10 resultaten

1551-03-13 |

Inv Arch Ambachtsheren van Cralingen regest 30
Jaartallenindex

schout en schepenen in het ambacht van Cralingen oorkonden dat Frederick van Duvenvoorden heeft overgedragen aan Gerard van Assendelft krachtens diens recht van nakoop, 1/12 deel van 19 morgen 5 hont 16 roeden en 8 voeten land in het ambacht van Cralingen, vermeld in de doorgestoken brief van 1550-12-01

Geryt van Zoelen, schout, Mathijs Huygez en Cornelis Jansz, schepenen

Dalem, van | 1350-02-20

Arch Nassau Domeinraad regest 464
Achternamenindex

schepenen van Brussel oorkonden dat heer Wilhelmus van Duvenvoorden heer van Oesterhout, ridder, tbv Wilhelmus zoon van Rodulphus van Dalem, beloofd heeft Theodericus Nachtegale 150 Tourn te geven, waarvoor hij verbindt zijn huis bij Frigidus Mons [Coudenberg]

Dongen, van | 1350-02-21

Arch Nassau Domeinraad regest 464/Taxandria jg 49 p 218,jg 11: 82
Achternamenindex

schepenen van Brussel oorkonden dat heer Wilhelmus van Duvenvoorden heer van Oesterhout, ridder, tbv Wilhelmus zoon van Rodulphus van Dalem, beloofd heeft Theodericus Nachtegale 150£ Tourn te geven, waarvoor hij verbindt zijn huis bij Frigidus Mons [Coudenberg]; 1355-04-02: ontving Willem de heerlijkheid Dongen als neef van Willem van Oosterhout

Duvenvoorde, van | 1332-02-14

Van Mieris II p 511/Reg EL 1 fol 91v
Achternamenindex

Floris en Wouter van Duvenvoorden werden te Vere doodgeslagen. De verwanten ontvangen schadevergoedingen, Jan van Pollanen voor hem en voor Aernd van Duvenvoorde, Florens van der Bouchorst en Jan van der Spangen 800 £ Torn; Gheret Allardsz, Zibrand Zibrands ver Avenzsz, Pieter Onderwater en Dieric Dieric ver Arienzsz, gezamenlijk van Dieric Swayrs dood 50 £ Torn

1537-03-07 |

Bibl Seminarie Warmond bergnr 0035
Jaartallenindex

de officiaal van de aartsdiaken van Utrecht oorkondt dat voor de vicarie op het altaar van de apostel Jacobus en de 10000 maagden [!] in den huize Warmond, welke vicarie was opengekomen door de dood van Theodricus Theodrici Cock, is aangesteld Jacobus van Duvenvoorde, clericus uit het diocees Utrecht. In dorso staat: in tegenwoordigheid van notaris Philippus Vranconis en Adrianus Petri Block, priester en vice cureit in Warmond, en van Johannes Jacobi, een leek, door mgr Johannes Arnoldi, alias petyt, deken van Rijnland voor deze vicarie in den huize Warmond, waartoe Jacobus van Duvenvoorden was benoemd, als diens procurator aangesteld mrgr Johannes Vetteman, pastoor van de St Pancratiuskerk te Leiden, 1537-03-21

Spangen, van | 1332-02-14

Van Mieris II p 511, 510/Reg EL 1 fol 91v
Achternamenindex

Floris en Wouter van Duvenvoorden werden te Vere doodgeslagen: de verwanten ontvangen schadevergoedingen, Jan van Pollanen voor hem en voor Aernd van Duvenvoorde, Florens van der Bouchorst en Jan van der Spangen 800 £ Torn, van de dood van Florens van Duvenvoorde 400£, en van de dood van Wouter van Duvenvoorde idem; van de dood van Willem Bettenz, 25£ door Jan van der Spainghe gegeven aan Heyne Vriese en Clays Bettenz

