13 resultaten
1542-01-03 |
R.A.H. Coll Aanw 249 fol 322v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe in der saicke voer den Hove van Holland geresen tussen Franchois van Bosschuysen Florisz als erfgenaam van zijn vader bij beneficie van inventaris, ter eender zijde, en de gemene crediteuren van den sterfhuyse van wijlen Floris van Bosschuysen ter andere zijde, zijn partyen geordonneert te verschijnen voor commissarissen. Hierna is overeengekomen dat Claes Claesz, deurwaarder van denselve Hove, ende de baljuw van Warmond, curators zouden zijn over de boedel. Het Hof benoemt nu Claes Claesz tot curator
1548-03-24 (1547) |
R.A.H. Coll Aanw 467 fol 21-22v/Leenregister Brederode
Jaartallenindex
in der saecke geresen ende hangende in den Groten Rade s Keizers etc tusschen Wolphaert van Brederode heer van Cloetinge, ter ener, en de heer van Brederode, verweerder ter andere zijde, treedt voor eiser op mr Aelbrecht Bouwense, en voor de verweerder mr Claude Doublet (procuratie 1547-04-09), geven aan mr Arent v.d. Goes en Nicolaes Gille, advocaten postulandt en Claude Doublet, procureur postulant voor de Groten Rade te Mechelen om te procederen tegen zijn broeder Wolfaert om te komen tot nieuwe partgie van syne vaderlijke goederen. De Grote Raad staat het proces toe en benoemt een commissaris
1599-05-25 |
Arch Marquette 1076 fol 44v/Handv. van Ass. p 153 (17e eeuws afschrift)
Jaartallenindex
alsoo tusschen den schout ende schepenen van Uytgeest ter eenre en die van Assendelft ter andere zijde, seker different geresen was onder wiens bedrijf, ban en jurisdictie de huysinge bij Dirck Dircksz van de Langelaen, onlangs getimmert op de Nieuwendam, op 't erve eertijts annex geweest hebbende het oude huys ende erve van de erfgenamen van wijlen Claes Willemsz en Guerte Barends, souden behoren te resorteeren, en waer die voirs. van 't voirs nieuwe huijs zijn schot en lot gehouden souden wesen te betalen, doen 7 ongenoemde arbiters uitspraak dat Assendelft voorloopig de jurisdictie behoudt over het bovengenoemde huys end Uytgeest over de buiten- en binnendijksche landen daarbij gelegen
1550-09-30 |
R.A.H. Coll Aanw 253 fol 569v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe sekere questiën ende geschillen geresen zyn geweest voor den Hove van Holland tussen Wigger Allertsz, dyckgrave van Medemblik en van de Vier Noorder Coggen, ter eenre, en Jan Jansz, schout van Spanbroek, met Aernt Dirksz, burgemeester van Sybekerspel, heemraden van deselve cogge, ter andere zijde, beroerende t keuren ende besteden van den gemeenlants dyck, Rraecken, sluysen en sluistochten. Proces tot voor de Grote Raad van Mechelen. Het Hof gelast nu aan Meeus Gheritsz, wonende in Woggenommercogge en Pieter Jansz van Twisch in de Middelcogge, beyde oude heemraden, om in plaats van Jan Jansz en Aernt Diricxz schouw te doen met de dykgraaf en de andere heemraden
1537-03-22 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 33
Jaartallenindex
Heyndrick van Hoerne, burchgrave van St Winoxbergen, here van Boulaer, jonge heer tot Gaesbeek etc oorkondt: alsoo seeckere 300 R gld per jaar te anderen tijden sijn by zekere makingen gedaan bij heer Johan heer van Montfoort ende zyn huisvrouw vrouwe Willeme van Naaldwyk, vrouwe van Montfoort, vrouwe Barbele van Montfoort vrouwe van Gaasbeecque, onse moeder, op die goeden ende heerlijkheid van Naaltwyck met toebehoren, waaraf zeker proces en different geresen is tussen heer Robbert grave van der Marcke en Arenberg, onse lieve oom, getrout hebbende vrou Machteld oudste dochter tot Montfoort, welk proces door de Grote Raad van Mechelen tot ons voordeel beslist is op 1534-10-10. Ende want 1534-12-22 een appoinctement en transactie gemaect is geweest tussen wijlen de heer van Eggremont jonggrave van der Marck en Arenberg, onse lieve neve, aangaande zekere afterstallen en andere twisten die er souden mogen geresen wezen ende noch souden mogen ryzen tussen de heer van Arenberge ter cause van zijn huisvrouw, onse lieve vrouw en moeije, zowel ter oorzake van de voors. 