20 resultaten
1333-12-03 |
Cartul St Jan Haarlem no 170
Haarlem Algemeen
scepene in Harlem oorkonden dat Symon Nanneciaenszoen van Rietwijc erkende verkocht te hebben aan Jan Ponciaen 10sc sjaers op vier maden lants die ghehieten zien Symon Nanneciaenszzoens vier maden, daer Tideman die backer naest lenden of is, ende op 7 gaerde lants die ghehieten sien des Goedshuuslant, daer dat Goedshuys niet an en heft dan 2 sc sjaers, ende Coppert Claesz naest lenden of is
Willaem van Tetrode en Dirc van den Zande, schepenen
1483 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 53v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
exerpten uit akten berustende bij het Galileaconvent bij Monnikendam. Stem van dat Rielant ghecoft Butendijck. Anno 1483 ghecoft dat Rielant gheleghen buten dijck van dat lant voers [= Dirc Florysz lant, zie 1487 in profesto Mathie apostoli] sijn weer, die halft van een man in Broeck ghehieten Jan Stroeker. Et aliam partem van Katherijn Dirc florysz dochter voers. piter pro IX florenis
1502-03-06 | Ursem
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 36v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scout en scepenen in Ursem oorkonden dat Jan Pietersz, poerter in Ursem, erkende schuldig te zijn aan die broeders van St Bernardusconvent buijten Monikedam 35 stuvers jaerlixe renten payment als die een coepman den anderen mede bitaelt, staende op een stucke lants ghehieten dat noerteynde van Willem Foppislant, gheleghen in denselfden dorp voers. Belend west: die papeliken proven ghehieten Mereijnelant, oost: Jan Claesz morghen dat toebehoert denselfden convent. Opschrift: Littera fratris Johannis Nicolai de Udersem. In margine: "Twie gld sonder onkost". Item in den ban van Uersem VI vierendeel lants achter Claes Michiels an die noertzyde van die Noortgoeu, daer lenden of sijn Dirc Pietersz ende Claes Michielsz an die westzyde Boertgen cum filiis suis. Item ibidem III virendeel lants ghenoet t morghen ut Willem Foppenlant an die zuytsyde van die Noertgoeu. Belend west: Willem Foppenz, noord: Borschen lant, oec twie gld. Item in Miserban 2 deymten lants. Belend oost: Claes Adriaen Cuperz, west: Pieter Garbrantsz, ende ghelt 28st
Garbrant Gherijtsz (met zijn zegel), schout, Symon Claesz ende Albert Boerijtsz, schepenen
1484-09-03 | Alkmaar, Heiloo
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 3v/Reg Max. Philips fol 1v
Jaartallenindex
Max. en Philips beleent Claes van Thorenburch Adriaenszoon na dode van zijn vader Adriaen: 1) die hofstede van Thorenburch met horen toebehoren, alsoe die gelegen is bij onser stede van Alcmaer, ende daertoe een thijns in den ambachte van Heylo. Tot een erfleen; 2) een stuck lants ghehieten leech Thorenburch, leggende an der voirs. hofstede van Thorenburch, groot wesende 8 koeyen weyden, dair Bertoult van Thorenburch, des voirs. Claes oom, dat zevendeel of toebehoort. Tot een erfleen. Te verheergewaden met een goede heect of 10 sc Holl
1504-04-15 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 36/Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scout ende scepenen in Uersem oirconden dat Pieter Goetgis, poerter in Uersem, erkende schuldig te zijn aan die broeders van St Bernaerdusconvent buten Monikendam 36 stuvers jaerlicse renten, payment als die een die ander coepman mede betaelt, staende op een stucke lants ghehieten Jan Claesz twie deympt, ghelegen in denselven dorp voers. Belend zuidoost: Reijner Martsz, noordwest: Garbrant Pieterz, zuidwest: Gherbrant Janz, noordoost: Gheryt Willemsz. Ende want wij scepenen gheen zeghel hebben, hebben wij ghebeden Garbrant Gherijtsz, onse scout, dese brief over ons te willen bezeghelen. Opschrift: "Littera fratris nostri Jacob Johannis Voel de Kodijc"
Gherbrant Gherijtsz, schout, Jan Dircsz en Hees Allertsz, schepenen
1510-03-26 | Kortenhoef
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 4
Jaartallenindex