Does, van der | 1605-01-11

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 145
Achternamenindex

de Staten Generaal in erkentenisse van de goede diensten door wijlen jhr Pieter van der Does en laatstelijk als admiraal over de scheepsarmada in den jare 1599 uitgerust tot affbreuck des Conincx van Spangnen, bewezen, verlenen aan zijn weduwe Philippote van Duvenvoorden en zijn dochter jvr Henrina van der Does een lijfpensie van 600 ponden, hun leven lang, ieder de helft, en zulks in voldoening van alle pretentiën of actien die de weduwe of dochter van de Verenigde Landen zouden mogen eisen

1553-01-17 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1252, p 582-591
Jaartallenindex

informacie gedaan in de abdij Rijnsburg en te Leiden na het overlijden van de abdis Maria van Tautenburg (1552-12-13) op bevel van de landvoogdes: 1) Elburch van Langeraeke, priorin, 47 j oud. Zij verklaart dat in erfpacht zijn uitgegeven 2 stukken land, het ene aan Jan van Donzelaer, procureur in den Haghe (in het proces hierover met Claes Bartholomei, pensionaris van Dordrecht, daar het in 1481 aan de familie van zijn vrouw in erfpacht was gegeven) en aan Clays van Berendrecht, schout van Leiden. De conventsgoederen worden beheerd door Wilhem van Colstere heer van Alkemade, de een jaarwedde heeft van 100 nobels en andere baten; 2) Elsbe van Poelgeest, sacristievrouw, 62 j, (stierf 1564-09-10); 3) Maria van Schoonhoven, cantrix, 51 j; Philippa Utenham, 49 j; 5) Cornelia van der Does, geprofest, 56 j, geestelijk abnormaal; 6) Adriana van Merestein, geprofest, oud 41 j; 7) Mechteld Utenham, oud 44 j. Zij wijst haar zuster Philippa aan; (8 ontbreekt); 9) Johanna van Rommerswale, geestelijk abnormaal (leeftijd ± 50 j); - Gherit van Renes, ridder, Raad van de keizer, oud 43 j; 10) Gisberta van Duvenvoorden, oud 43 j; 11) Jodoca van Poelgeest, 36 j; 12) Maria van Hoogmade, 33 j; 13) Oeda van Amstel, 35 j; 14) Johanna van Nivelt, 30 j; 15) haar zuster Hillegont van Nivelt, 37 j; 16) Anna van Tautenburch, capellanesse, nicht van wijlen de abdis; 17) Stephana van Russum, 27 j; 18) Stephana van Honsselaer, 24 j; 19) Maria van Schoonhoven, 19 j; 20) Dieric van Haeften, gesluierd, niet geprofest, 18 j; 21) Margriete van Haeften, gesluierd niet geprofest, 16 j [dochter van Walraven]; 22) Willem van Alkemade, ridder, rentmeester van de abdij, oud 83 j. Jaarwedde 332£ Holl van 15st; 23) Frans Hoochstraten, baljuw, kastelein van het huis te Teylingen, 64 j; 24) mr Reyer Reyersz, pastoor te Reynsburch, oud 50 j; 25) mr Jan Willemsz, vicaris in de St Pancraskerk te Leiden, oud 60 j, 17 jaar lang biechtvader van Rijnsburg; 1553-01-27: wordt aan de landvoogdes voorgesteld Elburg van Langerac tot abdis te benoemen (regest 1253); 1553-08-31: zij wordt door keizer Karel benoemd (1258, 1260, 1261); 1553-10-10: inleiding en inhuldiging van Elburg als abdis (regest 1262), geinstrumenteerd door notaris Cornelis de Capella. Splinter an Hargen heer van Oosterwyc wordt als rentmeester genoemd [sterk bekort !]

