11 resultaten
1494-10
folio 97 LXXIV 1492-1495
Transportregister Haarlem
Guerte Lubbertsdochter met haar oom Pieter Bouwensz als voogd, lijt dat Duve Dircsdochter Meijns Pietersz wijf haar al voldaan heeft al haar aanspraken op de erfenis van Pieter Michielsz daer zij kint bij dragende is, die in zijn leven de voirs Duven zuster zoen was
1626-08-20 |
Not Arch Egmond 787 akte no 100
Jaartallenindex
Jacob Cornelisz Walenburch, openbaar notaris te Egmond op de Hoef, instrumenteert het testament van de eersame Geldolff Jansz van Harlaer, wonende tot Egmont op tie Hoeve: hij legateert aan zijn zuster Anna Jansdochter van Harlaer (1644-06-14, 1657-05-09) 6 Kar gld in eens, "om sonderlinge redenen, liefde en affectie die hij tot Anna Jacobsdochter van Egmont zyn huisvrou is dragende", maakt hij haar tot zijn universele erfgenaam, uitgezonderd "den alleenlycken t gunt Trijn Cornelisdochters zynen testateurs moeder hierinne bevonden soude mogen werden te competeren", gepasseerd bij zijn notaris te Egmond op ten Hoeven aan de noordzijde van de Heerenlaen
ter presentie van: Jacob Jansz Apelman, coopman te Amsterdam en Floris Meynertsz, timmerman, wonende op die Hoeve
Zevender, van der | 1489-06-16
R.A.H. Coll Aanw 109 N.H fol 163, 165v, 166v/Reg Max. Philips fol 49
Achternamenindex
Vrederick van der Sevender de oude onterft zijn oudste zoon Vrederick de Jonge "him onthoudende is binnen der stede van Rotterdamme, dragende ende houdende partye contrarie tegens onsen aldergenadichste Heer den Roomsch Koninck" en maakt zijn lenen op zijn jongste zoon Jan van der Sevender, nl 5 gaarden land in het land van Steijn, oostwaerts an die Wateringe gelegen, en 50£ uit de wind van der Goude; 1489-07-23: wordt hij beleend. Verder ontvangt hij van zijn ouders (moeder is jvr Willemsdochter ten Vliet) de visserij van Cochem in die Lecke, een bloktienden in het ambacht van heer Aerntsberghe, geheten die Nesse; belening volgt op 1489-06-23
Claes Joostenz, Baernt Jansz en Jan Willemsz, leenmannen
1558-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 261 fol 184v, 233v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
mr Heynrick Dircsz, oud burgemeester van Amsterdam, zit gevangen in de Voorpoort van het Hof, zoals hij zegt 16 weken en onschuldig. Daar hij 64 jaar oud is, en zijn gezondheid niet best, vreest hij ernstig ziek te worden. "Hierbij gehevoucht die groote swaricheijt ende benautheyt van harte dien hij dragende is uyt saecke van zyn oude sieckelijke huysvrouw en zijn bedructe kinderen". Daar de pest heerst in Amsterdam wil hij gaarne naar huis. Bovendien wordt zijn goede naam hoe langer hoe meer belasterd. Hij verzoekt op een borchtocht van 10 of 12000 gld uit gevangenschap ontslagen te worden. Het Hof ontslaat hem uit gevangenschap op een cautie van 20000 gld. Hij keerde blijkbaar weer in gevangenschap terug, want op 18 Nov. 1558 wordt aan Heynrick Dircsz, poorter te Amsterdam, jegenwoordig gevangen alhier in den Hage, op een cautie van 20000 gld vergund om voor een tydvak van 3 weken naar Amsterdam te mogen reizen
1592-01-04 | Jisp
Lams: Handvesten Kennemerland 1664 p 576
Jaartallenindex
wij Pieter Pietersz Kuyper en Dirck Pietersz, thegenwoordigh eijghenaars van de Oostermolen tot Jhisp bedancken schepenen ende vroetschappen van Jhisp ende Wormer, van t konsent dat wij de voors. moolen mochten oprechten ende timmeren, doch op conditiën ende voorwaerden hier naer verklaert: 1) verplichting tot het onderhouden van de molen-brugge, mitsgaders het molenpadt, [so] dat een huijsman met een sacke greijne, hetzij rogge ofte tarwe, dragende op zijn schouderen, also wel by de winter als bij de somer, bequamelycken aen de molen sal mogen gaen, 2) zij zullen de burgers, huysluyden en ingesetenen van Wormer en Jisp een voorkeursbehandeling geven t.a.v. het malen boven een buytenman, 3) zij zullen de burgers etc even geriefelijk helpen als de backers, 4) zij zullen malen opt maelloon als de andere molens binnen Wormer en Jisp, namelijk van de Haerlemse sacke tarruwe drie groot, een Haerlemse sacke rogge een blanck, en sacke gerst of haver 10st, t vorenstaande op een boete van 42 st voor de officier, onderteekend door oorkonders en bezegeld door Hans Harritsz, onze schout van Wormer en Jisp
