Bedoelde u soms?
geboeren | geholpen | genoegen | gerberen | gerderen | geworpen | groenen

19 resultaten

1525-11-14 |

Kroniek Hist Gen jg 1854 p 58/oudste Correctieboek Amsterdam
Jaartallenindex

Jan van Sanen heeft, achtervolgende t vonnisse van schepenen den houten huijck of tonne gedragen omme der stede, ter zake dat hij gevloeckt heeft gehad en wel eerlijcke personen schandelick na geroepen; presentibus die schout en alle de schepenen

1516-03-05 |

V.R.O.A. 1920 dl I p 226 regest 43/Reg Klooster Emaus in het land van Steyn Inv no 3
Jaartallenindex

de officiaal van het Hof van Utrecht vidimeert de brieven van 1443-05-26 en 1475-07-21, en gelast, op verzoek van prior en convent in Steyn bij Gouda, de ter recognitie dezer brieven [sic] op geroepen personen te verschijnen voor zijn gerechtshof te Utrecht. Met de signatuur van notaris Martinus Kaluwe

Grebber | 1586-07-05

G.A.Amsterdam DTB fol 42
Achternamenindex

compareerde voor de huwelijkscommissie te Amsterdam Frans Jurriaensz, geroepen hebbende Trijntje Grebbers, mitte welcke hij seijde belofte van trouwe uytstaende te hebben. Trijntje erkent dat zij wel een wijle tijts met Frans omgegaan en verkeert had, maar op al zijn propositien van vryeren geantwoord had dat zij verloofd was met een ander. Tenslotte belooft Frans om Trijntje verder ongemoeid te laten en nimmermeer op de trouw belofte terug te komen

1513-05-01 | Wijk op Zee

Cartul St Jan Haarlem no 1234
Jaartallenindex

Jacob Saey, schout in Beverwijck, oorkondt dat Florys Florysz, de gezworen bode in Beverwyck, op 3 Sonnendagen in de kerk van Beverwyk voor de hoogmis geroepen heeft dat de commandeur van Haerlem gekocht heeft van Claer van Buyten met haar voogds hant, een halve camp lants leggende in Wyckbrueck, of iemand daar iets tegen te zeggen had. Dat zich hierop alleen de memoriemeesters gemeld hebben, die daerop 20 st sjaers hebben staan, hetgeen den commandeur echter reeds bekend was (vgl 1513-03-17)

1544-07-21 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 170/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

alzoe die gemeen crediteurs ende schulteisers van de boel van wylen Claes van Beaumont, zijn weduwe en kinderen, den Hove vertoond hebben dat zij voor desen Hove bij mandament penal geroepen zijn om de boel van wijlen Claes Govertsz van Beaumont nijet te eischen ter tyd en wijle een of 2 curators gecommitteerd zouden zijn om de boel te administreren. De gekozen curators Jan Dircsz Thoen en Jan Jansz van Ouderkerk, hadden ondanks aandringen van het gerecht van ter Goude, het curatorschap niet willen aanvaarden. Het Hof benoemt nu Philips van Vuytwyck, secretaris van het Hof, tot curator

1545-02-27 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 285/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

alsoe van wege Christoffel van Schagen, curator ende broeder van Willem heer van Schagen, den Hove van Holland vertoond is geweest, dat de voorn. Willem van Schagen verobligeert es aen den H. Geest tot Haerlem van een jaerlixe rente van 62 £ 10sc, daervoor hij dobbel ypotheecque moet stellen. Het Hof authoriseert Christoffel om, daerover geroepen heer Joest van der Bronchorst, des voors. Willems huysvrouwen vader, mitsgaders jvr Katharina van Schengen, zal mogen vercopen 11 geersen leengoet gelegen tot Nyerop, geheten "Moerbeke", geldende jaarlijks 32 Kar gld, om mette penningen van dien te lossen de voors. rente

Wouter Pietersz | 1533-1535

Kerkelijke Rek Haarlem fol 31v
Voornamenindex

heer Wouter Pietersz, uyt die Beverwyck, had een pateen wegende 11 ½ loot van de kerk genomen, en was daarna uitlandich; hij werd ter verantwoording geroepen (blijkbaar was hij toen in het klooster te Heemstede), doch verscheen niet. Hij zei dat hij de pateen verloren had; er wordt nu een nieuwe gemaakt door en voor de kerk

