef, leenmannen van Holland
1483-07-01 |
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 4, 5/Reg Max. Philips fol 1v
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen, om aan hun bwezen diensten, Pieter Lanchals onsen hofmeester, ende een van de Gecommitteerden op t stuck van onsen domeynen en finantien Lodewyk Quarre onse ontfanger generael van onse finantien ende Cornelis Cruesinck, onder houtvester van onse landen van Hollant, voor hun en hun erfgenamen, met al de wereldlijke goederen, lantrenten, incomingen en heerlijkheden die Heer Everardt Soudenbalch, priester, proost van Maestricht, in onsen landen ende heerlycheden liggende heeft alsoe wel dat leen ende heerlicheden van Cuenre, mit Oerck, Emmeloert ende Dussen, liggende in onsen voors. lande van Hollandt en Vriesland. Welke goederen geconfiskeert zijn omdat heer Everaert een der principaelsten geweest heeft in de oorlog tusschen den hertog en de stad Utrecht. In de volgende brieven belenen de hertogen hen met de heerlijkheden van Oircke ende Emelsoirde mit Monickenlandt tot zulk een recht als heer Everaerdt voorn. die hield
1565-03-21 (1564) |
R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 172v; R.A.H. Coll Aanw Caput Kennemerland 135 fol 68, oud fol 57
Jaartallenindex
koning Philips beleent Vincent van Lochorst heren Gerritsz, ridder, na dode van zijn broeder heer Willem van Lochorst, ridder en raad van onsen leenhoven in Holland, met: 1) 12 morgen land in den ambacht van Warmond, noord: een water geheten "die Syl", zuid: een camp geheten "Schinevenne", 2)" Ruysschen boomgaert" uit 1½ morgen land met een uiterdijk daaraan gelegen in het ambacht van Leiderdorp, 3) 3 morgen te Leiderdorp achter Jan Meskens boomgaert, die Vranck van der Does te leen houden placht. Tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven; 4) met een erfelijke rente van 300 gouden Kar gld sjaars uit de duinen en wildernissen, tienden e.a. goederen van de heer van Sevenbergen, gelegen tot Eemskerke, heerlycheden, goeden, domeynen van Oosthuysen en Eetersem, van Noordeloos ende van Nyencoop, ende voort generalick op syn goeden en heerlicheyt van Sevenbergen ende alle andere sijn goeden, leen ende eygen, binnen de grafelijkheid van Holland
Jacob van der Does, Raed in onsen leenhove, Willem van Berendrecht, Pieter Herwyer, leenmannen