Leeuwen, van | 1560-1561

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 561

Achternamenindex

Claes van Leeuwen Jansz, burger van Leiden, en zijn vrouw Geertgen Evertsdochter contra Gerryt Roelofsz c.s., betreft verm. onder curatele stelling van Claes; er zijn verklaringen dat men nooit iets bijzonders gemerkt heeft

Drenkwaard, van | 1551-10

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 576/5; dl VII dossier 693

Achternamenindex

Boudewyn van Drenckwaert: request civil van hem als een van de in 1551-10 gedagvaarde crediteuren, die verzoekt alsnog zijn eis te mogen indienen nu hij na de dood van zijn procureur gemerkt had, dat deze dat nog niet gedaan had; 1546: baljuw van Putten

Herlaer, van | 1590-03-27

Gedenkw Kerken Noord Holland III p 21/Navorscher 62 p 258-270/Poorterboek 330 p 197

Achternamenindex

Nanning van Herlaer, van Egmond, wordt poorter van Alkmaar, gestorven vermoedelijk voor 1599; zijn kinderen bezaten een graf in de Grote Kerk te Alkmaar (no 21A) benoorden het Choor, gemerkt met een schild, beladen met een gekanteelde dwarsbalk. Een dezer kinderen was Trijntge x Dirck Steenhuisen

Alkmaar

1584-01 |

V.R.O.A. 1909 p 133 no 131/Arch Deltmold-Brederode

Jaartallenindex

mandement van het Hof van Holland om, op verzoek van Johan Vrybanderheer te Merode, Petersum en Perwis, de Keurvorster palsgravinne Geertruid van Bronkhorst, erfgenamen van de laatst overleden heere van Brederode, en graaf Joost van Schouwenburg, zijn legataris, te dagvaarden tot betaling van renten volgens de huwelijks voorwaarden van de moeder van Johan, Francoise van Brederode, en dagvaarding. Met afschrift van de huwelijksvoorwaarden, gemerkt A

1537-07-27 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 6

Jaartallenindex

Karel beleent Jan van Egmondt na dode van zijn vader Jacob van Egmondt met 4 £ per jaar uit de herfstbede van Ackersloot en Uitgeest. Te houden tot een recht leen. Vervolgens draagt Jan van Egmondt dit leen weer op tbv Vincent van Teylingen. Na ingewonnen advies van de stadhouder van lenen en van de rekenkamer, gemerkt dat Vincent maar één zoon heeft en Jan van Egmond twee zonen, wordt Vincent met dit leen beleend tot een recht leen

Cornelis Barthout Jansz, Jan Gans, Anthonne Le Bucq, leenmannen

1545-03-11 |

V.R.O.A. 1909 p 127 no 87, 88, 89, p 135 no 139, no 125 p 133/Arch Detmold-Brederode

Jaartallenindex

uiterste wil van Reinold heer te Brederode, 11 maart 1544 voor Paschen [= 1545]; 1552-07-20: uiterste wil van dezelfde en een transfixbrief van getuigen, gelijktijdig gewaarmerkt afschrift van een afschrift van 1584-03-21 van een gewaarmerkt afschrift; 1550-05-24: octrooi van keizer Karel voor de voormelde uiterste wil; 1553-08-18: uiterste wil van Reinould van Brederode tbv zijn zoon Philips; 1556-09-19: uittreksel uit een codicil van deze datum; 1577-08-12: afschrift; 1485-01-04: afschrift van een vierde gemerkt afschift

1637-03-30 | Sparenwoude

R.A.H. O.R.A. 1951 Transportregister Sparenwoude

Jaartallenindex

gecommitteerde van de weesmeesters te Haarlem om van wege de onmondige kinderen van wijlen Johan Moens, in leven coopman te Haarlem, transporteren aan Cornelis Claesz alias Kees Claesz van Louwen, wonende te Polanen: 1) ½ van 1501 roeden lands, gemerkt letter A, daarvan jonkheer Dirck van Berckenrode de wederhelft toebehoort, oost: Claes Dircsz, noord: de grote Houffsloot, west: Harman Jansz, zuid: de Treckvaert, zoals Jan Moens dit land gekocht had van Tryntge Pieters, weduwe Symon Jansz Rustenburch; 2) een stuk land getekend B, groot 1213 roeden, waarvan de voors. Berckenrode de andere helft bezit, oost: de erfgenamen van Jan Dircksz, noord: de treckvaert, west: Ysbrant Jansz, zuid: de Spieringmeer; 3) een stuk land getekend C, groot 1527 roeden, zuid: de Spieringsmeer, noord: de Treckvaart, west: de erfgenamen van Engel Willem Schouten c.s, oost: Ysbrant Jansz, zoals hij dat van Thomas Pietersz, buerman tot Houtrick gecoft en ontvangen heeft

