Bedoelde u soms?
epargne | esparge | espargne

18 resultaten

Teylingen, van | 1519-1524

Inv Arch Rekenkamer
Achternamenindex

rentmeester van de Houtvesterij: Vincent van Teylingen (no 2084-2085); ontvangen van de espargnes en extra ordinaire partyen in Holland: Pieter van Teylingen (1495-1497) (no 4625); rekeningen van Lucas van Teylingen, klerk en auditeur van de Rekenkamer tussen 1481-1489 (no 5244-5246); 1499-1505: rekening van Pieter van Teylingen, auditeur (no 5249-5260)

1510-03-05 (1509) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Sticht fol 14v, 15, 15v
Jaartallenindex

gesien bij den luyden van der reeckeningen in den Hage het request van Claes Dirksz, wonende binnen Woerden, hoe dat indertijd geweest is een genoemd Heyman Claesz, woonachtig in Cameryck, binnen zijn leven hadde 6 morgen lands tot een recht leen, dat na zijn dood aan de grafelijkheid gekomen is, daer hij geen mansoir naliet. Requestrant vraagt om dit leen te mogen kopen. Op advies van Heinrick Gerritsz, onder rentmeester van Woerden, wordt dit hem toegestaan tegen betaling van 15£ Vls. Op 1510-03-31 verklaart Crispyn Jansz van Boschuizen, ontvanger van de espargnes, deze 15£ ontfangen te hebben. Op 1510-03-09 wordt na dode van Heyman Claesz voorn. Claes Dirksz met dit leen beleend

1519-02-17 (1518) |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 17-19v
Jaartallenindex

Crispijn Jansz van Boschuijsen, ontfanger v.d. espargnes, oorkondt dat hij krachtens ordonnantie van de heren van de rekeninge, in presentie van mr Cornelis Barthouts, clerck van de camer v.d. charteren en leenen van Holland, geseten hebben binnen der stede van den Briele ten huyze van Lievyn van der Loene, secretaris derselver stede, den 16e Febr. l.l. om aldaar in het openbaar te verkopen een partij van een recht leen, groot wesende 9 gemeten lands, gelegen in den lande en ambachte van Oostvoirne, aan Zijne Kon. Maj. gekomen bij dode van Martin Claesz, die het ten rechten leen hield en geen getroude zoon achtergelaten heeft. Volgen de voorwaarden van de verkoop dd. 14 Febr j.l. Het perceel werd gekocht door Engel Dircsz, baljuw v.d. Goedereede voor 72 £ van 40 gr Vls t stuck, om die te houden ten rechten leen

1533-10-02 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 237v, 239
Jaartallenindex

gesien bij de luiden van de reeckeninge in den Hage het request overgegeven bij Zeger van Alveringen heer van Hofwegen, hoe dat bij den overlijden van mr Johan van Outheusden aan de Kon. Maj gecomen is, daar deze zonder zoon is gestorven, een clein tiendeken gelegen in t oosteinde van het dorp van Molenaersgrave op ten Vuylendam, dat mr Jan ten rechten leen hield, jaarlijks waardig 6 Kar gld. Verzoekende de voors. Zeger hem tselve leen te verkopen tot een erfleen. Gezien het advies van de rekenkamer en van Crispyn van Bosschuysen als ontfanger v.d. espargnes, wordt het hem verkocht om voortaan door hem ten rechten leen gehouden te worden, voor 70£. Crispyn van Boshuizen verklaart de 70£ ontvangen te hebben op 1532-10-04 [1533 ?], get. P. Boll; 1533-10-25 beleent Karel Zeger van Alveringen heer tot Hofwegen, rentmeester v.d. graaf van Nassau, met dit tiendeken

