Bedoelde u soms?
gebrek | gespe

3 resultaten

1566-12-04 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 25-29
Jaartallenindex

alzoe die kinderen ende ghemeene erfgenamen van wijlen jvr Adriana van Alckemade wijlen huisvrouw van mr Gerrit v.d. Laen, den Hove van Hollandt bij requeste verthoent hebben dat Adriana in den jare 1560 overleden is, latende haar kinderen tot erfgenamen. Hoewel de kinderen terstond scheiding en deling met hun vader hadden moeten vragen, was dit niet gebeurd. Zij hoopten dat hun vader hiertoe uit zichzelf zou overgaan, doch hij weigerde dit steeds en was nu "nader die negentich dan tachtich jaren oudt" en zijn memorie ging steeds achteruit en hij wist zijn eigen goederen niet meer goed te beheren. Zij verlangen nu inventaris en garantie van bewaring van de hun toekomende goederen en dat er iemand uit het Hof mee belast zal worden. Op 21 november j.l. begaven commissarissen uit het Hof zich naar het huis van mr Gerrit te Leiden, maar deze was naar Haarlem gereisd. Toen Gerrit op 27 november savonds thuiskwam, ging de commissie op 28 november smorgens naar hem toe, maar diens dienaar Anthonis Woutersz gaf te kennen dat zijn meester pas om 10 uur uit bed kwam, spraken zij daarna met zekere Jacob Sproncxz. Toen mr Gerrit om 2 uur een gesprek weigerde, hoorde de commissie Cornelis van der Laen en Jacob Pietersz, wesende broeder en suster kinderen van de voors. van der Laen. De 29e begaf de commissie zich opnieuw naar mr Gerrit, die geheel buiten verstand was. Daarna werd in den Haghe gehoord Nicolaes van der Laen, burgemeester van Haarlem, broederszoon van mr Gherrit. Johan de Heuyter als testamentair voogd over de kinderen van wijlen Nicolaes van der Laen, in zijn leven rentmeester van het land van Mechelen, eiste dat het Hof iemand zou committeren om met hem Johan en met Nicolaes en Cornelis v.d. Laen uit naam van mr Gerrit zou procederen tot schifting en scheiding van de nalatenschap van jvr Adriana van der Laen, zuster van mr Gerrit (klopt dit ?). Het Hof, lettende op de cranchheyt van memorie van mr Gerrit committeeert mr Anthonis Hoffstad, advocaat voor het Hof, tot toeziender en administrateur van de boedel van de voors. mr Gerrit van der Laen (vgl 1567-09-22)

1417 (2) |

Thesauriersrekening Haarlem 1157 bergnr 174
Haarlem Algemeen

(vervolg) 25 Jan: op die selve tijt had Jan Smijer ten eten Dirc v.d. Merwede, Aernt van der Dussen etc om te dadingen van Willem Coppenz, onse portier, 40 sc (fol 7); 28 Jan. gesprek over Pieter Claes de Groenenz die te Schiedam opgehouden was. Des Donresdages na St Aechtendach voeren in den Hage o.a. Symon Zuytvoet, Jacop Voechtz, Heinric Jacopsz, gezworenen, Vranc van Zaenden, Heinric Aerntsz, Wit Jacobsz, Jan Gale, Henric Albout, Dirc van den Woude, Jan de Grebber, Jan Peter Reyngerz.z, Wouter Buze, van der vroetschap, Ysebrant Reynersz en Jan van Hout (fol 7v). Item optieselve tijt had Jan Smijer ten eten here Jan van Heemstede, Allardus van Wieringen, onsen procuratoir, Gillis uten Wijngaerde etc, 3£ 7sc 8d. Item o.a. Henric Aerntsz, Jan Jansz, Jan Wouter Galenz en Jan de Wise en Martijn Jansz van der vroetschap wegen (fol 8); 3 April naar den Hage: Peter Albout, vroetschap; naar den Hage: de schout over aangehouden schepen, met hem Jan Symon Luijtgensz en Jan Hane (fol 8v). Item voeren in den Hage o.a. Jan van Bakenesse, gezworenen, Claes van Ruven, Wouter Buze, Dirc v.d. Woude, van der vroetscap (fol 9). Item voeren in den Hage o.a. mr Jacop Matheusz en Matheus Jansz van der vroetschap, roerende Henric Matheusz vangenisse soe Aernt van Egmonde hem geg[even] was. Item voeren inden Hage o.a. Gherit Albout, vroetschap (fol 9v). Item doe men t huys t Eemskerc eyschte Willem van Loe gegeven van een reyse dat hi den schout van Haerlem voerde mit som van den gerechte 20sc. Item doe men Dirx kint van Assendelf korstende, bat heer Jan van Heemstede den gerecht om een deil gesellen, want hi mit sijns selfs luden niet varen en dorste, wanter vele lude op den huse t Eemskerc lagen [?], daer t gerecht hem mede gaf 7 wagen gesellen, elken wagen gegeven 15 .. facit 5£ (fol 10)

Roelof Aerndsz | 1508-08-12

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 262/Arch 5 Kapittels Utrecht
Voornamenindex

schout en schepenen van Woerden oorkonden een gerechtelijke verklaring van Roelof Aerndsz en Andries Hugenz, krijgsknechten van de prins van Anhalt: dat zij, zes personen in getal, op aventuer reizende, een laech legden in een hout aan de Vecht en aldaar Jan Reynersz [blijkens volgende akten burger van Utrecht] den gansman op een wagen uit de stad Weesp zagen komen, gevolgd door een andere wagen met goederen geladen. Daar zij zich niet sterk genoeg voelden, lieten zij hen voorbij trekken. Zij deden daarop een aanval op 3 schuiten die van Utrecht levensmiddelen naar Weesp vervoerden. In de eerste schuit sloegen zij tonnen bier aan stukken en vingen den vervoerder, terwijl de overige hun door de Geldersen werden ontdragen. Dit geschiedde terzelfder tijd dat de hertog van Gelder uit Weesp voorbij Utrecht, naar Wageningen opgetrokken was; op 17 Aug. zendt Rudolph, prins van Anhalt, kapitein generaal, onder verontschuldiging over het verwijt van onledigheid in s keizers dienst, het door hem op de dagvaard te Amsterdam beloofde afschrift der geregtelijke verklaring ten Jan Reynersz. Gedaen in ons leger voor Weesp; op 19 Aug. meldt de bisschop aan de Staten van Utrecht de ontvangst van dit getuigenis, ten bewijze dat Jan Reynersz, burger van Utrecht "Vehdeplichtich" is. Hij stelt hun voor om in het binnen 3 dagen op diezelfde dagvaard beloofde antdword op dit bewijsstuk te vermelden dat gemelde burger te Weesp is geweest tot loskoping van enige Hollandsche gevangenen, zonder enig gesprek met de Gelderschen te hebben gehad

Johan Diericksz van Soest, schout, Gheryt Pietersz en Aernt Pietersz, schepenen van Woerden