12 resultaten
1325-10-20 | Medemblik
Van Mieris II p 365
Jaartallenindex
burcht: graaf Willem bepaalt in overleg met zijn Raad dat er voortaan "stadelix een capellaen wesen zal op onze burch te Medemblic dierre daghelix misse op doen zal". De baljuw moet hem te eten en te drinken geven zonder dit aan de graaf in rekening te mogen brengen. Van sgraven wegen zal hij hem jaarlijks geven een paer cleeder en 3£ Holl of 5£ Holl zonder clederen, de ene helft te Paschen die andere te Bamis
1489-08
folio 15v XVII 1489-1492
Transportregister Haarlem
Jan Meijnsz vercoopt Rutger Jacobsz een huis en erf in die Doelstraet, an d'een zide: Rutger voirs, an d'ander zide: Mart de coeckebacke, afterwaerts streckende an Rutger voirs. Hiervoeren zal Rutger hem houden zolang hij leeft en besorgen eten, drinken, vier, licht en scoen
1421-08-04 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 129/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat heer Dirc Baeck, priester, met zijn momber Claes Jansz die barbier, geliede dat hij kwijtgescholden heeft aan de gasthuismeesters binnen Haarlem: 1) 3 gouden Ghentse nobelen sjaers op de stad Haerlem, 2) 4 maden lants gelegen in den ban van der Liede, belent zooals de betreffende brief inhoudt, 3) al de roerende en onroerende goederen die heer Dirc voorn. bij zijn dood na zal laten, onder condicie dat hij zoolang hij leeft daarover nog in volkomen vrijheid zal mogen beschikken. En onder voorwaarde dat de gasthuismeesters hem een camer in het gasthuis zullen bezorgen en eten en drinken etc tot zijn dood toe etc
Dirc Gheryt Gherytsz.z en Jan van der Lane, schepenen
1484-03-15 (1483) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 38/1 no 257/St Elisabethsgasthuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Katrijn Symon Jansz weduwe met haar gecoren voogd Jacob Coppirtszoen, geliede dat zij voor haar zieleheil besproken en gegeven heeft aan het St Elisabethsgasthuis te Haarlem, de navolgende percelen: 1) een huis en erf gelegen op tie Oude Graft tusschen Pieter Gerrytsz Slim an die een zide, Jan van Harp, an die ander zijde, afterwerts streckende an OLVr ghildehuys, 2) een huis en erf gelegen in die Gasthuystraet tusschen Willem Dircxz an die een zyde, Griet Claes Pietersz weduwe an die ander zijde, achterwerts streckende an Willem Dircx voirs, met de pacht op deze huizen staande; 3) een stuck lants gelegen in den banne van Assendelf, genoemt Hannencamp, ende is gelegen buyten dijck ende beleent hebben Brecht Claesdochter aen die een zijde, t veer tot Assendelft an die ander zyde; 4) al haar andere goederen, roerend en onroerend, waar ook gelegen. Het gasthuis zal haar hiervoor eten, drinken, vuur en licht etc verschaffen zoo lang zij leeft, gelyk als den anderen proveniers
Jan van der Meer en Dirck Spijcker, schepenen
1499-07
folio 49v XLI 1498-1501
Transportregister Haarlem
Katrijn Jan Bouwensz de maetselaers weduwe en hoer dochter Dyewer Jansdochter, met Borwout Pietersz hun beider voogd, verkopen aan Pieter Jansz de maetselaer der voirs. Katyrijnen zoen en Dyewers broeder (te weten de voirs Katrijn d'een helft ende deselve Dieuwers broeder ¼ deel) van den huijs en erve in die Paerdestege, an d'een side: Jouffrou Kerstyn Aelbrechts weduwe van Assendelft met haar kinderen, an d'ander side: Katrijn Symon Wyntgensz weduwe, afterwerts streckende an Jan Jansz Mostert. Hiervoeren heeft Pieter zyn moeder Katrijn angenomen binnen zyn huijse te houden, eten en drinken etc te geven na haer staet
1535-12-03 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 164v
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Oom van Wyngaerden na dode van zijn vader heer Willem Oem van Wyngaerden, ridder: 1) ½ van ⅙ van alsulke gorsen, landen en slyken, genaemd Grisoerde, Duvenwaerde, de Tonge, Hugenvliet, Hellebremschat en Battenoort, en alle andere hoe ook genaamd, gelegen tussen die bepalinge en gemercken hierna beschreven als Honsloe N.O. uijt, ende dat Heijdiep van Greveningen zuidwest of, Wellevliet, Herkinge ende die Ryere, N.W. waert of. Mitter ½ van ⅙ deel van de moerneringe en brand daertoe behorende, 2) ½ van ⅙ deel van den ambachte, ambachtsgevolge, thienden, molen, visscherijen, vogelryen, giften, kercke, boeten, foerfeyten van de voors. gorssen en slyken. Behoudens onse jaerlixe