1533-10-25: Cornelis Barthout Jansz, mr Jan Plumeon, leenmannen

1510-02-23 (1509) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Sticht fol 13v, 14v
Jaartallenindex

gesien bij den luyden van der reeckeningen in den Hage seeckere requeste gepresenteert bij Gysbert Melisz als man en voogd van Peternelle Tymansdochter, inhoudende hoe dat hij suppliant omtrent 15 jaren gelegen (!) in huwelijk vergadert is met de voorn. Peternelle, ende was hem met haer in medegave gegeven met de voorn. Tyman, seeckere 4½ morgen in t kerspell van Woerden aen den Hairdyck, zonder meer, niet beter wetende ten was eygen goet, heeft naderhant bevonden, teselve wesende quaet leen. Daar nu Tyman onlangs overleden is, is het leen nu aan de grafleijkheid gekomen "comende tot groot verdriet van de suppliant". Hij verzoekt belening. Onderzoek gedaan door Heinrick Gerritsz onder r. r in t quartier van Woerden. Tegen betaling van 31£ aan de ontvanger van de espargnes Crispyn Jansz van Boschuizen, wordt belening toegestaan. Crispyn erkent deze 31£ ontvangen te hebben voor de koop van 4½ morgen, de grafelijkheid aanbestorven bij dode van Tyman Claesz, schoonvader van de suppliant. Karel beleent Gysbert Melisz vervolgens met dit leen als heer van Woerden

present: Ysbrant van Schoten, Crispyn Jansz

1527-02-19 | Heemskerk

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 69v
Jaartallenindex

request van wege Joost de bastaard van Brederode en in de naam van zijn huisvrouw Marie van Minnen, te willen consenteren [verkopen] een sate lants groot 4 ½ morgen in de ban van Scellinchout, leen van Holland, omtrent den Zeedijck, in perikel omme deur inbreken van den dycke te invinderen ofte te vergaen, ten eygen, mits daarvoor opdragende in stede van dien andere 14 geersen lands, daarof 3 geersen maken 1 morgen, gelegen in de ban van Heemskerk, omtrent den huyse aldaar, genoemt "Kuijpersven", om die weer in leen te houden. Gezien de infromatie gedaan bij Adriaen Stalpert, de rentmeester generaal van Kennemerland en Vriesland, en gemerkt het feit dat de opgedragen 14 geersen alsoe goet te wesen ende seeckerder gelegen in bekommerde tijd dan de 4 ½ morgen in Scellinchout, soo is door de rekenkamer bij advies van de heer van Assendelft etc en van de ontfanger van de espargnes, Crispyn van Buschuysen, joffr. Marie ontslagen van de leeneed t.av. de 4½ morgen, die haar nu ten eigen gegeven worden. En wordt geaccordeerd dat zij de 14 geersen zal opdragen en weer in leen ontvangen. Zij moet hiervoor 15 gouden Kar guldens in eens betalen (vgl 1527-03-07)

mij present V. Dammas

1531-09-12 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Arkel, Putten fol 32v-35v, 36
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van Sander van Althoern Goertsz, wonende in onsen stad Gorinchem, belast met huysvrouwe en 5 of 6 kleine kinderen, inhoudende dat hem suppliant toebehoort een huys met synen toebehoorten, gestaande binnen der voirs. stad op [er staat: van] Mercktvelt. Wesende een quaat of sterfelijk leen, leen van Arkel. Hetwelk hem suppliant verstorven is bij dode van zijn vader. Wegens "overlast van kinderen en armoede" kan hij de zeer noodzakelijke reparaties niet uitvoeren, want het seer vervallen is en dagelijks nog meer en meer doet. Als quaat leen mag hij het ook niet belasten. Hij verzoekt nu het leen te mogen altereren in een goed leen. Na ingewonnen adviezen wordt hem dit verzoek geaccordeerd, tegen betaling van den derden penn. van hetgeen het huis bij verkoop opbrengt en nog een cappoen als erfelijke rente per jaar. Overigens als vrij eigen goed. Op 1536-06-07 erkent Heyman Vincentsz van de Ketel, ontvanger van de espargnes in Holland, dat Sander het huis verkocht heeft voor 924£ van 40 gr Vls en hem daarvan 300£ tbv de grafelijkheid ontvangen te hebben

