11 resultaten
1491-05-16 |
R.A.H. Coll Aanw 518 E fol 13v/Leenregister Egmond E
Jaartallenindex
de casteleyn van Purmereijnde doet gebieden ende weten etc uit naam van den grave van Egmond, alle leenmannen die leen hebben gehouden totten huyse van Purmerende, dat sij van stonde aen comen sullen totte casteleyn ende hem tevreden stellen van de heeredienst, ons leen daer bij sij verbeurnisse van hare leengoederen, ende oock aff daer eenig sij die oock leengoet niet versogt hebben, dat dieselve noch van stonden aen oor leen versoecken aen den huijse tot Purmerende, bij verbuernisse van haar leengoederen
Vianen, van | 1335-10-11
Reg Hann p 234
Achternamenindex
Willem van Duvenvoorde heer van Oosterhout en zijn vrouw Heylewig vrouwe van Vianen beloven de goederen van het kapittel van St Salvator in hun gebieden te beschermen; Heylwig ontvangt tevens de tienden en de wereldlijke jurisdictie van Lexmond van het kapittel in pacht
Asperen, van | 1350~
Goederenlijst der abdij Marienweerd p 350, 351, 352, 353
Achternamenindex
goederenlijst Marienweerd: in Roemde: 3) op ten Spijc; 24) Doesteringhe; 5) land tussen de hertog van Gelre en heer van Asperen; te Eynspijc: 4) villam de Eynspyc; 6) op die Brede; 16) in Teylincscamp; 17) tegenover Teylincscamp; 27) in die Cortehoeve; 28) in een ander Cortehoeve; 33) Dystelkamp (bovenste: 14 jugera minus 1 hont; middelste: 11 jugera, onderste: 10 jugera 1 ½ hont) en 3 campi tussen de hertog van Ghelre, de heer van Asperen, en Goswinus de Tricht en Henricus Wilhelmi; 34) Langhehoeven; 2) verschillende stukken bij de Linghe, o.a. van de erven van de heer de Asperen, waarin Rutgherus filius Aleydis woont; 4) 2 gebieden tussen Petrus van Asperen, 10) 6 stukken tegenover de kerk; 11) 3 gebieden tussen de erven van Asperen, ubi moratur Jacobus zoon van Wilhelmus, en Henricus de Spijc
1416-11-15 |
Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland no 172/Tresoriersrekening 1416-1417 fol 72
Haarlem Algemeen
tresoriersrekening van Philips Engbrechtsz 1416-1417: Claistgen Claisz uter Hage gesent an den scout van Hairlem mit brieve roerende dat hij Clais Jansz van Hillegom sonder vertreck op sijn lyf en goet dagen ende gebieden soude in den Hage te comen op des Manendages dairnais komende [16 november] om him voir den tresorier en anders myns liefs heren Rade te verantwoirden van sulken onredeliken woirden als hy op myn genad. heere ende mynre here vrouwe gesproken hadde, him gegeven so hij jegen ther nacht liep 2sc gr
Gerrit Heynenz | 1352-12-22
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 30v/Reg EL 25 fol 20
Voornamenindex
hertog Willem vergunt Gheryt Heynenz, rentmeester van Noordholland, "boden te settene, die onse renten, onse pacht, onse hoenre in panden, en wagenen en senten tot onsen dienste gebieden, en anders alle diensten in dorpen en steden in allen manieren dat die boeden bi onsen ouders tiden te doen plagen"
presente: domino de Egmonde, domino W Heerman
Voorne, van | 1204-12-31
v.d. Bergh I no 198
Achternamenindex
Lodewijk graaf van Loon verdraagt zich met Philips graaf van Vlaanderen over Holland en Zeeland, verdeling van de gebieden: oa Hugo de Vorne draagt zijn huis en land te Portflit op aan de graaf van Vlaanderen, die het in leen uitgeeft aan Philips markies van Namen, die het weer beleent aan Hugo van Voorne; als Ada van Holland vrouw van Lodewijk zonder kinderen zou overlijden komt Walcheren weer aan de graaf van Vlaanderen
onder de getuigen: Hugo van Voorne
1351-02-04 (1350) |
R.A.H. no 36 fol 391/Reg EL 32 fol 565v
Haarlem Algemeen
