10 resultaten
1579-11-09 |
Ms Opstraeten III fol 1509/Gaasbeek
Jaartallenindex
Daniel Willemsz van Limputten alst recht hebbende van de mombers van sijn onmondige soon Willem van Limputten, erffgenaem van Anna Beernt van Schaijcksdochter, 25 gld sjaers, soo Frederick van Suylen van Nyevelt die gevesticht heeft aen 8 morgen in Nederlangbroec, losbaer met 400 gld. Is afgelost op ten naestlesten Febr. 1584
1563-02-16 (1562) |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 2v
Haarlem Algemeen
Henrick Henricksz snijder verkoopt Quirina Quirynsdochter een huis en erf op t Cleyn Heyliglant, an die zuidzijde: Dibbout Jacobsz, noord: Claes Gryt Adamsz [te lezen: Gerrit], achter streckende aen denselven Claes Gerytsz. Belast met 7 sc. Henrick Henricksz zal ongemoeid blijven van alle eventuele geschillen ter zake van de 't loodseken (!) gevesticht staende aen de schure van Claes Gerrit Adamsz voorn. Koopsom 150 Kar gld, Herman Jansz, binnenlandsvaarder, zal Quirijns voogd zijn
1566-02-20 (1565) |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 157
Haarlem Algemeen
Aeffve Jansdochter weduwe Rommert Claesz als grootmoeder-voogdes van Claesgen Rommerts, haer dochters weeskint, daar vader of was Jan Jacobsz Slordt, scheepmaker, met Auwel Pietersz in den Aker als haar gecoren voogd, verkoopt Imme Pouwelsdochter een huis en erf in Sparwouderstrate, an d'een side: Imme Pouwelsdochter, aen d'ander zyde: Baert Pietersdochter, achter streckende met een loodse gevesticht in t huys van Pieter de decker. Koopsom 64 Kar gld. Jan Pouwelsz, broeder van Imme, als haar voogd
1572-02-07 (1571) |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 119
Haarlem Algemeen
Cornelis Diricxz Appelman verkoopt Maerten Anthonisz, scheepmaker, een huis en erf in de Lange Veerstraet, aen d'een zyde: Guerte Jacobsdochter en Myen Pietersdochter, aen d'ander zyde: Adriaen Thomansz en Adriaen Pietersz met Frans Claesz Zoutman, achter streckende met een somerkoecken geheelt ende gevesticht met d'een zyde aen Myen Pietersdochter voors, en met de ander zyde aen de schure van de voorn. Frans Claesz. Belast met 3£ 2sc 6 penn sjaars, weeskinder rente. Koopsom 534 Kar gld
1497-05-12 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 708
Haarlem Algemeen
broeder Thomas van Embrich, prior, broeder Andries Hermanni, mr in de Godheid, bruder Thomas Taeck en bruder Willem Aerntsz, procurator, ende andere gemeijne bruderen des convents prediker ordens binnen Haerlem gelegen, oorkonden "dat wij ontfangen hebben onder andere menichvuldighe merckelijcke aelmissen van olden Gerrit van Berckenrode s.g. ende van jvr Ave van Berckenrode nagelaten weduwe des voirs. Gerrits van Berckenrode, und van den jongen Gerrit van Berckenrode nu ter tyt burgemeester der eerbare stede van Haerlem, een silveren kelck verguldet bij namen daerop gevesticht sijn die wapenen van Berckenrode, tot eene euwige geheuchelijcke aelmisse
1497-12-20 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten, Strijen fol 157
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat die eerbare ende vrome heer Heern Johan van Renesse van Renouwen, ridder, met de eed bevestigde dat hij op dese tijt van angste ende vresen syns lijfs etc niet bij de aartshertog kon komen. Dit gedaan wesende heeft heer Johan voors. voor mannen van leen gemaakt en gevesticht in der bester brieven, dat hij maacken ende vestigen mocht den eerbaren ende vromen Heeren Johan van Baecx, ridder, van den renten die heer Johan van Renesse jaarlycx heeft uyten den tollen tho Gheervliet, die hij in leen houdt van de grafelijkheid van Holland de somma van 22½ R gld current jaarlyks daer uyt te hebben, heffen ende te beuren, zolang Johan van Arkel mit 10 R gld sjaars ende mr Ambrosius met 6 gld ende een oort sjaars lijfrenten tot heuren lyve aflivich geworden zyn ende noch solange die vierde halve Ryns gld sjaars losrenten die t convent van de Cruysbroederen binnen s Hertogenbosch hebben al op ten huise gelegen binnen 's Hertogenbosch in St Jorisstraat, geheten het huys van Bouchoven, gevrijt ende afgelosset zyn, of also lange ende der tyt toe die Vrouwe van Baecx heern. Johan van Baecx huisvrouwe van desen voors. lyfrenten ende losrenten van Johan van Bochoven haren broeder gebruict ende gequit is. Met het verzoek om deze akte te willen confirmeren
