32 resultaten

Baer, van | 1342-03-18<

Stichtsche, Gaasbeeksche en Overysselsche Leenen, p 108 en 125; Nyhoff: I no 384 en 385
Achternamenindex

het halve gericht te Oosterbeek: Vrederic heer van Baere; het gerichte tot Velpe: Vrederic heer van Baere [zonder datum: ongeveer 1342 verkocht hij het gerecht van Velp aan hertog Reinald van Gelre]

Doys | 1423-08-19~

Leenregister Culemborg fol 100
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Gerijt Doijs Willemsz 2 morgen te Scallicwick, in onsen gerichte, belend boven: de heren van St Martyn te Utrecht, beneden: Henric Gerijtsz van Cleve en Jan Tullenz met een gemeijnen eygendom

Loef | 1346

Bijdr Hist Gen jg 1901 p 252/Reg EL 5 fol 75v
Achternamenindex

lenen in Amstelland: Loef van Ruwele 20 morgen land bij Loenen te Wiele, belend zuid: Jan Volkenz, noord: Arnt van der Anster en 1 gerichte en 1 tiende op de Laghe Hare in de Zidewinde

1467-04-28 |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 154/Reg Charolais fol 71
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz beleent Herberen van Hoede met 10 morgen land in t Broeck, aen d'een zide: Mechtelt Dircks bastaertdochter van Hoeckelem, ons broeders, aen d'ander zide: Foerkens zijdwen, streckende van den gerichte van Vueren tot den hooghen weghe toe in Dalem. Leen van Heukelom volgens zijn leenbrief dd 1454-03-17

1470-03-04 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 76/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

deken en kapittel van den Dom te Utrecht verzoeken aan jhr Gerard heer van Culemborg, en in afwezigheid van hemzelf aan zijn stedehouder en de Raden van den hertog van Gelre, om ervoor te zorgen, dat de in Kulemborg gelegerde krijgslieden, in den gerichte van Assche, de pachters van het kapittels ongemoeid laten

1577-03-27 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 168
Haarlem Algemeen

Joachim Harmansz en Jan Remmersz, beiden uyt den gerichte van Blanckenham bi de Kuner (?), als erfgenamen van wijlen Neeltgen Jansdochter, nagelaten weeskint van Jan Pietersz, schuijtevoerder, verkopen Claes Dircxz alias onder t Hout van Assendelft, een huis en erf op Scheepmakersdijck, aen d'een side: Abraham Aerntsz, scheepmaker, aen d'ander side: de erfgenamen van Cornelis Dircsz alias grote Coman, scheepmaker, achter streckende aen de erfgenamen van grote coman en aan der stadscingele. Koopsom 70 Kar gld. Gerrit Gysbertsz, scheepmaker, borg voor de 1e termijn van 15 gld

1514-04-08 |

A.R.A. 488 no 184/Sententiën Hof van Holland
Haarlem Algemeen

Gheryt van der Laen impetrant in cas van reformatie contra Mergriet Jacobsdochter weduwe van Frans Lubbertsz, roerende zeker vonnis gewezen door het gerecht van Haerlem. Eiser eist vernietiging of corrigering hiervan "ende dat die gedaechde verclaert zall zijn niet ontfangelycke omme te eysschen voir den gerichte van Hairlem inventaris van den gueden van wijlen Frans Lubbertsz gelegen in Vrieslandt, mair was ende is schuldich tselve te doen ter plecken daer die gelegen zijn". Gedaagde: t sterfhuis is te Haarlem gevallen. Het Hof verklaart de eiser niet ontvankelijk en veroordeelt hem in de kosten

Camphuysen, van | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 199 p 196
Achternamenindex

"de dominio Bylant: Heeren Spaenswerd, dat gerichte hoge ende zide, mit der visscherijen so veer als dat gherichte gheet [te Steender]; Kistkenshoeve; dat goed gelegen tot Airde to 1 £, Otte van Camphusen"; 1424-03-26: Riquin van Camphusen, na de dood van zijn vader Otte. Nota: dit is mijnen jonchere verledicht ende heft dit an sich

1513-08-08 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 378/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

de bisschop bericht aan de Staten van Utrecht, de tot hem schriftelijk gerichte klacht van Johan heer van Wisch over die niet terugbetaling der door zijn vader en oudste broer aan de vorige bisschoppen geleende penn, in gebreke waarvan Johan voornemens is "te huyren en horen alle dieghene die up uns gestichts schade geweest hebben". Hij meldt ook de tussenkomst van de hertog van Gelre voor Johan. Hij heeft derhalve op Vrydag e.k. na St Katrina te Zutphen een dagvaart bepaald, om aldaar tevens enige gebreken t.a.v. het verdrag tussen het Sticht en Gelderland gevallen. Hij verzoekt hun gedeputeerden te zenden

1521-07-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 28, 28v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Marie van der Colster Jacobs van der Colstersdochter, weduwe van Pieter van Ruyven, met Jacob Heindricsz als haar gecoren voogd, overgedragen heeft tbv Gerrit van Suylen van Nyvelt, huere dochter soon, die ambochtsheerlijkheid ende dagelics gerichte van Heyloo ende van Oesdom, mitten schoutambachten aldaer, mit allen pruffiten, bruecken, boeten en vervallen, uitgenomen die molen, wint ende gruijt. Daer jvr Marie overmits outheyt en crancheyt van lichame selve niet wel reysen en mach, verzoekt zij om Gerrit hiermede te belenen tot een onversterfelijk erfleen, zoals zij en haar ouders die gehouden hebben. Op 1521-11-21 wordt Gerrit hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Joost van den Hove, Gerrit van Sperwoude; 1521-11-21: Vincent Dammas, clerck ord. v.o. rek. in den Hage, mr Cornelis Anthuenisz, secretaris in onser camer van onsen rade aldaar, Anthuenis Kievit Jansz