Ghijsbert van Duvenvoerde alyas van Ysselsteijn oorkondt dat Ghelmer van Groenevelt hem heeft opgedragen een camp lants die ghehieten is die Amercamp ende gelegen is in gherechte van Cortehoeve bij Vrelant, belend oost: die wateringhe daer dat Dorscher Velscher lant aen streech, west: die cleyne hove, tbv Melys van Mijnen. Gijsbert voors. beleent er vervolgens mede Melijs van Aemstel van Mynen ende here van Cronenburch, te houden van het huis ten Bosch, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een jaar renten (vgl 1509-12-20, 1515-06-07)
Ghoelof Gerytsz, Aenthonis Petersz, myn leenmannen
1529 |
G.A. Monnikendam 154/Diversorum Galileaconvent fol 56
Jaartallenindex
ick bruer Lambert, prior onwaert der Cartusaren buten Amstelredam, bely vernoecht ende voldaen te sijn van alsulcke coep ende quijtsceldinghe ghesciet wesende van onse broeder Symon Gheritsz van Groet Overleeck van die helft van een stuck lants ghehieten Gherits goechcamp, dat van sijn ouders ghecomen was, ende plach toe te behoren ende onse broeder Symon Gheritsz den convent van Galilea vercoft heeft integhenwoerdicheit van onse me bruer bruer Jan Gheritsz ende andere goede mannen wiens naem mij onbekent sijn, ende dat na utwisinghe van scriften daerof ghesciet. Aldus ondersocht anno XVcXXXIX, ende dit soude ghesciet syn anno 1493
1489-09-21 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 843/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam fol 21
Jaartallenindex
schepenen in Scellinchout oorkonden dat Gheryt Jansz erkende schuldig te zijn aan het N. Nonnenconvent te Amsterdam 3 ½ R gld jaarlijkse pacht uit een stuk land binnen de ban en vrijheid van Scellinchout, ende is ghehieten die vier deymt, dair nu ter tijt naeste lenden van zijn noord: Gheryt Jansz ende Jan Gherijtsz, zuid: die Hoghe Zeedijck. Indien het land deze rente niet kan opbrengen stelt hij tot een onderpand een vrij ¼ deel van een stucke lants gelegen an die noordzijde van dese deymde, ende is geheten die vyf deymt. In het Cartul. doorgehaald, in margine: "is vercoft"
Jacob Pietersz en Thaems Hilbrantsz, schepenen; Jacob zegelt voor Thaems Hilbrantsz daar hij op dese tijd zelf geen zegel heeft
1499-03-17 | Bergen
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 30
Jaartallenindex
burgemeesters van Enchusen oorkonden dat er een geschil is geweest tussen de weesvoogden onser stede als van een weeskints wegen ghehieten Claer Gerritsdochter an dene zijde, ende Volcker Gerytsz, onse medepoorter, an dander zijde, roerende van zekeren opspraeck van landen ghelegen binnen den ban van Bergen bij Alcmaer, gehieten Jans werf van Bergen mit syn toebehoeren. Ende overmits tuysschenspreecken van vrienden ende maghen, want den voirs. Volkers echte huijsvrou een rechte moij is van 't voirs. weeskynt, zijn zij deze zaak verbleven aan de uitspraak van 4 goede mannen, nl Volkert Vrericsz, die scout, Zeger Pietersz, oud burgemeester, Gerrit Dirxzoon, scepen, ende Symon Ysbrantsz onse poirteren ende inwoneren. Hun uitspraak luidde: in den eersten dat Volkert Gerrijtsz vors. sal wesen ende bliven besitter van den landen voirg, behoudelic dat Volckert sal gheven ende betalen den wesevoechden voerscr van t voirs. weeskynt 187½ gld etc
1502-05-08 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 60/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
ego frater Johannes Nicolai pro tunc cellearius hujus conventus prorexi adversus Purmereynd om vasticheyt te hebben van Jan Pietersz onse broeder van syn lant. Alsoe sijn wij ghegaen sitten in Symen Cops camer, ego et Symon Cops ende Jans swagher ghemeenlic ghenoet, ende daer sijn ghecomen broeder Jan Pietersz mit sijn twie broeders als Pieter Pietersz ende sijn broeder Dirc Albertsz mit haer snaer ghehieten Margriet Jans wedue haer broers wijf. Ende ic broeder Jan kelre voers begheerde van hoer dat si ons vasticheyt voer 2 scepenen doen souden ende quijtsceldinghe van dat testament ende uterste wille dat Jan Pietersz onse broeder onse convent ghegheven hadde ende tot een testament voor sijn professie hadde. Waerop dat si antwoerde si souden ende wouden ons alle vasticheijt doen, mer si begheerden dat wi die drie koeven gheleghen op die Dreij an ons wouden nemen ende copen haer ⅓ deel, want Dirc Albertsz soude vrien ende lossen sijn huus ende Margriet Jans woude lossen haer lant gheleghen bi die mollen etc