Bedoelde u soms?
geheten | gelete | gemeen | gemeente | gemelte | gemen | gemene | gemente | gemert | gemeten | genepe | ghemene

9 resultaten

1366-05-29~ |

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 87/Reg B. Bloys Cas D fol 102v
Jaartallenindex

Heynric Buffel wert [er staat: uter] man myns heren Jan van Bloys 29 dagen in Mey in Dreyschier van enen gemete land dat hem myn here verlof gaf uyt te moeren onder hun an t nyewe Dreyscier ende daervoor droech hi minen heere op een gemet land van zyn eygenen erve liggende in t Nyewelant beoesten Duveland onder den grave liggende in Spentwijc daerne myn heer van beyden op ontfenc te mannen ende te houden tot een onversterfelijk erfleen

1541-06-27 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 112v
Jaartallenindex

jhr Joseph de Baenst wordt na dode van zijn vader jhr Guij de Baenst beleend met: 1) ½ van alle ambachtsheerlijkheden van Melissant, Noorderscorre en Wellestrype, 2) ½ van de grote- en smalle tienden aldaar, 3) te mogen setten schout, schepenen, dyckgrave mitter gifte van de kercken, costerijen ende allen anderen geestelycken provenen, 4) alle maalrien, vogelrien, visscheryen, veeren etc der amchtsheerlijkheid toebehorend, 5) ½ van 1 gr Vls van elke gemete lants, liggende in de voors. heerlijkheid tot Eerschoete. Ende oock mede van elke vat biers dat men de voors. lande drincken en slyten zal 2 gr Vls erfelijk. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen. Pieter van Opinen doet als daartoe gemachtigd door de voogden van jhr Joseph de Baenst, gepasseerd te Brugge 2 mei l.l. (de eed)

leenmannen: Zegelijn van Alveringen heer van Hofwegen, ridder, Cornelis Barthout Jansz, Willem van der Criep, Anthonne Lebucq

1526-03-10 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 154v
Jaartallenindex

Karel beleent vrouwe Barbele Cruesincs, weduwe van heer Loys Quarre, in zijn leven ridder en thesaurier van de orde van het Gulden Vlies, haar aangekomen bij dode van haar neve Jacob Cruesinck Philips, met ⅙ deel van alle ambachtsheerlijkheid met toebehoren van Melissant, Noirderschorre, Wellestrijpe, te weten val al daar te mogen setten schout, schepenen, dijkgrave, met gifte van kercken, costerijen en alle andere geestelijke provenen, desgelycx maelrijen, visserijen, vogelrijen, veren en alle andere profyten der ambachtsheerlijkheid toebehorend, mitsgaders noch 1 gr Vls van elken gemete lants tot erfschote, ende oock mede van elk vat bier, dat men binnen den voors. landeken drincken ende slyten sal, 2 gr Vls erfelijk, te houden als leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar als haar gemachtigde Roelof heere van Dongen

mr Tielman van Dulleckem, onse Raad en meester van onser reeckeninge, mr Jacob de Jonghe heer tot Baerdwyk, auditeur van derselver reeckening, mr Jan van Barry, mr [?] Marcelis van Zegerscappelle, Cornelis Barthouts, Anthonne le Bucq, leenmannen van Holland

Haerlem, van | 1397, 1399

R.G.P. Grote Serie 170 Rek Dom van Putten dl I
Achternamenindex

rekening Putten: in Putten - 1397: (p 341) Claes Ysbrantsz tiende Heynric van Haerlem, om 16 £ Holl; - (p 343) Pieter Lauwsz ± 4 gemete land, waarvan mijn heer de helft toebehoort, (gekomen) van Henric van Haerlem en Jan van Haerlem de andere helft toebehoort, t gemet 40 sc Holl; 1399: - (p 362, 363) borg: Henric van Haerlem; - (p 364) item die tyende lamme Heynric van Haerlem t stuk om 14 gr en 3 toerloers, - item Syer 6 gemete land, waarvan mijn heer de helft aangekomen is van Heynric van Haerlem en Jan van Haerlem ook de helft toebehoort, t met om 39sc, - Pieter Lauwenz 4 gemet land, mijn heer half aangekomen van Heynric van Haerlem en Jan van Haerlem de andere helft toebehoort, t met om 40 sc; - (p 365) Pieter Willemsz 3½ gemet dat mijn heer aangekomen is van Henric van Haerlem en Jan van Haerlem de andere helft toebehoort, t met om 40 sc Holl; - (p 368) den dycwal van Hekelingen, Heynric van Haerlem van half maart 1398 drie jaar lang, per jaar om 50 sc Holl; - de brootexcys van OVr dag te Lichtmis anno 1398 twee jaar lang Heynric van Haerlem om 2 £ Holl

