12 resultaten
Persijn | 1571-10-30
Arch Kloosters Delfland p 102/Arch Zusterhuis St Maria in Gallilee Regest no 204
Achternamenindex
het Hof van Holland gelast op verzoek van pater, mater en convent OLVr in Galilee op het Spoy [Den Haag], de gerechtelijke verkoop van de tuinen van de weduwe van Nicolaes Jansz Persijn, wegens achterstallige renten en belast daarmee de curator in haar boedel Cornelis Wielant, eerste deuurwaarder
1477~ |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 117/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
ic broeder Florijs nu ter tijt wesende een kelnenaer van Galilee bi Monikedam van Sinte Bernardusoerde maec machtich Pieter Hermesen die boede, wonende bi die Heyligher stede, dat hi sal verdaghen die hernismakerswijf die woent bi St Olofspoert als van een nobel op haer huus dat verstaen was tot Meyendach
1507-08-06 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 22/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
schepenen in Hoorn oorkonden dat Doude Jan Gorijsz erkende verkocht te hebben aan prior en gemeen convent van Galilee gheleghen bi Monikendam, 3 R gld sjaars tot een eeuwige pacht uit 5 morgen en 1 hont land in de vriheit van Hoern in de ban van Swaech. Belend west: Pieter Claesz, oost: Pilgram Wybrantsz
Dirc Arijsz en Jan Jan Maertsz, schepenen
1479-12-20 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl I no 505 dl II regest 481
Jaartallenindex
Mary Jacobsdochter, mater en gemeen convent van St Marie in Galilee in den Hage, verklaren dat zij van Jan Duijck, Arnt Wolbrantsz, Geryt Jacobsz, Dirck Jansz, H. Geestmeesters aldaar, gehuurd hebben 1 morgen land, belend west: coman Willems laan, noord: Bruijn Aelbrechtsz, oost: Philips Gelisz, zuid: het convent voors. Tegen 3£ sjaars, verzekerd op genoemd land [!] en op nog 1 morgen land ten zuiden daarvan
1496-12-31~ |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 78v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
ic broeder Jan, kelre van Galilee van St Bernaerdusoerde gheleghen bi Monikendam, belie ende bekenne dat ic ontfanghen heb van die stede van Amstelredam 3 £ groet Vlaems die ons die een halft of verschenen was op ten lesten dach in Junio ende die ander helft opten lesten dach in December van t jaer 1496, ende waren ons verschenen van Gheryt Ysbrantsz onse professide broeders weghen. In kennisse der waerheit soe heb ic broeder Jan, kelre voers. dese quitantie mit mijns selfs hant ghescreven
1472-04-18 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 19/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
scout en scepenen in Purmereijnd oorkonden dat Pieter Jacobsz ut Galileen [het Galileaconvent] met zijn voogd Symon Florysz kwijtgescholden en gegeven heeft aan het klooster van Galilee ende gemene broederen van de Bernarditen in enen vrien ghift ende tot een ewich testament voer lendenden ende bueren t ⅓ deel van Coppitten lant plach te wesen binnen ende buten gherekent voer 9 koeven gheleghen binoerden in den ban van Purmereynd, belend noord: Tyman Beerkis, zuid: Pouwels Moenesz burghemeester op dese tijt. Gheerit Floris'voecht die lenden is van Gheeryt Floris weghen, oost: Jacob Florysz, zuid: heer Bartholomeus van den beghinen weghen, buten, noord, buten ende binnen: Pieter Melisz
Claes Evertsz, schout, Claes Dircsz, Pieter Claesz en Pieter Pietersz, schepenen
1497-10-13 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 83/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
broeder Jan Florisz van Purmereynde, prior van Galilee, belie ende bekenne dat ic ontfanghen heb van broeder Claes Dircsz Blomert, naedat hi was professijt 20 g.g. R gld, welke ghelden voers. ic broeder Jan heb ghegheven den bursiers als broeder Claes Jansz ende broeder Pieter Sijmensz te bewaren tot oirbaer ons convents behoudelic waert dat broeder Claes Dircsz voers. naemals deser ghelden voers behoeftich waer dat men dan souden tot allen tiden van desen voers. ghelden den voirn. broeder Claes sijn behoefticheit minnentlic ende sonder enich corten besorghen. In kennise der waerheyt bezeghelt mit mijn priors zeghel. Ghedaen op St Calixtusavont in tegenwoerdicheyt des supprioers broeder Dirc van Mersen ende des kellenaers broeder Jan Roelofsz int jaer XCVII