1538-10-03 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1184, 1195, 1200, 1202, 1205-1207
Jaartallenindex

sententie van het Hof van Holland in het proces tussen de abdij Rijnsburg en de erfgenamen van Floris van Wyngaarden (in zijn leven heer van Yselmonde en rentmeester generaal van Rynsburg), namelijk Joost van Wyngaerden heer van Ysselmonde voor zichzelf, Wynant van Laire en Cornelis van Borssele namens hun echtgenoten, over 800 Kar gld die Floris in 1525 ontvangen doch niet afgedragen zou hebben en 87½ Kar gld als opbrengst van een rente die niet afgedragen zou zijn, evenmin als een losrente in hoofdsom groot 36 Kar gld. De erfgenamen worden veroordeeld tot betaling van deze 36 Kar gld voorzover nog niet afgelost, en tot betaling van 62£ 10sch, terwijl zij ontslagen worden van de betaling van de geeiste 800£. Joost van Wyngaarden ging van deze sententie in appel bij de Grote Raad van Mechelen, doch trok dit in en legde zich neer bij de sententie van het Hof van Holland, 1539-10-31 (regest 1195). Op 1540-06-29 wordt aan Vranck van Dam, deurwaarder bevolen de sententie ten uitvoer te leggen. Cornelis van Borsselen en Joost van Wyngaerden worden op 1540-10-11 in gijzeling geroepen in den Hage, waarop Cornelis van Borssele niet verschijnt en op hoger boete opnieuw in gijzeling wordt geroepen (regest 1200, zie ook 1202, 1205, 1206, 1207). Joost van Wyngaarden is inderdaad in gijzeling gegaan, doch Cornelis van Borssele antwoordde dat hij betaling had aangeboden doch geen kwitantie had kunnen krijgen

1545-09-25 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 78
Jaartallenindex

regering der stad Utrecht oorkondt dat Willem Warnaartsz, oud 68 jaren, ende Jan Caarlszoon, oud 74 jaren, eendrachtelijken bij haren eede getuigden, daartoe geroepen door Balthasar Vos van Cuelen, dat hun wel kennelick is dat Gerrit Woutersz, Adriaen Woutersz, Cornelia Woutersdochter, huisvrouw van Balthasar, Anna en Dircksken, Wouters kinderen van geboorte, al tesamen geheel gebroeders ende zusteren zijn van één vader ende moeder, daer Gerrit Woutersz de oudste zone en leenvolger of is. Ende dat Willem Warnaarts der voorg. kinderen moeije van haar moeder wegen [!] ende Jan Carelsz, getuigen der kinderen moye van haars vaders wegen tot geechten wyve gehad heeft (vgl 1545-09-30)

1571-10-11 |

G.A. Haarlem Inv I no 1813 Lade N/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex

notaris Hadrianus Steivordus "nominatione Magistratus civitatis Harlemensis", instrumenteert dat heer Henrick van Zwolle, commandeur van St Jan te Haerlem ter eenre-, en heere Philips van Hogesteijn Henricsz, zijn coadjuctor en prior van hetzelve convent, ter ander zijde, hem toonden zeker geschrift, in presentie van heer Jan van Oostzaenen, pastoor tot Zoeterwoude, heer Thyman van Wouwe, proost ende pastoor tot Beverwijk, heer Vranck van Dobben, pastoor tot Heemskerk, heer Joost Claesz Vinck, pietancymeester, heer Cornelis Jacobsz van der Goude, heer Dirk van Beest, heer Dirck de Vrije, pastoor te Hazerswoude, conventualen van St Jan, daertoe capitulariter geroepen ende vergadert wesende in het somerhuijsgen annex den saele van de commanderije waarnaar het geschrift wordt voorgelezen, waarin Henrick van Zwolle verklaart dat hij 30 jaar lang het commandeurschap heeft waargenomen, dat hij nu te oud geworden is en het commandeurschap daarom overdraagt aan heer Philips van Hogesteyn Henricsz