1604-09-01

R.A.H. O.R.A. 2098 fol 37

Transportregister Egmond

schout en schepenen te Egmont Binnen oorkonden dat Cornelis Jansz Quant, buerman ter halver Hoeff, waert aldaar, erkende schuldig te zijn aan Claes Cornelisz Schaepecaes, biersteker van Haerlemse bieren gemerkt van t Zeehart, 75 £ ter cause van verschoten penn, en 25 Kar gld ter cause van geleverde bieren. Onderpand: het huis en erf daer de comparant in woont, staende ter halver Hoeve, oost: de weesen tot Alkmaer, west: mr Tobias de Coene, zuid: de Hoevervaert, noord: Gerrit Diercksz. In margine: Dit artikel is dwergeslagen overmits de biersteker uijt de neeringe is geschaeijden, oversulks bij de voorn. tapper gheen gelt ontfangen, noch vollevert van bier, waerdeur de brief niet en is geeffectueert noch in cracht gecoemen als is gebleken bij de remissie van de affitier [?] ende heeft zijn huijs daer om verlaten

Loeff van Haerlaer, schout, Gysbert Cornelisz en Aris Pietersz [kistemaker], schepenen

1739-11-05 (2)

R.A.H. Coll Aanw 1077 fol 81v

Transportregister Bloemendaal

Jacobus Dupeyrou transporteert aan de heren Jacques en Alexander de Lacandle een stuk weijland gelegen in de banne van Tetrode, op de kaart getekend met letter R, groot volgens gemelde kaart 1 morgen 363 roeden, Rynl. maat, als mede een stuk lant daer nevens aen, van outs de laen [van Rollant], en nu tot één begroeijd, groot 214 roeden, op de kaart getekend met letter S. Dus tesamen 1 morgen 577 roeden, belend nu ten zuyden: de heer Johan van Sypesteijn als coper van het land gemerkt Q, west: de boogert van Rollant en t speelhuisje der heren coopers, noord: de heer de Neuville van outs, oost: de copers met letter W. Met recht van overpad tbv W

huis Rolland R, S

1540-12-18 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 151v (Arkel)

Jaartallenindex

request aan de luyden van de reeckeninge van Pieter Cornelisz ende Sanijs [Sarijs] Thonisz x Mariken Cornelisdochter, zuster van Pieter Cornelisz, hoe in den jare 1515 een Adriaen Cornelisz overgegeven zijn geweest zekere 2 morgen lands gelegen in Noordeloos, gecoft bij heurluyder vader, genaamt Cornelis Pietersz, tot profyte van denselven zynen zone, mits bij hem daeraen behoudende zijn lijftocht. Welk land als leen zijnde, denselven Adriaen Cornelisz verlijt is geweest mitter voors. lyftocht. Adriaen Cornelisz overleed in 1527, sonder dat zij supplianten wisten dat een huerluyder als deszelfs Adriaens broeder t selve in t leenhof behoorden te verheffen, gemerckt de lyftocht van heurluyder vader, die eerst omtrent Niolai (?) overleden is, mits t welke zij an t leenhof meenden te verzoeken, dan werd henluyden geweygert mits de voors. redenen, als deurdien aen de keizer vervallen. Ende alsoo sij schamele lantluyden syn, die de usantie niet en wisten, verzochten in gratie ontfangen te zijn. De rekenkamer komt overeen met Pieter Cornelisz en Zarijs Thonisz dat zij, gemerkt heurluijden onnoselheyt, het leen mogen verzoeken, tegen betaling van 10 Kar gld aan Heyman van den Ketel, als ontfanger van de espargne (vgl 1541-01-07)