1568-07-12 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 46, 47; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 289/Reg Nassau fol 181
Jaartallenindex

gesien by den luyden van de Rek. in den Hage, die requeste aen heurluyden gepresenteert bij ende van wege mr Gerryt Nienburch, versouckende te moigen besitten tot vrij ende allodiaal goet zekere 4 ½ maden lants in de ban van Ursem, bij hem in leen gehouden subject diversche dijcaigen ende jaarlijks groote slytinge lydende. Mits daarvoor opdragende een ander stuk land in de ban van Heyloo, groot 1½ morgen in een houve of partye lands van 7 morgen, belend oost en west: Adriaen van Nieuburch, west en noord: de erfgenamen van Oulbrant [Hilbrant]den Otter. Daarboven betalende een som van 10£ 10 schell van 40 groten. Onder staat: geschreven mij jegenwoordich J. van Valckesteyn, Witte Wittensz als gecommitteerde van Jacob here van Cabbau, ontfanger van de espargnes, geeft quitantie voor de ontvangs van d 10£ 6 10 schell, 1568-07-15; 1568-07-28: koning Philips beleent mr Gerard van der Nieuburgh, na opdracht, met dit stuk land in de ban van Heylo, groot 1½ morgen, in een houve of prartij land van 7 morgen, daaraf hem den vrijen eigendom toebehoort, tot een onversterfelijk erfleen. De koning schenkt hem ten vryen eigen 4¼ maden land in de ban van Orssen [Ursem ?], die mr Gerard in leen gehouden heeft (vgl 1578-10-20)

1568-07-28: mr Anthonis Hoffslach, mr Cornelis Oem, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1510-03-18 (1509) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 59-61v
Jaartallenindex

Maximiliaen oorkondt dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van jvr Hase van Polenburch, weduwe van Ysbrant van Sparenwou, inhoudende hoe op 1492-12-21 wijlen Jacob van Polenburch Geritsz opgedragen heeft tbv suppliante synre dochter, op die tyt geechte huisvrouw van de voors. Ysbrand van Sparwou, zekere percelen van leen goeden die hij en zijn ouders 100 jaren ende meer van ons te houden plachten tot een recht leen, te weten: 1) 4£ Holl sjaars uyt de lanthuyre in de Lyere, 2) 20 morgen land gelegen tussen de dijk van Poeldijk en Wennekenssloot, 3) 1 morgen 2 hont land gelegen aan t hoff 's Gravesande, 4) 2 paer swanen uyt den huyse van Heemskerk. Waarop de suppliante vervolgens met deze lenen beleend is tot een recht leen. Nu heeft de ontvanger v.d. espargnes, Crispyn Jansz van Boshuizen er bezwaar tegen gemaakt dat dit recht leen op haar overgezet is, en dat het leen bij gebrek aan leenvolger bij de dood van Jacob van Polenburch Gerytsz aan de grafelijkheid gekomen is. Maximiliaen confirmeert echter de door haar vader aan haar gedane overdracht van dit leen, dat echter van dezelfde natuur zal blijven als het in de oude leenakten beschreven is, tegen betaling van 40£. Gegeven te Gent

1498-11-30 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 39v-48
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij bij andere open brieven verkocht heeft aan Pieter Plumion drie percelen land en een tiende, ten anderen tyden van de grafelijkheid in leen gehouden bij wylen eenen genoemt Adriaen van der Lecke, die zonder zoon overleed in den jare 1481 (fol 41). In de brief omschreven als 18 morgen land bij Losduynen aan de Heerwech, geldende nu te pachte bij Willem Gysbrechtsz 29£ sjaars. Item 10 morgen lands in den ambacht van Ryswyk, geldende te pacht by Claes Gerritsz 18£ en 15st sjaars. Item nog 18 morgen land liggende tot Alphen genaamd Egmondsland, geldende te pacht bij Pieter Gerritsz en Willem Jacobsz 6£ sjaars. En nog een korentiende leggende in 3 stukken in den ambacht van Naaltwyck, genoemt Adriaen vander Lecken tiende, die verkocht was voor de oogst 1498 aan Meeus Henricsz voor 9£ 2sc6 penn. Bedragende de totaal opbrengst van deze 4 partyen sjaars 62£ 17 schell 6 penn. Pieter moet voor de verkrijging van dit leen betalen 550£. Pieter zal deze 4 percelen dan vervolgens ten rechten leen mogen houden. Vervolgens wordt Pieter Plumion met deze 4 percelen beleend, die hij vervolgens tot lijftocht maakt voor zijn vrouw jvr Alyt Jan Floriszdochter; 1498-11-20: Tielman van Dullekum, gecommitteerd tot het ontvangen van de espargnes, erkent 550£ van 40 gr Vls ontvangen te hebben van Pieter Pluymion

present: mr Jacob van Almonde, Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, Jan Adriaensz