ter presentie van Jan Ribsz en Jacob Jansz, schepenen van Jhisp
1506-12-25 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 7, 8v
Jaartallenindex
Karel etc oorkondt dat jvr Janne van Naeltwijck Jansdochter met haar gecoren voogd mr Willem van Berendrecht, Raad ordinaris van Holland, te kennen geeft dat haer als oudste zuster van haar broeder Willem van Naeldwijck Jansz, onlancx deser werelt overleden, aengecomen is 200£ Holl tot 30 gr Vls t pond, uit alle de leengoeden als deselve Willem van Naeldwijk ontfangende was uijt alle leengoeden die wijleneer toebehoord hebben jvr Willemene van der Wateringe, des voors. Willem van Naeltwijcks oudemoeder, gehouden van de grafelijkheid van Holland, dat sij minlycke overeengekomen is met jvr Catheryne van Naeltwyck, haer jongere zuster, jegenwoordige huisvrouw van onsen lieven en getrouwen Raedt ordinaris in Holland mr Jan Boudynsz, consenterende uyt liefte ende gunste die zij tot haar voors. suster dragende is, dat men haar zuster belene met de voors. 200£ Holl. Karel stemt met deze overdracht in en beleent jvr Catherina er mee, tot een onversterfelijk erfleen. Mr Jan Boudynsz doet de eed voor zijn vrouw. Eodem die maakt jvr Catharina 100£ van deze rente tot lijftocht voor haar oudste zuster jvr Janna, haar leven lang
present: mr Jan van Duvoirde, Godschalk Oom van Wingaerden, Willem van Ruyven, Dirck van Boneem, cleine Jan Bruyn
1468-03-11 (1467) |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 371/Mem Hof van Holland Mem. Poes Copie
Jaartallenindex
de Procureur Generaal brengt bij het Hof aan dat zekere Mathijs als brodige knecht woonde bij Claes den Grebber "denwelken hij dieflic ontstolen ende ontdragen hadde zekere percelen van gelden en cleynoden, dragende tot grote somme van penninge". Daarna is Alyd Kersten gecomen binnen der stede van Aemsterdam en liet de dief aanhouden door een bode. Zij bracht hem bij haar zuster Lysbeth, wonende in de Warmoesstraet, waar zij ook ontbood Jan Berenz, Jan Claesz en Gerijt Ghijsen, die de dief beschuldigden het zilverwerk van Claes de Grebber tot Delff ter lumbairden gebracht te hebben en daarop 20£ gr ontvangen te hebben. Onder bedreiging dwongen zij de dief een deel van het ontstolen geld en zilverwerk terug te geven. Zij lieten hem daarna lopen. Toen de schout van Amsterdam dit hoorde, begaf hij zich naar de camer waar de genoemde personen nog bijeen waren, die echter zeiden van niets te weten. De schout bracht de zaak bij de Proc. Gen. aan, die nu eist dat elk van de genoemde personen veroordeeld zal worden tot een boete van 500 gouden lyoenen wegens niet aangifte van een misdrijf en het laten lopen van een dief
1470-09 - 1471-09 (1) |
Rek Rentmeester Kennemerland 902 fol 5, 6, 15
Jaartallenindex