gelde en erfpacht daaruit, 3) ⅙ deel van alle ambachtsheerlijkheid etc. van Melissant, Noerderschorre ende Wellestrype, gelegen in onsen lande van Voorne, te weten van aldaar schout, schepenen en dijkgraaf te mogen zetten, gift van kerken, costerijen, geestelijke provenen, maelrien, visscherien, vogelryen, veeren, ommeloopen, thienden. Mitsgaders 1 gr Vls van elke gemet jaerschot en oock van elk vat bier dat men binnen de voors. landeken drinken en slyten zal 2 gr Vls, 4) ⅙ deel van de voors. ambachtsheerlijkheden en gevolgen van Melissant, Noorderschorre en Wellestrype, alles onversterfelijke erflenen van Voorne, 5) 20£ Holl per jaar op te bueren uit onze tollen te Schoonhoven, 6) 10£ Tourn. per jaar uit onse renten van Woerden, erfleen. Zijn zwager Pieter van Halmale heeft als een van zijn voogden de eed voor hem gedaan (vgl 1534-08-26, 1536-05-26)
Reynier Brundt, Raad Ord, mr Jacob de Jonge, heer tot Baerdwijk, Floris Oem van Wyngaerden heren Jacobsz, ridder, Pieter Bol, auditeur v.d. rekenkamer, Cornelis Barthoud Jansz, Frans [Frank ?] v.d. Hoeve, Anthone le Bucq, leenmannen
1556-06-17 |
R.A.H. Coll Aanw 259 fol 417v-422v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe Jan Oem Jansz, Puter Oem Jansz, wonende tot Amsterdam, Dirck Jansz alias Dirck Claesz, wonende in Purmerende, broeders van Jacob Jansz, mede wonende tot Amsterdam, Gerit Jan Lambrechtsz, oem, en Claes Doedez eertyts burgemeester tot Amsterdam, als getrouwd hebbende die moeye van des voors. Jacobs huysvrouw, alle als naeste vrunden en magen van de voorn. Jacob Jansz, geven bij request aan het Hof van Holland te kennen dat Jacob gehylict ende zyn eygen voogd geworden zynde, begonnen was zich zeer qualyk te gedragen, te drinken en zijn goed te verkwisten. Voor schepenen van Amsterdam had hij dit op 1553-03-11 erkend en beloofd zijn leven te beteren. Hij hield zich hier echter niet aan, verkwistte ook de goederen van zijn huisvrouw, bedragende meer dan 2000 gld. Intussen was Jacob Jansz uit vrees voor moeilijkheden naar Purmerend verhuisd, waar de toestand nog verergerde. Hij verkocht zijn part van de comanschap van een palinckschap zeilende op Engeland en verbrastte de opbrengst. Op naam van zijn broer Jan Oom Jansz kocht hij te Londen 1½ brous Engels bier, verkocht dit weer en verbrastte de opbrengst. De brouwer liet daarop ½ van Jacob's huys in de Warmoesstraat te Amsterdam (........), doch ontving niets van de opbrengst daar er preferente crediteuren waren ten bedrage van boven 300 gld. Aan Jacob restte thans nog enig land in Nieuwe Tonge. Zij verzoeken het Hof Jacob onder curatele te stellen, met benoeming van zijn broer Dirck Jansz alias Dirck Claesz tot curator
1529-07-29 |
Ms Opstraeten III fol 1162-1164
Jaartallenindex
maaggescheid tussen Jan die Ridder ende Anthonis die Ridder ende Cornelia Anthonis die Riddersdochter, broers en zuster: Jan zal aan Anthonis en Cornelia geven het erfdeel hun aangekomen van wijlen hun ouders Antonis en Janna, te weten van huijs van hoff van berrich ende schuer van die steenen camer ende van alle huijsraet ende inboedel, schult, goud, silver, roerende en onroerend goed waar ook gelegen. 1) 4 morgen lants gelegen te Ryn wert after Walenborch, van de hoeftweteringe aen 2 campen daer boven, belend: Jan die Ridder en die Vrou van Vrouwenclooster [Geertruud de Ridder]; 2) 2 morgen 1½ hont te Rijnwert, streckende uter Langbroeckerwetering in die hoeftwetering, belend boven: Jan die Ridder, beneden: die abt van Oostbroec; 3) 2 morgen gemeen met 2 morgen die dat Gasthuys tot Wijck toebehoren, belend boven: die heren van den Dom te Utrecht, beneden: Anthonis die Ridder Gerritsz; 4) 8 morgen te Goeijwert, streckende ut die Langbroecker wetering in die Goeijer wetering, belend boven: Willem die Ridder, beneden: die heren van den Dom. Jan zal deze 8 en die 4 morgen vrijen en lossen ende Anthonis en Cornelia sullen ut die 2 morgen gelegen op die Muelencamp lossen eens 28 Ph gld ende dat daer meer op staet sal Jan lossen. Jan zal Anthonis en Cornelia een jaar lang te eten en te drinken geven. Willen Anthonis en Cornelia hun land verkopen of verhuren, dan zal Jan hierin voorrang hebben.Noch sijnt voorwaerden dat Jan die Ridder, Anthonis die Ridder, Frans Aelbertsz [x Willemyn de Ridder, zuster van Jan, Antonis en Cornelia] ende Cornelia Anthonis die Riddersdochter geven sullen Jan die Ridder haer natuerlycken broeder elc 12 gouden Hertog Ph gld eens
