1566-04-29 |

R.A.H. Coll Aanw 134 Caput Arkel, Putten etc fol 112v, oud fol 30

Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat mr Jacob Stalpaert v.d. Wielen, wonende in den Haghe, hem heeft opgedragen tbv Heynrick van Sevenbergen, 8 morgen lands met huijs, bergen, schuyren, gelegen op Kedichem in onsen lande van Arkel, genaemd "Bloemenhofstad", daar Gherijt Jacobsz althans op woont en bij hem lest gebruickt is geweest, noord: de weduwe en erfgenamen van Wouter Jansz, zuid: Gerrit Jacobsz voors, streckende voor van de Linge after tot de halve Tiendwech, leen van Arkel

Cornelis Oem, Jacob Muijs, Adriaan le Seur, Thomas Pietersz, leenmannen

1487-12

folio 111v CI 1486-1489

Transportregister Haarlem

Jan Jansz Coster van Purmerende lyt dat hij omme zaecken welke hem daertoe porrende, opgedragen en quytgescouden heeft zijn zoon Jan, daer moeder of was Kerstyn Jan Pouwelszdochter, ½ van 7½ deymt lands gelegen tot Usem, dat gebruickt Thaems Arijsz om 9½ R gld sjaars

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning

10e en 100e Penning Bloemendaal

Jacop Pieter Arisz gebruickt eigen 4 morgen 2 hont, getaxeerd op 40 K.g

folio nummer: fol 3

vervolg nummer: eygen huizen en landen gelegen in den schependom van Aelbertsberg (excerpt)

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning

10e en 100e Penning Bloemendaal

Jan Claesz buyten Harlem, gebruickt eigen 2 morgen 2 ½ hont lant etc, 20 K.g.

folio nummer: fol 1

vervolg nummer: eygen huizen en landen gelegen in den schependom van Aelbertsberg (excerpt)

1629-04-26

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 60

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Frans Fransz x Maijcken Willems van Leerbergen, verkopen aan Aernout Fransz alle die opstal van een blekerij, huysinge en gereedschap, sooalst lest bij sijns comparants huysvrouw gebruickt is geweest, staende en leggende alle tesamen op te gront ende bleykery van de erfgenamen van Cornelis Langeneel inde ban van Tetrode. Met nog een jaar huur die Maycke eraan heeft. Koopsom 1500 gld; 1638-04-21: afgelost

Jan Jacobsz Dickman, schout, Jan Claesz van Beveren en Floris Gerritsz, schepenen in Tetrode, met hun handtekeningen

1628-10-13 (2)

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 87v

Transportregister Egmond

Jan Eewoutsz, gewoond hebbende tot Wormerveer, en nu bij de Houve, heeft gecoft van Adriaen Pietersz wonende aen de Santdijck in de ban van ….. [open] een ¼ part in beyde de pampiermolens staende bij de Houve, met ¼ part in de huysinge gemeen en onderdeeld mette andere eigenaars van de voors. molens. Mitsgaders ¼ part van pars, verrukettel ende cuypen, die mede int gemeen sullen werden gebruickt. Item ¼ part van het lant daer de molens en huysinge op staen. Welck lant genoemt es den Bredijck, ende provisioneel van burgemeesters van Egmont in erfpacht vercregen is. Koopsom 600 gld

papiermolens

1597-01-25 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 955 fol 220v

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen oorkonden dat joncheer Barthout van Assendelft als hebbende speciale procuratie van zijn moeder joffr. Dyewer van der Laen, weduwe joncheer Hendrick van Assendelft, procuratie voor notaris Willem van Oudenvliet dd 1595-01-17, en geven uit in erfpacht aan Hans Huybrechtsz trompetter ende bleecker, residerende binnen de ban van Velzen bezuyden de Zantpoorte, zekere 10 maden lands, in sulcker voegen als Dirck Dircksz wonende in de Zantpoorte tzelve laatstmael gebruickt heeft, zoals dat binnen de jurisdictie van Velzen in den Leck aldaar gelegen is. Waarvan die 7 maden nu ter tijd belend zijn west: die Carthuizers buyten Amsterdam, oost: die Delft, zuid: Dirck Florisz met Jacob Jansz in den Berck ende Heyltgen van Daelen, noord: Jacob Jansz voorn. met de voors. Cathuizers. Ende die andere drie maden oost: die Delft, zuid: Aelbert van Schagen, west: Jacob Jansz, noord: dye voors. Caten [!], onder de navolgende [uitvoerige] voorwaarden; dese geroijeert op 1648-02-08

Caerll Boudewynsz, schout, Cornelis Lourisz en Wouter Jansz, schepenen; Muselius, secretaris