Putten

1517-07-17 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 108
Jaartallenindex

Karel beleent Everaert Jan Evertsz na dode van zijn oom heer Boudyn Hart, ridder, met: 1) ¾ van de ambachtsheerlijkheid als maelrije, visscherije, vogelrye, veeren, gifte van kercken, costeryen, benefitien, bedyckt en onbedyckt, van Somerland ende Raemshille, gelegen in onsen lande van Voorne, leen van Voorne tot een onversterfelijk erfleen, 2) ¾ van alle de corentienden en smaltienden die in Somerlant en Raemshille vallen, bedyckt en onbedyct. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Behoudens onse heerlijkheid van Voorne, een erfpacht van 301£ van 40 gr. Vls sjaars op heel Somerlant ende Raemshille. Ende daertoe den erfpacht van 10 groten op elke gemete tienden van den voors. Somerlant en Raemshille, voor zover het nu bedyct is of bedyct zal worden. En dit na inhoud van de voors. brieven, daermede beide uitgegeven zijn geweest om te bedyken tot een coornlands. Daer Everaert onmondig is, doet zijn vader Jan Evertsz de eed

Jacob de Jonghe, here van baertwijk, auditeur van onse Rekeninge in den Hage, Cornelis Barthouts, leenmannen

1401-07-29 |

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 739v/Liber V fol 427v
Jaartallenindex

Florens van Borselen heer van St Martynsdyck, oorkondt dat voir mi gecomen syn alle die goide luden die in der parochie van Scarpenisse woonachtig sijn, ende gaven mi te kennen dat sij grooten last hadden van dyckaedsen. Van welcker dycaedse voirs sij dickent geclaecht hebben ende nog doen, dat sij mit grooten onrecht den dyck hebben moeten maecken tot deser tyt toe, want die dyc gelegen is binnen de parochie van Westkerke, tussen den Vatelwech ende den Ewech in Jans ambacht van Botlandt, synre broeder, ende Jans syns neve. Soe die goide luden in den ambacht van Scarpenisse hebben alle jaer moeten verdiken 8 groot, 10 groot of 12 groten van elker gemeten. Ende die van der Westkerke diken van horen gemete 2 of 3 groten, soe dat die goede luden in den ambacht van Scarpenisse verdragen syn mit mi, dat wij mit malcanderen dat onrecht van der dycaetse wederstaen willen, ende heb se dairin geloift te houden ende te starcken dat sij genen cost van de voirs. dijck hebben sullen, sy noch hoer nacomelingen, ten ware dat die van der Westkerke bewisen conde dat die dyck binnen den ambacht van Scarpenisse gelegen ware. Op 1401-08-01 confirmeert hertog Albrecht deze brief

Nycolaus Hugemansz | 1423-05-25

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 329v, 364v
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Nycolaus filius Hugemanni wordt beleend met "quartaria terre situata in parochia de Koudekerke in Wallacria", die hij te voren in leen gehouden had; hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 den zwarte Tourn; "nu Reynier Willemsz, nu Jacob van der Boedinge Reijnersz, apparet anno 1494 tenet een gemet"; 1454-10-04: de abt verkoopt aan Reynier Willem Reyniersz een gemete land in het kerspel van Coudekerke, die Willem Jelysz in leen gehouden had doch bij verzuim van Jelys [! te weten: Willem] aan de abdij vervallen was, tegen een pacht van 1 gr Coninx Tourn; "item per mortem Reyneri heeft Jacop syn soen dit ontfangen"

