7 resultaten
1543-01-02 |
Oude Hof Alkmaar no 44
Jaartallenindex
burgemeesters der stede van Alkmaar certificeren dat op heden Willem Jan Bollen, oud wesende ca. 64 jaren, rechtelijk verdaagd zijnde om getuigenis af te leggen ten verzoeke van mr Gheryt, pater van het oude bagijnhof binnen Alcmaer, getuigd heeft dat geleden over die zestig jaren Dirrick Symonsz die vader van wijlen Claes Corf hadde terselver tyt een stucke landt leggende bywesten van het nieuwe land in de ban van Alcmaer, ende lach byoosten van een stucke lants dat doe ter tyde geheten was die oenger weyde ofte Oetgersweyde. Ende die voors. Dirk Symonsz dede doe ter tydt zijn weydt hoogen ofte carren met zandt ende dede dat zandt halen uyt een croft liggende byoesten van wylen Hans Costers huys, ende dedet tzelve zandt brengen deur die bordeelsteech ende voort door de steech leggende tussen Claes Houdt, snyer ende Jan Bruijnsz cupers huysinge ende deur t stuk dat doe ter tydt stond an t oosteynde van de voors. steech, ende an die voers. oude baghynen weydt, ende zoe voert deur die laen nae de Oengerweyde, daer mede een heck stondt, ende deur de Oengerweyde in de voors. Dirck Symonsz lande, ende hij getuyge bewaerde dieselve hecken dat die koeyen in noch uyttet land lopen souden, ende dede die hecken op en toe als die stort karren deur die hecken kwamen rijden (1543-01-10)
Andries Pietersz Zel
1467-04-29 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 157/Reg Charolais fol 72v
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz beleent jvr Janne van Hueckelem met een camp lants gelegen in die Zoesslaghen, den derden camp van 4 morgen lands beneden dat Hecken tot Lonen wairt, aen beyden siden: wij Jan van Arckell heer tot Huekelom voirs, streckende van den Asperenschen Vlyet totter Hoogher Ziwen toe, ende eenen grijent daertoe, gheleghen op die Linghen, aen d'een zide: Laurijs Gysbertsz, aen d'ander zide: des weerthouwers hofstede, streckende van den Enghe met den dyck tot der Linghen toe. Leen van Hoeckelem. Haar man Vrederick Braem doet hulde
Herlaer, van | 1565-07-02
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden 242
Achternamenindex
Jan Arntsz van Herwinen presenteert jhr Adriaen van Herlaer 22 gld op aankomende Kerstmis; 1565-07-01: Maes Jansz aent hecken presenteert joncker Adriaen van Herlaer 42 R gld op 2 Kerstdagen te betalen; 1665-09-22: Adriaen van Herlaer 18 gld erftijns op Bamis 1571 tot tijnsrecht uit huis en hof waar hij op woont, losbaar met 300 Kar gld; in margine: promisit juffr Geertruyt van Herdt Palinex (?)dochter, volgt opsomming van betalingen; 1565-11-05: Goessen Gerritsz Brant belooft te betalen aan jonker Adriaen van Herlaer 9 R gld, dezelfde dag belooft Goesen Geritsz aan jonker Adriaen van Herlaer 9 gld te betalen vóór eerstkomende Kerstmis; 1565-05-15: Adriaen van Herlaer belending van een stuk land buitendijks tot Well, en overdracht van de Van Malsen's op Adrien van Herlaer een brief; 1567-02-04: Arien van Herlaer, momber van zijn broer Loeff van Herlaer, machtigt Dirck Claesz; 1567-04-07: Maes Jansz aen t hecken belooft jonker Adriaen van Heerlaer 3½ R gld per jaar te betalen uit de hofstad waar hij op woont
Ammerzoden
1630-12-13 | Heiloo
O.R.A. no 73 fol 103
Jaartallenindex
de schout van Heyloo en de schepenen aldaar oorkonden dat Adam Dircxz Hinderduijn, landdrost van West Vriesland en het Noorderquartier, transporteert aan zijn zwager Geldolf Gerytsz van Harlar, casteleyn van den huyse tot Petten, een huijs ofte hofstede met omtrent 28 morgen lant, Alkmaer mate, daer eertijts een boomgaertgen, speelhuys ende voegelkoije op en in gestaan heeft, alle tsamen gelegen in de Zuiderpolder van het Groenwater, leggende achter de Nieupoort in de ban van Heyloo. Met een vrije eigen toegang tot hetzelve huys en landen over de molenwerff gelegen in de Noorderpolder van het voors. Groenwater, en steckende van de Heijlverdijk aff tot aen de scheijsloot tussen beyde polders gelegen, en waterlosinge van de hecken af tot aen de molen toe door t land van Gerrit Vechtersz etc. Belast met 7 gld per jaar tbv de stad Alkmaar (en een hoofdsom van 116 gld). Verder belast met een onlosbare rente van 3 gld per jaar ovor de ambachtsheer ter cause van swaendrift