hertog Willem etc doen te weten onsen goeden luden van onser stede van Haerlem gemeenlic, dat wi tot ander tiden an onse stede voirs. gheschreven hebben naernstelic dat si der Vrouwen van Waterland Heeren Jans Persynsdogter haer goed, dat roerende is van der grute ende van den hoppenen biere vrielic ende rustelic soud laten gebruken in allen manieren ende schine alst haer ouders gebruuct hebben des hoer niet geschiet en is, dat ons seer verwondert ende niet en staet te gedogen, want soedanich goed ons eygen is ende na haer doet ons toestaet te comen, waeromme wi u gebieden ende onbieden alsoo naerstelic als wi mogen, dat ghij der vrouwe van Waterland voorn haer goedt vors. vrijlic ende rustelic laet gebruken den voldoen van horen afterstalle, ende des en laet niet alsoe lief als ghi ons ende onse nacomelingen hebt, want wi ymmer onse goedt gelyc dat ons van onsen ouders aengecomen is ende onse mannen u horen rechte mienen en willen houden. In orconde etc gegeven Tordrecht (vgl 1327-07-24)
Rijsoord, van | 1352-10-06
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"
Arkel, van | 1444-02 - 1445-02
Rek Rentmeester Land van Arkel no 2164
Achternamenindex
"uitgaen Arnde van Hellou, 16 november gezonden aan jhr van Gaesbeke die in Den Haag was bij de vrouwe van Bourgondië mit der w.a.r.rh (?) die gehuurd was voor schepenen van Gorinchem van die hun schade gegeven hadden die heer Jan de bastaard van Arkel [van Ravesteyn?] gedaan had aan hun beesten die hij hen genomen had van het erf van mijn genadige heer, geheeten de Twyscil, daarom hij uit was varende en na 4 dagen weerom kwam, verteerd 11 st; Diederick der stede bode van Gornichem 11-09 gezonden met een brief van Gorinchem aan Janne de bastaard van Arkel om de beesten die hij in Twijscil genomen had, 2 dagen 4 st; de rentmeester heeft in de kerken van Gorinchem doen gebieden dat al degenen die hem ...... waren van de schade die hem gedaen hadde Jan de bastaard van Arkel aan de beesten in Twijscil"
1504-1520 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 250
Jaartallenindex
proces voor de Grote Raad (Sententie 1515-11-12 en 1520-09-07). I) Govert en Willem van Reimerswaal contra Jacob Danckertsz; II) Jacob Danckertsz contra de Proc. Gen. v.d. Geheime Raad. Jacob Danckersz was van zwaardzyde het oudste en naaste manshoofd van wijlen jvr Josine en François van Coudenwerve. Volgens een nieuwe Zeeuwse keur was hij haar enige erfgenaam, mits hij aan de rentmeester van Bewesterschelde in wiens resort de te erven goederen lagen (nl in de parochies Koudenwerve, Everswaard en Hinkelenoord), 39£ gr Vls betaalde, ter lossing, alsmede aan successierechten. Adriaen Cornelisz de Molenare wonende te Loodyke bij Reimerswaal, beweerde ook "maag" te zijn van jvr Josine, en poogde in Hingelenoord [N. Beveland] en Everswaard de officieren te verzetten. Jacob Danckertsz was het hier niet mee eens en stelde arbitrage voor. Adriaen werd hiervoor in 1504 voor het Hof gedaagd, dat Claes Jacobsz Smout aanstelde als sequester over de betwiste bezittingen. Hangende het proces nam hij ontslag wegens onenigheid met Jacob Danckersz. In 1509 proces voor het Hof tussen Smout en Jacob Danckertsz, ter ener- en de erfgenamen van Adriaen Cornelisz e.a. over de gevoerde administratie, ter ander. Daarna werd Engel Gerritsz sequester en daarna weer Jacob Danckertsz, die weer in conflict raakte met Engel, die geen rekenschap wilde afleggen. Hierover proces voor het Hof. In 1516 werd Jacob als sequester opgevolgd door Engel Cornelisz tegen wie Jacob ook weer procedeerde. Het Hof veroordeelde 1514-09-14 de weduwe en erfgenamen van Adriaen Cornelisz tot restitutie van het genoten vruchtgebruik aan Jacob Danckertsz. De Proc. Gen. stelde t.a.v. Adriaen en Jacob dat de betwiste gebieden aan de grafelijkheid vervallen waren. Hangende deze processen verscheen Willem van Reimerswaal ten tonele. Op 1514-08-14 werden zijn aanspraken door het Hof erkend en door de Grote Raad in 1515 bevestigd. Op 1515-12-23 losten Govert en Willem, zoons van Willem van Reimerswaal, de betrokken ambachten, en eisten van Jacob Danckertsz restitutie van vóór de lossing genoten vruchten. Jacob kreeg van het Hof hierin gelijk, waarop Govert en Willem in beroep gingen bij de Grote Raad. Intussen kreeg de Proc. Gen. van de Geheime Raad een mandement tegen Jacob tot restitutie van de genoten vruchten tijdens de 9 processen. Deze zaak ook voor het Hof en daarna voor de Grote Raad