Gysbertus Goedscalc, Petrus de Duvensteijn, vasallis; 1454: Wolfert Bertelmeusz, Peter van Scoenenburch

1534-09-29 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 122-124v
Jaartallenindex

extract uyt het testament van Jacob Heerman Gysbrechtsz: aan Gysbrecht vermaakt hij: 1) de ambochtsheerlijkheid geheten die Riethuere, dat men nu heet die Maesdam, gelegen in Zuyt Holland, met alle ambachtsheerlijkheid als visscherie, vogelrie, tienden, onder conditie dat Gysbrecht na zijn vaders dood zal moeten uitreiken aan zijn broer heer Dionysius, presbyter, 12£ gr Vls per jaar diens leven lang. Heer Dionysius moet hiermede tevreden zijn, en mag niet mee delen in de goederen van zijn vader. Na dode van heer Dionysius zal Gysbert de vrijgekomen rente ter waarde van 14 Kar gld met zijn broer en zusters moeten delen; 2) een leen gelegen in den lande van Voorne in de ban van Oostvoorne bij den Briele, welck hij gedeelt van wijlen zijn moeder; 3) 5 gemeten vrij lants in den ouden Hoerne, ende 5 schell per jaar op t capittel van Oost Voorne, leen van Voorne; 4) een leen dat gecomen is van zijn vader gelegen in Heemvliet, in leen gehouden van de heer van Cruningen als heer van Heemvliet. Jacobs zoon Willem ontvangt: 5) een leen gelegen in de ban van Voorne, gekomen van zijn vader, te weten de hofstede achter de kerk, mitten Meeldyck in Zwarte Wale met 9 gemeten vrijs lands, gelegen in den Nyeuwen Hoorn, leen van Voorne; 6) Ende soe maakt en ordonneert de voors. Jacob zijn leen van Rouxnisse in Pancrasgors, dattet een van zijn kinderen versoucken sal. Daeruyt maeckt hij syn kinderen t zy mans persoon of vrouwpersoon alsoo vele lands als elck deelen ende elck sijn ambachtsheerlijkheid, tienden, aenwassen ende dijcken. Mitsgaders dat elck betalen zal den erfpacht van het gemete; 7) aan zijn dochters Mariken en Machtelt maakt hij dat sij "begrotinge hebben sullen uit zyn goede, hetzy roerende hetzy onroerende dat geen leenen zyn". Schout en schepenen van de bannen waar de leenen gelegen zijn die hij aan zijn zoons vermaakt heeft, zullen die moeten taxeren en er zal verrekening moeten plaatsvinden

Haerlem, van | 1389-1409

R.G.P. Grote Serie 170 Rek Dom van Putten dl I
Achternamenindex

rekening Putten: - 1389: (p 261) uitgegeven mijns heren molenlande te delven, heynen, eren en sayen bij Jan van Haerlem en Willem Kortvriend, aan Andries de bosscher en Aernt Kanneman, van 86 roeden sloets te delven langs de Zeedijk; - (p 263) Jan van Haerlem 1 paer swanen; - 1396: (p 317) van pacht in Geervliet: - Oedsier Hannemansz 6 gemete land dat mijn heer half aangekomen is van Henric van Haerlem, en Jan van Haerlem half toebehoort, t gemet per jaar om 40 sc Holl; - Pieter Lauwenz 4 mete land, dat mijn heer voor de helft aangekomen is van Heinric van Haerlem en Jan van Haerlem voor de helft toebehoort, het met per jaar 40 s; - Pieter Willemsz 3½ met land dat mijn heer half toebehoort van Heinric van Haarlem en Jan van Haerlem ook voor de helft, per jaar om 42 sc 9 Holl; 1397: (p 342) dzelfde 3 posten; - 1399: (p 364) idem; 1406: (p 383) van gors huren: - Stompaert sonder weder en casen Jan van Herlem om 4½ £ Holl; - 1409 (p 403) t riet van Putten van half maart 1406, 3 jaar lang, Jan van Haerlem voor 16 £ Holl, borg: Heynric van Haerlem

Putten