hier waren bij: Reyer Roelofsz van Wykersloot, schout in het gerecht van Neerlanbroec, Willem die Ridder, Frans Aelbertsz, Goyert Jansz
1536-05-27 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 179-182v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen compareerde Cornelis van Wyngaerden mit Vranc van der Houve als zyn gesette curatoer by den Hove van Holland en hebben ingevolge zeker accoord getransporteerd tbv zijn zuster jvr Katherina van Wyngaerden huisvrouw van Jasper van Terslong: 1) ½ van ⅙ deel van alle alsulcke gorssen, landen ende slycken geheeten Grisoorde, Duvenwaerde, de Tonge, Hugenvliet, Helle en Bremschat, en Battenoordt, en al de anderen hoe die genoemd mogen wesen, als gelegen zyn tussen de nabeschreven palinge en marcken: noordoostwaert: Hontsloo of, zuytwaert: dat Heydiep van Bomer of, zuytwestwaart: dat Heydiep van Greveningen of, noortwestwaert: Wellenvliet, Herckinge en die Riaert, 2) mit ½ van ⅙ deel van de moerneringe en brant daertoe behorend, 3) ½ van ⅙ deel van den ambochte, ambogtsgevolge, tiende, molen, visserijen, vogelrien, giften van kerken, boeten, forfeijten, en alle andere toebehoren hoe die genoemt mogen wesen in de voors. gorssen, landen en slyken in het land van Voorne, 4) ½ van 1/12 deel van de gorssen, slyken sub 1 genoemd, 5) 1/16 deel van alle de ambachtsheerlijkheid e.a. van Melissant, Noorderschorre en Wellestrijpe, gelegen in den lande van Voorne, te wetene van aldaer te mogen setten schout, schepenen, dykgrave, mit giften van kerken, costerien e.a geestelyke provenen desgelycx maelryen, visseryen, vogelryen, veeren, ommeloopen en tienden. Mitsgaders nog 1 gr Vls van elke gmete te jaerschote ende ook van elk vat bier dat men binnen den voors. landekens drinken en slyten zal 2 gr Vls erfelijk. Jasper van Treslong doet als haar man de eed voor jvr Catharine die met al het bovenstaande beleend wordt; 1558-05-26: doet Nicolaes van Santwyck, baljuw van den Briel en den lande van Voorne, voor jvr Katherina van Wyngaerden, weduwe van Jasper van Treslong, in leven baljuw van den Briel en den lande van Voorne, de eed (vgl 1536-05-26)
Warnaer v.d. Does, Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, Barthoud van Outena, leenmannen; 1558-05-26: Cornelis Barthout, Willem Criep Pietersz, Symon Pyl, Job Jansz, Cornelis Dirksz
1460-01-20 (1459) | ook Heemstede
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 27/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis eener-, en Adriane Jan Florensz die smijts weduwe met haar momber Vranck Jacob Hozenzoon anderzijds, gelieden dat zij met elkander overeengekomen zijn: 1) Adriane zal aan het gasthuis betalen 100 gouden R gld, 2) Adriane scheldt quijt en geeft over aan het gasthuis de navolgende huizen etc: a) een huis en erf gelegen binnen Haerlem opt cleyne Heylige lant twisschen Jan Zuwenz an die een zijde, mr Huyge van Assendelf, priester, an die ander zijde, afterwaerts streckende an Allairt den turfman, b) 2 morgen lands gelegen inden ban van Heemstede, geheijten die berchcamp, daer lenden of zijn oost: dat gasthuijslant, west: Heynric Gerytsz van Hillegom, noord: Dirc Jan Arentsz.z, west: Claes Heynricsz, c) item dat opperlant gelegen in den banne voorscr an heren Aerntslaen, daer lenden off zijn oost: de Regulieren buijten Hairlem, west: Bruijstijn, zuid: dat gasthuys, noord: heeren Aerntslaen, ende ut desen voirsz opperlande gaet weder ut dat ⅙ deel v.d. jairlixe huyer, d) item een stucke landts gelegen in den banne voirscr ende is groot 4 hont lants, daer lenden off zijn west: Bruijstyn, oost: Jan Claesz uten Gasthuyse, zuid: dat gasthuys, noord: heren Aerntslaen, 3) de gasthuismeesters zullen aan Adriane jaarlijks uitreiken al het geld dat de voorz. landen in huur opbrengen zoolang zij leeft. Verder zullen zij haar bezorgen eten, drinken, vuur en licht, en een kamer in het nieuwe gasthuis, 4) de gasthuismrs zullen verder betalen aan Pieter Janszoons haar zoons twee kinderen, namelijk Jan ende Rissent, binnen den eersten jare na der doot van Adriane elcx van den twee kinderen die dan levendich is 40 g. R gld
Garbrant Claes Pellegrimsz.z en Allijn Claesz, schepenen