(fol 5) van de herfstbede in Kennemerland: Sloten 5 £ 8sc 8d ende Oesdom [lees: Osdorp] 3 £ 10sc ende te vangen 10sc, dragende tesamen 9 £ 8sc 8d tsjaers, die houdt ende gebruyct nu die here van der Vere mitter ambochtsheerlicheit van Slooten ende van Oesdorp, bij cope dairaf bij him gedaen jegens wijlen jvr Katheline van Cleve ende van der Marcke, die dat vercregen hadde van huer moeder vrou Margriete van den Berge, wie dat aenbestorven was van wijlen jvr Margriete van Cleve, oick huer dochter, hertoge Alebrechts gravinne [!] van Hollant leste wijf, alst blyckt by zekere verlijbrieve van wijlen hertoge Philips dd 1434-10-10; (fol 6) Aelmaer voirs. van eenre erfrenten van 50£ sjaers tot 25 stuvers t stuck ende die zij jaerlicx betaelt hebben Dirck van Raephorst dien dat gegeven was in een recht leen te houden van de grafelicheyt van Hollant, dewelcke Dirck van Raephorst onlancx aflivich geworden is sonder getruwe zone achter him te laten, ende is mitsdien tselve leen en rente gecomen aen myn genad. here; (fol 15) van den wagen van Oestzanen, Westzanen ende Crommenierdijck, diewelcke Dirck Put in pacht heeft 10 jaar lang, ingaande Alre Heyligendage 1465 om 8½ Eng nob. sjaars; 21£ 5sc
1572-03-30 |
G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 tussen fol 124v en fol 127
Jaartallenindex
compareerde Hendrik Cornelisz, buyrman tot Hillegom ende verclaerde hoe dat hij comparant op ten Sondach genaempt Judica als te weten den 13e der voors. maendt, mitter edele Hugo van Terslong vuijter kercke comende na de Hoochmisse, zeeckere questie ende geschille gecregen heeft, en nae vele injurieuse woorden totte zelve gesprooken, die voors. Treslong mede met gramschap ontsteecken zynde, heeft hem comparant met zijn brootmes, t welck hij bij avontuer in zyne alsswade [?] was dragende ende quetsure ofte steecke gegeven in zyn slincker zyde, ende oft gebeurde (dat God verhoeden wil) dat er enich accident ofte inconvenient toe quame te overlyden (alsoe hy nu ter tijt is gaande en staende), zoe is zyn uyterste wille ende begeerte dat zyne vrunden ende maegen ter zaecke van dien de voorn. Hugo van Treslong ofte de zynen enige molestatie ofte wrake zullen doen ofte laeten geschien, soe hy hem tselve feyt en de voors. quetsure uyten grondt zynder herte is vergevende ende quytscheldende voor nu ende ten eeuwigen dage, dan alleen dat hij Treslong gehouden wort t meesterloon en verteerde costen te betalen ten dage toe dat hij de volle genesen zal zyn, des beloofde de voirs. Hendric Cornelisz wederom uyt den huyse van mr Wigger Allardsz, chirurgijn, die hem onder handen heeft, buyten zyne wille niet te scheiden voor en aleer hij ten volle genezen ende gecureert zal zyn etc.
1571-01-20 |
Ms Opstraeten III fol 1491/Gaasbeek
Jaartallenindex
Johan van Oestrum Jansz, door opdracht van mr Peter Jansz, chirurgyn te Utrecht, gemachtigt van jvr Maria Spruijt, weduwe Jan van Oostrum, procuratie dd 1571-01-13: 1) 8 morgen in Abcoude, noch 2 morgen aldaar, onderdeelt in 4 morgen met Dirck Boeckel Hermansz. Voorts opdragende haren sone ½ van de nabeschreven goederen: 2) een steenplaets en 2 calckovens met 8 morgen weylant; over de Rijn in de Waert noch 8 hont rijslant tot weylant gemaecht ende 15 hont cleijlant, noch 4 hont cleylant, alles gelegen bij Leijden, 3) 8 mergen tot Alphen bij de Goudse sluys, 4) ½ van 26 morgen die Peter Pynssen in lijftocht bezit in Warmond en noch na Peters doot ½ van 900 gld, 5) 2 morgen in t Sticht in Neder Langbroec, 6) een huysinge op Rapenburch tot Leyden, ende inboedel, 7) 7£ Vlaems sjaers op Leijden, 8) 28 gld sjaers aen de Mijsyde te Bodegraven, 9) 18,-5-0 op de Staten van Holland, en 12-10-0 op de domeinen, 10) 12 gld op Adriaen Dircsz te Coudekerke, 11) 13-5-0 op die schout van Sevenhoven, 12) 12-5-0 sjaers op Jan Symensz de Binck op de oude Rijn te Leiden, 13) 9 gld op Cornelis Jansz te Alpherhorn, 14) 25-12-8 op Peter Pynssen, 15) 8-3-0 op een huis te Amsterdam, 16) 3 gld op de weduwe van Cornelis van Noort, 17) 6 gld op een huys in de Gansstege te Utrecht, behoudelyc haer lijftocht, en dragende ½ van de lasten v.d. voors. goeden
present: Albert van Lewen, Aert Aertsz van Besoyen