Henrick van Gent van Rycxstel, Steven van Rutenberch, leenmannen
1563-12-31 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 46
Haarlem Algemeen
Heere Niclaes van Bronchorst, priester en Canonick tot Oostvoorne, en jvr Elisabeth van Bronchorst, weduwe van wijlen Willem heere van Schaegen, duwagiere en vrouwe van Schaegen, mitsgaders jvr Maria van Bronchorst, weduwe jhr Cornelis van Dorp met Lambrecht Jacobsz, burgemeester deser stede als haar gecoren voogd, verkopen aan Adriaen van Steijnvort, secretaris deser stede, een huis en erf staende en ingaende in de Conincstrate met een vrije poort en stege tussen Kathryne Hillebrantsdochter, weduwe Dirck Jansz van Texel, die camere in dieselve stege daer Aefve van der Bouchorst nu ter tyt in woont, hebbende een bruikwaer in de voors. stege, en de verkopers, tesamen aen d'een side, aen d'ander side: Steven Jansz van der Meer, Adriaen Claesz, tresorier deser stede, Cornelis Jacobsz in de Matte en de weduwe van Philips Wyntgens, achter streckende aen t convent van de Cellebroeders. Ende zal het camertgen ofte comptoirtgen boven den inganck van den voors. huyse gehecht en gevesticht blijven in en aan de muur van de voors. camere, mede heurl. toebehorende. Koopsom 450 Kar gld
1566-02-06 (1565) |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 57e regest 112
Haarlem Algemeen
"de Wildeman". Schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacob de Coninck, brouwer, opdroeg aan Jacoba Reyersdochter een huis en erf opten houck van de Corte brugge op Bakenesser Spaerne, genaemp den Wildeman, an d'een zide: die Bakenessergraft onder den huijse gaende, an d'ander zide: Jacob die Coninck zelve, streckende voir van t Spaerne afterwerts met een en gemenen gevel die hij mitten zelven Jacob tot gelycken costen onderhouden sal tot an t molenhuijs van de voirs. Jacob de Coninck voorn, en uytgaende op de Bakenessergraft voorn. Belast met 5£ goets gelts sjaers. Onder voorwaarde dat Jacob de Coninck en zijn huisvrouw zullen behouden het gebruik van het vuilnisvat op de plating van desen huijse staende, zolang hij of zijn huisvrouw t huijs waar zij thans in wonen, zullen blijven bewonen voor t geheel of voor een deel. Ende zoe zal deszelfs Jacobs huys an ende in desen huijse getimmert ende gevesticht blyven, ter tyt toe des voors. Jacobs huys vertimmert wordt. Beschreven als: stukken betreffende het huis de Wildeman en omgeving op de hoek van de Bakenessergraft (vgl 1526-09-12, 1568-07-09)
Jan van Zueren (zegel: een beurtelings gekanteelde dwarsbalk) en Philips van der Maedt (een dwarsbalk), schepenen
1496-07-29 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 50v
Jaartallenindex
Philips oorkondt alsoo bij onse heerlycke handt ende executie t'anderen tijden bij Marinus Jansz alias Cock, onse gesworen bode explotier van de Camer van de Rade in Holland, openbaerlick verkocht is geweest een genoemd Henrick Tymansz, poorter van der stede van Bergen opten Zoom in onsen lande van Brabant, als meest daerom biedende ende leste vernoegt van dien, dat ¼ deel van een landekyn geheten Vrijebergen met al zijn gevolge en toebehoren, gelegen in onsen land van Zeeland, gelyck jvr Margriete Jan Ruychrocksdochter van den Werve dat beseten en van ons te leen gehouden heeft ende daerinne bij transporte