3 resultaten
Brederode, van | 1629
Geneal Herald Gedenkw dl III p 20
Achternamenindex
Ned Herv Kerk te Egmond aan de Hoef: "ick Jan Cornelijs van Brederode, gestorven sijnde in t jaar 1629, verwacht hijr die opstanding der dooden"
1423-09-29 |
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 188v/Mem Ducis Johannis fol 145
Haarlem Algemeen
hertog Jan oorkondt dat wij met onsen Raden ende clerken gesien hebben een punt van eenre hantveste die onse goede stede van Haerlem in voirtiden van onsen voirvaderen vercregen heeft, in houdende also hiernae volcht: wairt oic dat diegene die in synre eygenre woning gesocht worde, manlike hem verweerde ende den huijssoecker ende alle sijne medegesellen die dair waren dootsloege, hij soude mi gelden van elken dood 4 penn. of mijn nacomers en ic of mijn nacomelingen souden sculdich wesen hem dairop te beschermen ende te versoenen jegens den dooden magen ende hem vasten vrede geven. Ende want Clais Albout gewapender hant mit een seker manninge die onse ballinge waren bi nachte binnen onser stede van Haerlem gecomen is in Herberens huijs van Foreest, om hem van lyve ter doot te brengen, dair Herberen voirn. hem also verweerde dat hij Clais voirs. werkender hant dootgeslagen heeft, also dat die sake na inhout der hantvesten voirs. an ons gecomen is, so ist dat wij dien dootslage voirs. alinge ende al an ons nemen, ende hebben dairomme Herber voirn. quytgescouden ende vergeven alle sulke bruecken ende misdaet als hij daeraan tegen ons etc misdaen mach hebben, want hij ons van denselver dootslage wail voldaen en gebetert heeft mit 4 penn. als recht is
Egmond, van | 1312-10-28
Van Mieris II p 127/Bockenberg: Egmondanorum Historia et Genealogia p 51, 52
Achternamenindex
twist tussen Wouter van Egmond en abt Bartoud van Egmond over het goed van Egmond; Wouter volgt het advies van zijn Raad: - dat men in den boeme voor dat steenhuys houden sal drie gadinghe s jaers, - dat waar enich man geslagen orde binnen den dorpe, so souder Wouter comen ende vragen den abt wanneer dattet den abt goedtdocht dat menre over rechte, ende sal den abt bidden dat hij daerover ware; als de abt niet thuis is, zou hij de prior aanspreken, also bij mijn te zitten ende dat recht van den dooden manne sal wesen voor t naeste huys van den dorpe voor die bregge. - Hij sal niet rechten over des Godshuys mannen dan van dootslagen ende van vechten. - Voort waert dat saecke, dat die boden van den Hoeve misdaden in den dorpe, dat soude ic, ofte mijnen bode den abt seggen etc
scheidslieden: Hugo prior van Egmond, Gerardus de Heemskerk, Joannes Persyn senior, Walterus Wterwyck [uter Wijc], Theodericus de Rollant