3 resultaten
1429-09-25/26 |
Thesauriersrekening Haarlem 1429-1430 fol 75, 102v, 105v
Haarlem Algemeen
dachvaart naar Leiden: die ghaven onse goede lude voirscr (schout, schepenen, vroedschappen etc als afgevaardigden van Haarlem) den heren van den Rade ende den hoghen hyemraet op tie tijt mede te kennen hoe dat die van Aemstelredamme een overtoom bestonden te maken an den Heilighen wech ende dat men dair veel goets voerde ende overscheepte, dat also van outs niet en pleecht te wesen ende dat niet en behoirde, ende begeerden hierop samentlijc an den heren van den Rade ende an den hogen hyemraet van Rynlant dat sij der stede van Haerlem wouden houden helpen ende stercken in horen ouden rechten, wanttet die stede van Haerlem niet en stonde langher te liden. Dair die hyemraet op antwoerden ende seiden dat sij der stede van Haerlem ymmer doen wouden wes sij him dairin sculdich waren te doen, ende seiden oic dat sij s anders niet ghevaren en wouden hebben mit enighen schepen noch goeden dan men t van outs pleecht te varen ende soude moghen dan mit redeliken schuijten die varen mochten mit vele [volc ?] ende mit ghenen anderen goeden gheladen; (fol 102v) een bode van Haarlem gezend "op ten Nuburch an den bailiu van Scermer"; (fol 105v) op 5 Dec. Hubert messagier gesent an den Heyligenwech om te bezien of die palen [?] in Costverloren opgehaalt waren of niet, en was ut een dach, 6sc
1462-1463 (1) |
G.A. Haarlem Inv I 211 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening van 1462-05-02 - 1463-05-02 van Symon van Noirtich, Geerijt Barwoutsz, Joost Danielsz en Willem Diedaert als thesauriers van Haarlem (fol 1); (fol 7) Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Kennemerland en Vriesland; (fol 17, 17v) de heer van Schagen heeft de Vriese zeedijk doorgestoken en een sluis daarin gemaakt; (fol 23v) niettegenstaande een vonnis van het Hof had hij deze sluis toch opnieuw doen openen; (fol 26) Loef Pellegrimsz gezend op 12 Juni naar Amsterdam; (fol 28) op St Barberendach wart Loef gesent tot Zaerdam, om te verdagen den dijcgrave te komen te Haerlem roerende van der stoelinge, Lubertus [secretaris van Amsterdam] naar Brussel; (fol 30v) gegeven den twee messagiers als Loef ende Jan van Barry tot hoeren Kersavond 26sc 8d, Claes Willemsz die der stedehuijs bewaart, voor zijn Kersavond 13sc 4d; (fol 30v) Gheryt Jansz en Thomas Pietersz (?) der stede clercken voir hun tabbert elk 4£, Claes Willemsz voor idem 4£, Jan de Wynscroeder, Huge de bosschieter voor idem elk 4£, Hubert [Dircsz, de bode] zijn weduwe voor zijn cledinge van der tyt dat hi leefde 2£; (fol 31) Claes Willemsz en Baernt Willemsz van t Sandt dit jaer schoon te maken 16£, Lambert Rutgersz van dat hij dit jaar de uyrcloc gesteld heeft en bewaard 16£, Hughe die bosschieter voor dat hij der stede bossen geregiert heeft 4£, Claes Claesz van dit jaar den Hout te bewaren 16£, Jan van Putte voor zijn wedde dat hy t leydack van de stedehuijs bewaert 5£ 6sc 8d; (fol 32v) de jonker van Culemborch ontvangt met de aartsdiaken 8 der stede kannen wijn 4£ 4sc, here Adriaen van Borssele 4 stede kannen wijn 2£ 2sc; (fol 33) here Philips van Wassenaer doe die jonge scuts scoten om die ere van der stede als hij mitten gerecht at, 22 mengelen wit wyn 2£ 11sc 4d
1453-1454 (3) |
G.A. Haarlem I 203 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 20v) Geryt v.d. Meer, burgemeester, op 26 Sept naar den Hage, Jan van Bekesteyn, vroescip; (fol 21v) Pieter Jordensz, Symon van Noortich, vroescip, 21 Nov. Allyn Claesz naar den Hage gezend; (fol 22) Claes van Yperen vroescip; (fol 22v) 9 Dec. reisden naar den Hage Pieter Jordensz en Gheryt Jansz zijn neve, op 28 Nov. Jan van Huessen scepen, Luytgen Camerouwer ende Dirc Pietersz van Ilpedam, vroescippen; (fol 23) op 14 Dec. reysden tot Brederoede Florijs Engbertsz, Claes Aelbertsz en Willem Paedze omme dat die here van Brederoede een plantinge begeerde te hebben opten poorteren. Wert Willem Paedze weder gesent tot Brederode op 21 Dec. omme den here van Brederode te spreken op die sake ende vangnisse van Philips Jansz; (fol 23v) op 4 Jan reijsden tot Brederoede an mynen here Jan Huijscherszoon, Henrick Gherytsz van Hillegom, Daniel van der Crake ende Willem Paedze omme noch met hem te spreken v.d. plantinghe van wagendienst ende van Philips Jansz die hi [on]langs gevangen hadde; (fol 24) Salomon de bode; (fol 24v) 1454-02-10 naar den Haghe te spreken met Gheryt here van Assendelft van den erfgenamen van Koene Dircsz de molenaer; (fol 25v) De eerste Sondag in de Vasten anno 54 reis naar den Hage omme aldair te antwoorden jegens joff. Alijt Dirck Potters roerende die tollen van Sparendam, so zij der stede aldaer met strengen brieven hadde doen dachvaarden. Item reisde Lottyn Gherytsz tot Amsterdam des Donresdages daeran om aldaer te vernemen wat ende hoeveel joffr. Alyt voors. in die tol tot Sparendam van der cooplude goeden genomen mochte hebben; (fol 26) op 15 Mrt Willem Paedze clerc en Claes Persyn syn bode naar den Hage; (fol 27) Allijn Claesz, vroescip; (fol 28) op 1454-04-26 Ysbrant van Schoten, Claes van Yperen, burgemeesters, naar den Hage om te spreken o.a. van die gebreken Jan Heynenzoons ende Dirck van Wormers, op 26 April Jan Huyschrz en Gheryt Noettgen naar Deventer ter Dagvaart