1569-04-23 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 87

Jaartallenindex

schepenen in Sommelsdyck gelegen in Zeeland oorkonden dat heer Carel van Bourgondië heer van Sommelsdyck, St Annenlandt, Vienwaelende Vuerse, Zegwaert en Zevenhuizen, ende heeft vercocht en opgedragen zijn broeder heer Jan van Bourgonigien, here van Froijmont, Janop, Sambre etc tbv vrouwe Loyse van Croij, vrouwe douagiere van der Vere, zyn gesellinnne, een erfelijk losrente van 300£ Vls sjaars, losbaar met 4800£, gevestigd op Sommelsdyck en oick op alsulcke 50 morgen lands als hij en vrouwe Johanna van Cuylenburch liggende hebben in Beyerlant eensamelyck, op zijn heerlyckheyt ende incomsten van Vienwalene in het land van Loon gelegen. De heer van Sommelsdyck geeft volmacht aan mr Gillis Reijnsz, Mattheus van Steynemolen en Marius de Florens, procureurs voor de Grote Raad in Mechelen, om deze vestiging van rente voor de grote Raad te bevestigen. Ende alsoe Cornelis Aerntsz Berckel voorn. noch ter tijdt geen segel en gebruickt, hebbe ick Jan Cornelisz Coman deur bede van de voorn. Berckel mijn segel hier onder aen gehangen. In Margine: mr Cornelis van Ruijck, advocaat voor het Hof van Holland, als gemachtigde van de heer Herman de Bairgonge heeft de afgeloste rentebrief vertoond, 21 februari 1512 [1612], get. E. Gool 1612 (vgl 1569-05-02)

Jan Jansz de oude, Adriaen Gysbrechtsz en Cornelis Arentsz Berckel, schepenen

1537-08-17 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 47v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen gecomen is onse welbeminde Raad van onsen leenhove in den Hage Jacob Adriaensz van der Wiele alias Stalpert, en opdroeg tbv onse lieve Raad en tresorier generaal van onse Domeinen en Financien, eerste meester van onse reeckeninge, ende tresorier van onse charteren en registeren in den Hage, mr Vincent Cornelisz, de ambachtsheerlijkheid van Ruyven met 21½ morgen lands uit 50 morgen, den voors. Jacob hier voortijts getransporteert bij wijlen jvr Matthieu van Boschuysen, Daaarof de 5½ morgen bruict Adriaen Allertsz, beginnende in t west uytersche ende gaende oostwaert op over den Rotterdamsenwech tot an sekere andere 34 morgen land denselven mr Vincent toebehorende, ende aen 23 morgen lants hiernavolgende. Ende de 16 morgen uijt de voors. 23 morgen oostwaarts aen de voors. 5½ morgen gelegen die Jan Claesz op t Gat gebruickt. Van welke 23 morgen Jacob Stalpert behoort in t oosteinde totten Delfgauschwech toe, alleenlijk 7 morgen. Ende daerenboven heeft Jacob nog overgegeven alsulke 6£ van 40 gr rente staande op 76 morgen lands bij onser stede van Delft, behorende an de voors. ambachtsheerlijkheid, zoals hij die te leen hield. En dat hij vervolgens mr Vincent Cornelisz met dit alles beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. In margine: also de brieven t onrecht gemaeckt zyn, zyn deselven hier deurgeslagen en zyn vermaeckt en hiernae geregisteert op fol 11

Adriaen Stalpaert, Raad en rentmeester generaal van Kennemerland en Vriesland, Jasper van Treslong, Cornelis Barthouts, leenmannen

1610-07-14 (2)

R.A.H. O.R.A. 2099 fol 64-67

Transportregister Egmond

de eersame Cornelis Cornelisz Seep, burgemeester, en Symon Meynertsz, vroedschap der stede van Hoorn, transporteren: - aan Adriaen Cornelisz, onze buerman, een stuk land genaempt "Staelcamp", groot 1117 roeden binen onse banne in Sammerspolder, oost: Lambert Ysbrantsz, west: Claeijn Schiltvelt, zuid: Maijers gars, noord: de Zuyderhoeve; - aan Adriaen van Veen, waerschap van de duijncavel, een partije lants op het Noortvelt, groot 1503 roeden, oost: de Hoogedijck, west: een gemene notwech, zuid: Deaculus Willemsz, noord: Cornelis Jansz bestert; - aan Jacob Symonsz Rijcken vier partyen lants, groot in het geheel 11 roeden, in onsen banne in de gemene made gelegen in Jan Daelderscamp, lest gebruickt bij Claes Gerritsz; - aan Cornelis Gerritsz Gijssen, waert en buerman te Egmont Binnen, 440 roeden land, onverdeeld met Aelbert Aelbertsz Lacher, in onsen banne in Sammerspolder, in een stucke lants genaempt die Wester Wilsnes, belend in het geheel oost: die Zuytooster Wilsnes, noord: Aef Miesdochter c.s, zuid: Coxcamp, west: die cleyne Kusthen damm.. [?]; - aan Maerten Cornelisz, wonende in Lambertschaegen, een stuk land groot 1800 roeden, genaempt Groetermanswaeijtgen ofte het claeyne Caelaantge, leggende binnen onsen banne besuijden het Vennewater, oost: die Tocht, west: Steven Jansz, zuid: het gasthuishoylant, noord: die Calder; 1611-07-02: Maerten Cornelisz heeft dit land getransporteert aan Pieter Jellisz, buerman te Egmont Binnen