63 resultaten
1538-11-27 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 66
Jaartallenindex
Gherrit Baertsz, schout tot Akersloot, oorkondt dat Pieter Jansz ende Katrijn Dirck Jannen weduwe met haar gecoren voogd Claes Claesz, buren van Uytgheest, erkennen verkocht te hebben aan de H. Geest, twee stucken lants gheleghen an een, ende zijn ghenoemt die Leijven, groot wesende 6 maden lants, daer nu ter tijt die naeste lenden van zijn zuid: Gherrit Claesz die Ghoede, buijrman tot Akersloot, noord: een ghemeen water ghenoemt die Leij, west: die gemeent sloet, oost: die barvoetenzusterenclooster te Haarlem
tuijgen en schepenen in Akersloot: Meynert Jansz ende Jacob Gherritsz. Bezegeld door Gherrit Baerts Gherritsz, schout
1414-08-10 |
G.A. Alkmaar Kloosters Oude Hof no 8/dr Vangassen no 285 p 153
Jaartallenindex
ick Pieter Jansz Vrees tot Haerlem kenne ende lije dat ick verkooft hebbe een acker lants in de Berghermeer, legghende in de vryheijt of in de ban van Alcmaer, [aan] de susteren van Sinte Katrinen dat Owde hoof ghenoemt, legghende twisken twe stucke lants ghenoemt dat ene stucke lants die seven ackeren an die ene sijde, ende dat ander genoemt die Reetkamp. Welcke acker lants ick Pieter Jansz lije daerof betaelt te wesen. Sonder meer dat dit waer is, soe hebbe ick dit selven ghescreven ende mijn marck hieronder geset in t jaer ons Heren 1414
1492-12-05 | ook Tetrode
G.A. Haarlem N 184 fol 15v/Cartul Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Claes van der Meer Bertholomeeusz geliede dat hij in rechte erfhuer ende in ewigen erfpacht uitgegeven en verpacht heeft den Lazarusziekenmeesters een stuck lants gheleghen over die Delft neffens dat zieckhuijs lant over, daer naeste lenden off zijn zuid: Claes van der Meer voirs, noord: dat H. Geesthuis binnen Haerlem, streckende mitten westeynde an den Witten Herenconvent binnen Haerlem ende mitten oisteynde an die Delft ghenoemt den Vreedsloet [Breedsloot], om 1£ groot Vlaems sjaers
Jan van Scoten en Dirck Spycker, schepenen
1532-07-11 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 237/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
broeder Albart Isbrantsz, prior en procurator met den ghemeen conventualen van St Willibrortsclooster buyten die stede van Alcmaer binnen den ban van Heyloe, oorkonden dat zij verkocht hebben aan het Zijlklooster te Haarlem 2 stucken lants, dat een gheleghen in Heyloerban ende es ghenoemt Aeltruytscamp, zoo groot ende zoe cleijn alst cleijn binnen zijn heijnsloot, daer lendens of zijn noord: Kathrijn grote Dirckxzoon weduwe, oost: Frans Fransz, zuid: mr Jacob Verdel tot Haerlem, west: Jacob Moijckts in die nyeupoort. Dat ander stucke lants es gheleghen in den ban van Berghen ende es ghenoemt Jan Ballincx weyde, zoe groet ende cleijn alst leyt an zijn heynsloot, daer lendens of zijn west en noord: jonghe Albeert, oost: dat grote hoff tot Haerlem, zuid: die Berghermeer
Veen, van | 1344-01-23
Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 171
Achternamenindex
schepenen van IJsselstein verklaren dat Arnoud heer van Ysselsteyn voor het gerecht kwam: "ende vervolghede op Hildegonde Brandsdochter van den Vene, mit volre claghe ende mit gheachten daghen hoer liif ende hoer goed, et si erve of ghelt, ende al goed ghenoemt ende onghenoemt, also alse ziit te voren voer richter ende voer scepene verwilcoert hadde, alse hem recht ende oerdeel wisede, van wilken live ende goede voerscreven Hildegont vellich ghewiist is tot siinre behoef mit rechte na alre varnisse ende dinctale, die voer ons ghesciet is"
1482-04-24 | Limmen
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 213/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Bouwen Claes Lammen erkent verkocht te hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haarlem ⅓ deel van ¼ deel an een stucke lants dat ghenoemt is die Quade Hoernen, ende is gheleghen in den ban van Lymmen, daer ¾ deel of toebehoert datselve gasthuys voers.
Roeijnc Hughenz en Willem Florysz, leenmannen
1485-03-16 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 122/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
broeder Jan, prior, en ghemeen broeders des cloesters van St Bernardus ghenoemt Galilea gheleghen bi Monikedam, erkennen schuldig te zijn aan Alijt Symon Scedemakers weduwe zolang zij leeft 6 g.g. overlantse gulden jaerlijcs te betalen binnen de stad Amstelredam. Verder nog 1 g.g. Eng. Eduardus of Richardus nobel sjaers te betalen binnen Amstelredam
1485-12-13 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 54/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
excerpten van akten berustende onder het Galileaconvent bj Monnikendam. Van die anderde helft ghecoft van Jacops suster. Anno 1485 gecoft dat anderde deel die helfte van dat voers. lant Jaep Martsen Ven ghenoemt ipso die Lucie Virginis a quibusdam viris de Amsterdammis dicti Jan Veerman et Dirc Melysz voor LXXIII gld current
1482-01-24 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 12v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
broeder Aernt, prior, ende ghemene broeders des convents van Galileen bi Monikedam der oerde van Cisternen etc oorkondt "dat wij van den eerwaerdighen echten luyden, poirteren te Monikendam, Pieter Jansz ende Elizabeth Jacopsdochter, sinen echten wijf, met broeder Jan Pietersz, professide monnik en subdiaken in onsen cloester voirs, ontfanghen hebben tot enen eyghendoem: 1) ½ van een stucke lants ghenoemt Ghelresvenne in Monikenbroeck, 2) twie koeven ende een vierdeel in een camp genoemt Koelkeweer, gelegen in Monikebroeck, 3) een camp lant ghenoemt Volkenhme in de ban van Monikendam te cleijn overleek an die Monikemeer". Het convent erkent deswege schuldig te zijn aan Pieter Janszen Elisabeth voorn. zolang zij leven, een jaarlijkse rente van 10 R gld. Bovendien doen prior en convent afstand van alles wat hun medebroeder Jan Pietersz eventueel mag aankomen bij het overlijden van zijn ouders voornoemd (vgl 1482-01-25)
1506-12-29 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 61v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
soe is onse prior pro tunc broeder Jacob ghereist t'Amsterdam tot Albert Jansz huus, ende daer is ghecomen een man van Sloten Claes Egbartsz ghenoemt, ende onse prior voers. heeft hem ghedaen 216 gld. Ende dese 216 gld hebben wi ghenomen van Claes Rijser onse lekebroers ghelt de patrimonaa.. suo ende van datgheen dat hi onse convent ghegheven ende besproken in sijn professe