ende overgifte van den voors. Henrick Tymansz by ons gedecreteert ende gevesticht is Pieter Jansz van Schengen, breder blykende by onse brieven van decrete daervan wesende, dd 1494-03-14, na den lope van den Hove. Vervolgens wordt Pieter Jansz van Schengen beleend met dat ¼ deel van den landekijn geheten Vrybergen, die men te noemen pleecht die uytgorssen van Jan Hugenz hille en s graven gors, gelegen in onsen lande van der Tholen in heerlykhede, ambachtsrecht, ambachtsgevolge, renten, thienden en anders alle profyten en manschappen daeraf comende, also vry ende gehelyk die heerscippen van Vossemaer van ons houden dat landt van Vossemaer. Behoudelick ons in beide uitgorsen, sulcke ende gelycke hoocheyt, brueken, schot, beden en rechten als wij hebben in den voors. lande van Vossemaer en daertoe nog een erfelijke pacht van 15 schell heeren gelts. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, zoals Henrick Thymans dat zou houden als hij het niet getransporteerd had, en gelijk de voors. jvr Margriete en Jan Ruygrock, hueren vader, oude moeder ende overoudevader van de voors. Pieter Jansz, dat te houden plagt. Daar Pieter onmondig is, doet Maertyn Gillsz van der Steene als voogd de eed. Oop 1509-06-11 doet Pieter van Schengen zelf de eed
present: Ingelram de Jonge, Jan v.d. Sevender, Lenaert Willemsz, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz; 1509-06-11: Dirck van Boneem, Pieter Plumion, mr Cornelis Melisz, Crispyn Jansz, Jorden van Raamsdonk
1476-05-18 |
R.A.H. Catalogus Veiling Huffels Antiquariaat 1941-12-16 aangekocht door de heer van Dam van Hekendorp
Jaartallenindex
Ot van Asperen ende van Vueren Herberensz, mr Gerit Folpairtz, pastoer tot Asperen en Wember Aerntsz oorkonden, dat joffrou Ariaen van Werdenborch weudu Ott [van Beest] zal. ged. en Jan van Beesd van Rernor [Renoy ?] Otten soen ende joffr. Ariaen voers, op ter eener zyde, ende joffr. Claer Ghysbrechtsdochter van Haeften, echte huisvrouw Jans van Duvenvoirde en Adriaen van Mathenesse als voocht en echte man Joffrou [Arien] Jansdochter van Duvenvoorde op die ander zyde, aan hen gebleven zijn de uitspraak over hun geschillen roerende 50 Eng nobelen, die juffr. Claer t achter ende te cort was gebleven aan Jan van Beest Otten voorscr vader ende aen zijn erven, daer joffr. Arien Otten wedu en hoiren zoon Jan aff sculdich syn te betalen die tweedeel [⅔]. Zij doen nu als arbiters uitspraak in het geschil: zij verklaren alle geschillen dood en teniet, behalve dat dien brieff die Jan van Beest heeft, daer Gysbrecht van Haerften in geloeft heeft te erven ende te vestigen voor den landsheer Jan van Beesd Jansz oudevader in 8 margen lants sal wesen in synre weerden ter tyt toe dat Jan van Beesd Ottenzoon van Beesd, joffr. Claer of horen rechten erven nae ingehout desselven briefe gevesticht ende geerft is, voor alle alsulken brief als Jan van Beesd Ottenz heeft, daer hij sine voir coep in hebben sal totten huyse ende hoefstede daeraen clevende, die joffrou Claer heft in den gerichte van Reynoy sullen bliven staen in hoerre weerd. Alle andere brieven zullen joffrou Ariaen Otten weduwe van Beesd en haar zoon Jan van Beesd Ottenz betalen en geven joffrou Claer off hoeren erven waer zy niet, 19 nobel (50 st voor een nobel gerekend) te Paschen e.k, en daarna 2 nobel sjaars totdat de 19 nobel geheel betaald zijn. Joffrou Claer, joffr Ariaen en Jan verzoeken gezamenlijk Jan van Weerdenborch heer van Gansoyen als een voicht van jouffrou Ariaen en Jan voor hen te zegelen, hetgeen Jan om bede wille van zijn zuster en van zijn neef doet. Voort soe hebben joffr. Claer en Adriaen van Mathenesse en joffr. Arien en Jan van Beesd horen zoon eendrachtig gebeden Jan van Werdenborch en Otto van Asperen van Vuren en mr Gerit pastoer te Asperen en Wember Aertsz voor hen te zegelen