Pieter Isbrantsz van de Velden, schout van Heyloo, en Pieter Aeryaensz Cooch en Jan Symonsz Paesschen, schepenen aldaar
1629-11-27
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 52v
Transportregister Bloemendaal
doorgehaald: schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de edele sr Jacob Jacobsz de Jongh transporteert aan de edele sr Francisco van Schoonhoven, coopman binnen Amsterdam woonachtich, een schoone ende welgelegen hooffstede genaempt "het huijs te Vogelensangh", met zijn woning, ophalende brugge ende hecken, rontsom in zijn grachten besloten met de landen daertoe behorende 9 morgen. Met alle vrijheden preeminentien ende gerechtigheden als daer van outs toegestaen hebben en dese bij den grave van Brederode bij acte dd 31 januari 1629 zijn vergunt. Jaerlijkse erfpacht van 36 gld toecomende zyne genade van Brederode Cors Reijersz met "de Blomcroft" en "de Plaggerweyt" behouden zijn notwech over de Helmberch, belend oost en noord: joncker Augustyn van Teylingen en Jan Cornelis, zuid: die Plaggerweijt, west: de wildernis van Brederode. Koopsom 12500. Nota: Dese is geroijeert ende haerschreven alsoo hijer foute in was
Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Cornelisz en Jan Claesz van Beveren, schepenen van Tetrode
1528-09-10 |
Carth in Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 143/St Geertruidenberg
Jaartallenindex
"De brief van de compositie v.h. convent met de stad van den Bergh over die visscherie van t verlaet Blanckewyel ende die heyninghe". Scepenen in St Geertruijdenberch oorkonden dat broder Jan Gavesz, procurator v.d. Carth. Convent aldaar, met Cornelis Antonisz en Adriaen Peter Dircsz als burgemrs der stede voirs, hun gesubmitteerd hebben hun geschil van de voors. wateren en visserijen in den Verlaete, heyninge ende Santputte. Als arbiters zijn aagewezen Jan Beijfer Thomasz, schout van St Geertruydenberg, en Adriaen Pieter Mathijsz, schepen aldaar. De uitspraak luidt dat de stad van St Geertruidenberg voortaan tot ewigen dage bruycken, bevissen en genieten sal die voirs. visserijen van den Verlaete, heyninge, blanckewiel en Santputte met al hun Vroonen, profyten, vervallen en toebehoren, beginnende van Dirck van der Kercken erfgenamen land af, streckende so voert tot an den hoeck van den weerff of hovel zuytwaert, soe men naer Steloo vaert tot den pael toe die men aldaar zal slaen, ende van daer reewijs oostwert op totten ander pael toe die aldaar op des cloosters lant voers gebakent staet, ende van die paell off limite recht reewijs opstreckende op totter uytersten hoeck van de uyterste hecken staende op scloesters lande voirs, ende verder nyet. De stad moet het convent daarvoir sjaars geven 50 gewaert carpers of 3 st voor elck ghewaert, en nog elk jaar een tobbe visch op 5 schell Vls daarvoor etc
Reijer Herbertsz en Cornelis Woutersz, schepenen
1630-01-17
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 56
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de edele sr Jacob Jacobsz de Jongh transporteert aan de edele sr Geraert van Scho[o]nhoven, coopman in Amsterdam, een schoone en welgelegen hooffstede genaempt "t huijs te Vogelensanck", bepoting, beplanting, wooning en getimmerte so deselve met zijn optreckende brugghe en hecken rontsomme in syne graften tegenwoordich besloten leyt, met de landen daertoe behorende, groot in alles omtrent 9 morgen. Leggende al te samen in de Vogelesanck. belast met een erfpacht van 36£ per jaar tbv de heer van Brederode, daeraen de cooper soo lange hij inschrijving van de beesten in de duynen te weyden op hout, sal jaerlijks corten 18 Kar gld. Mits dat Cors Reijersz met zijn Blomcroft en Plaggerweijt syn notwech sal hebben over het Helmberchgen. Belent volgens de opdrachtbrief van Cors Reijersz, zuid: de Plaggerweijt, oost en noord: Augustijn van Teylingen en Jan Cornelisz, west: de wildernis van Brederode. Koopsom 12500 contant. 1629-11-27: doorgehaalde transportakte van hetzelfde, doch geroijeert