1475-02-20 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 12/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat Alijdt Grebbers wedue, Heynric ende Katherijn haer twie kinderen, mit hoer voecht Joest Michielsz, ende mit Melijs Lambertsz, Jacop Martynsz ende Willem Ghysbertsz, hoer vier vierendelen alsmense naest konde ghecrighen, ende Elizabeth Grebbersdochter mit haren voecht Michiel Claesz ende mit Melijs Lambertsz, Lambert Jansz ende Thomas Hermansz, horen vier vierendelen als mense naest conde ghecrigen, ende ghelide bi consent der Rade van der stede dat si vercoft hebben die broeders van St Bernaerdusoirde tot Galilee bi Monikendam gheleghen, die helfte van 2 stucke lants gheleghen in Monikebroek, daer Claes Egbartsz mit syn susteren die ander halfte placht toe te behoeren, belend noord: Melijs Claes Woutersz, zuid: Claes die Grebber. In margine: Dese twie brieven houden van Lamptges lande in Monikenbroek (vgl 1474, 1463-07-20)
Tyman Melijsz ende Dirc Heynricsz, schepenen
1510-12-02 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 23/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scout en scepenen in Rarop oorkonden dat Wilm Albertsz van Udam, erkent een compact gemaakt te hebben met de broeders van het convent van Galilee bi Monikendam als van den dyck gheleghen zuytwart van Udam op die naeste cromme ende sijn tsamen 45 voet dyck, van welke dyck lenden syn noord: Gheryt Outghersz van Monikendam, west: Jan Tedinc van Monikendam. Ende heeft Wilm Albertsz anghecomen om een sekere summe van pe..n (?) als van die voert 2 st, die Albert voers. daerof ontfanghen heeft, ende dese dyck voers. hebben die broeders voers. van een stucke lants geheten Volkenhem ende is gheleghen w.w. op Monckemeer, belend noord: Gheryt Outgersz en Jaen Teenck was, zuid: die Monikemeer. Belofte van Willem om deze dijk te houden op zijn kosten vrij van alle kosten zolang hij of zijn nacomelingen daar op woonachtig zijn of dattet huus daer op staat. Voorts verklaart Willem zich voldaan en betaald door de broeder van 4½ gld current
Claes Jacobsz, schout in Rarop, Jan Coppertsz en Willem Heijnesz, schepenen
1478-02-10 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
alle luden etc si kondich ende oepenbaer dat Symon Jansz is ghecomen toe Galilee int cloester bi Monckendam om daer in een broeder ontfanghen te werden. Ende heeft voer hem ghebrocht als voerbidders Coppit Pietersz, Dirc Florysz, Jacop Gherijtsz, Reijer Aemsz ende Pieter Coppensz, Jan Florysz overmits welcker voerbidden Symon voers. ontfanghen wart in een broeder. Ende heeft quyt ghescouden ende tot een eyghendoem ghegheven dat voers. convent in teghenwoerdicheit der voerghenoemde mannen als tughen: een stucke lants van elf vierendeel gheleghen in Jacop Pieter Herdijnsweer, ghenoemt die dyckcamp met alsulckdanigher voerwarde als waer dat Symon voers. ut den cloester weder waer gaende ende blivende in die werlt, soe soude dit voers. lant hem weder naevolghen. Ende waert dat Symen voirn. sijn leven verslutende (?) waer int convent voers. soe soude dat lant tot enen eyghendoem toebehoeren ende in der ewicheit bliven int convent voers. In kennisse der waerheits heb ic Jan Florijsz voers. dese sake in tegenwoerdicheit twier eerbare mannen ende tughen als Melys Claesz ende Claes van Veen beleden, ghetughet, vertelt, ghesproken, ende mit minen zeghel bezeghelt. In nomine domini amen. Per hoc presens publicum etc. Symon filius Johannis frater domus nostre secundum formam tertii reguli sancti Francisci professus, dedit, legant monasterio nostro beati Bernardi in Galilea quondam peciam terre in vulgariter seven verndel lants gheleghen in Rietbroeck in Jacob Petri Herdijnsweer op dat noerteynde. Opschrift: instrumentum de fratre Symone Reyneri