1537-01-12 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 66-71v
Jaartallenindex

(stilo Traject.) testament van jvr Margriete Enghebrechtsdochter van Esbroeck, huisvrouw van mr Geryt Jorisz de Bye, inwoonster van den Haghe: zij vermaakt haar man de lijftocht van al haar goederen, na diens dood te komen op haar rechte erfgenamen. De eigendom van haar leengoederen vermaakt zij aan haar zoon Philips Cornelisz van Duyvenvoorde, tbv zijn kinderen of erfgenamen, en mede dat hij daerof uytreyken zal zijn broeder Cornelis 1£ gr per jaar, en zijn zuster Kunera Cornelisdochter 1£ gr per jaar, ter losse den penning 16, na de dood van haar man mr Geryt. Sterft Philips kinderloos dan erft het leen op haar zuster Machtelt van Oyen; sterft zij kinderloos dan te komen op hun broer Cornelis van Duvenvoorde. Ende noch so wil en beggert zij dat also Machteld Floris van Oyen aen gecomen waren aen penningen 16£ gr bij dode van Willem van Berendrecht, welk geld belegd was in losrenten die echter afgelost zijn en niet weer belegd, soo sal Machteld uit haar goederen 1£ per jaar te lossen met 16£ ende dat verzekerd worden bij haar erfgenamen op al haar goederen ter tijt toe dat t selve gelost zal wesen. Machtelt zal ook mede delen in alle andere goederen die zij achterlaten zal, gelijk haar andere zusters en broeders. Na Machtelds dood te komen op haar zuster en broers. Ende haar vaders goederen zullen als dan gaan naer uytwysen het testament bij haar vader Floris van Oyen gemaakt. Zij institueert tot haar erfgenamen haar vier kinderen Philips, Cornelis, Cunera en Machteld in gelijke portien, pas na de dood van haar man. Aan haar oudste zoon mr Joost van Duvenvoorden constitueert zij 200 Kar gld eens, om door haar erfgenamen na de dood van haar man uit te betalen aan mr Joost 4£ per jaar, hij zal deze rente niet mogen verkopen. Haar huwelijksvoorwaarden met mr Gerrit die Bye moeten effect behouden, zoadat haar man geen goederen zal mogen vervreemden. Aan Thuyn dat potwyf vermaakt zij 20 scell en aan Barber dat potwyf 10 sc, also lange als sy in de huyr van de straat blijven. Aan Cunera vermaakt zij haar beste tabbert en beste faleye en een cleijn ungeley met een tafelken van diamant. Cunera en Machteld zullen haar andere kleinoden tesamen delen. Aan heer Herman, capellaan in den Hage, haar biechtvader, vermaakt zij 1 Ph gld, aan haar jonckwyf Anna 10 sch, boven haar huur en verdiend loon. Zij wil begraven worden op het hoochkoor in de St Jacobskerc in den Hage in haar ouders graf. Aan haar dochter, geprofessyt in St Caterinenklooster in den Brie,l vermaakt zij ½£ en een cralen paternoster, dat cleinste van de twee. Als executeurst test. stelt zij aan Nicasius Anthonisz en Anthonis Aertsz, beiden schepenen in den Hage, die voor hun moeite elk 2 Ph gld ontvangen (vgl 1535-06-08 en 1538-01-28)

Joducus Corvinck, notaris; getuigen: Gerrit Jansz de oude, Claes Doenz

1535-05-22 |

Bronnen Gesch Rijnsburg regest 1159
Jaartallenindex

Maria de Toutenburch, door de keizer genomineerde abdis, wordt geconfirmeerd en ingehuldigd

t.o.v. Elisabeth de Amstell, priorin, Barbara de Nyevelt, Maria de Haeften, Frederica van der Haer, Heynrica de Opynen, Elsbena de Poelgeest, Margareta de Reijmerswalis, Maria de Schoonhovia, Machteldis de Doornick, Philippa Uytenham, Elburgis de Langerack, Johanna de Rymerzwalis, Adriana de Meresteyn, Machteldis Vuytenham, Ghijsberta de Duvenvoorden, Elisabeth de Reness, Katherina de Renes, Judoca de Poelgeest, Maria de Hoama [Hoogmade], Otilia de Haemstede, Walravia de Boetselaer, geprofeste nonnen en kapittelvrouwen