300 gld per jaar als anderzins, blykens appoinctement dd 1534-12-26, waarbij expres bepaald was dat de heer van Arenberg de voors. rente van 300 gld zou mogen lossen tegen den penning 20. Hij geeft nu volmacht aan zijn procureurs mr Cornelis Barthouts, mr Vranck Boets en Claes de Waert Adamsz om te compareren voor stadhouder en leenmannen van Holland te verklaren voldaan en betaald te wesen ter zake van deze losrente, en de voors. heer van Arenberge als heer van Naaldwyk ter cause van zijn huisvrouw vrij en schadeloos te houden van deze losrente van 300 gld
1550-04-26 |
R.A.H. Coll Aanw 253 fol 376/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Margriet Ysbransdochter, weduwe van Adriaen Meynaertsz van Warmenhuizen voor haar zelve en als moeder voogdes van Joris Adriaensz, haar onbejaarde echte zoon en weeskind, geeft het Hof te kennen dat wijlen Adriaen met haar matrimonialiter gecontraheert had per verba de presenti ende tzelve matriminium geconsumeert ende hadde, sulcx deselve Adriaen t voors. kind geagnoxeert, nae hem genomen ende gealimenteerd. Maer hadde de suppliante nijet willen bekennen voor zijn echte huysvrouwe, ontkennende genouch haer trouwe gegeven te hebben, soo dat ter cause van dien tusschen de voors. partyen groote questie ende controversie geresen was voor den geestelycken rechter. Zij had 3 distincte sententies verkregen, waarin haar huwelijk met Adriaen wettig verklaard was. Adriaen was buitenlands over zee gestorven, zijn weduwe en kind ieder voor ½ als zijn erfgenamen achterlatende. De broers en zusters van Adriaen hadden zich echter van Adriaen's goederen meester gemaakt. Op haar verzoek benoemt het Hof mr Cornelis van der Capella, procureur postulant voor het Hof, tot curator ad lites
1501-03-19 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 34, 35
Jaartallenindex
alsoo sekere questie ende geschil geresen is voor mynen heere de Stedehouder ende Rade in Hollant tussen Jan van Outheusden, tresorier van de Chartren ende registren van Holland, Zeeland en Vrieslant, aen die een zide, ende Joost van Botland, an der andere zijde, ende dat van ⅛ deel van de heerlijkheid van Vosmaer, hem aanbestorven van zijn vader Jan van Botland. Zijn verzoek om daarmede beleend te worden was echter door de tresorier geweigerd zeggende dat Jan van Botland, de vader van Joost, dit leen niet verzocht had en door wanverzoek aan de grafelijkheid vervallen was. Het Hof appoincteert nu om Joost hiermede te belenen tegen betaling van het dubbel verly. Op 20 Maart d.a.v. wordt Joost beleend zoals zijn vader Jan van Botland en zijn grootvader Pieter van Botland, dit leen gehouden hebben en zijn grootvader Pieter dat becosticht en bedyct heeft. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen
present: Joost van belois, Jorden van Raamsdonck, Geryt Woutersz, cleene Jan Bruyn
1488-07-02 | Heemstede
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem 186 fol 105 regest 304/Cartul Zeven Getyden Haarlem
Jaartallenindex
Adriaen van der Voerde, schout van Heemstede, oorkondt "alsoe zekere twiste geresen ende rechte begonnen is geweest voor mij ende mynen scepenen van Heemstede voors. tussen Dirck Potter als oom en voogd van zyn broederskinderen an d'een zyde, ende Gheryt Dirck Willemsz.z. [v.d. Haer leest Geryt Willemszoonszoon] an d'ander zyde, roerende van 1 gouden Eng nobel erfpacht sjaars staende op een stucke lants leggende in de venen toebehorende de voors. Gheryt Dircksz ende daervan deselve Dirck Potter in den name als boven van 4 jaren voorleden onbetaelt was min 30 st: mits welcke hij den gront van denzelven lande daarvoor aengesproken hadde naer uytwysinge van de oude verbantbrieve". Op de rechtdag boden schout en schepenen zich aan als goede mannen. Zij constateerden gebrek aan betaling en beslissen dat voortaan elk jaar 1 g. Eng nobel betaald moet worden. Gheryt Dirksz behielp zich met een brief dat deze Eng. nobel door Reyner Zybrantsz afgelost zou zijn. Schepenen verklaren deze brief van onwaarde te zijn (vgl 1458-02-06)
hierover waren als zeven tuygen: Jan Jacobsz, Aelbert Ban, Claes Pieter Voegenz, Symon Diricxz Lepelaer als sende [= gemachtigde] van Dirck Luijtgensz, Claes van der Laen als sende van Aechte van Hillegom, Arent Pietersz, Jacob Arysz als sende van oude Geryt van Berckenrode
1555-03-30 |
R.A.H. Coll Aanw 257 fol 734v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
op de differenten geresen voor de commissarissen geordonneerd bij den Hove van Holland ter auditie en sluiting van de rekening van t Hontsbosch en de duynen van Petten van den jare 1554, tussen Jan Dirck Oerkis van Valckenkooge en Harck Jansz van Schagen c.s ter zelfder tyt op de rekening mede gecompareerd zijnde, ter eener zijde, en Dirck van Teylingen, rentmeester van dezelve Hontsbosse, ter andere zijde, in den Hage op 27 en 28 maart j.l. gerezen, beslist het Hof dat de commissarissen tot sluiting van de rekening zullen procederen "sonder te roeyeren de vacatien by de voors. ingelanden gedaen op te besaeyinge van de diepinghe van de Butteroort ende de tonnen omtrent Alckmaer, ende sonder oeck te letten op de royeringe bij de voorn. Jan Dircksz c.s. versocht nopende de artikelen van de leveringhe van de Villevortsche schorresteenen metten aancleven van dien, op te attestie van Barthelmees van Teylinghen gedaen, behouden hemluyden altoes heur actie tegen denselven Barthelmeus, indien naemaels bevonden wordt t selve sulcx te behooren etc"
1510-01-31 |
Arch Marquette no 1076 fol 14v-16v/Handvest van Assendelft p 84, 17e eeuws afschrift
Jaartallenindex
also seeckere questien ende geschillen geweest zijn tusschen Gheryt Heere van Assendelft, ter eenre, ende die schepenen van den jaer 1508 ende 1509, lest leden tot Assendelft, ter andere zijde, ende dat ter cause van dat die Heer van Assendelft gecauseert hadde ofte doen causeren die voirs schepenen als dat sij lieden recht gedaen souden hebben met Gheryt Gherytsz, schout van Assendelft, sonder den ban van den bailliu van Assendelft gehadt te hebben, daervan sijluyden in rechten hangende zijn, ende ter anderen, oock questie is geresen geweest tusschen die voors. partijen, ter cause dat die voors. Heere van A. syne vierschaer van zijn dorp van Assendelft getransfereerd hadde ende onderhouden wilde tot Eemskerck. De beslissing van dit geschil werd opgedragen aan Willem van Berendrecht en Andries van Hargen, Raden. Hun uitspraak luidt dat schepenen geabsolveerd worden en dat de vierschaar zal moeten gespannen worden binnen Assendelft, en dat de heer van A. zijn ondersaten nog eenige met name genoemde privileges zal moeten schenken, waarvoor de ingezetenen van Assendelft den heer zullen toezeggen 500 Rynsche gulde, te betalen binnen 8 jaar, en bovendien zullen betalen het glas dat de heer van A. in de kerk aldaar gegeven heeft